Knox & Pinch - H7 en H9
➔ Wirthian theory: heterogeniteit, anoniemiteit en dichtheid van de stad veroorzaken
criminaliteit, angst, ziektes en slechte sociale organisatie door physchic overload
➔ gevolgen stedelijk leven:
- anonimiteit neemt toe
- behulpzaamheid neemt af
- conflictkans neemt toe
- persoonlijke relaties blijven hetzelfde
- psychische staat is overal even groot
➔ buurten:
- immediate neighbourhoods: mogelijk overlappend, o.b.v. persoonlijke associatie
- traditional neighbourhoods: o.b.v. sociale interactie via lokale faciliteiten/instituties
- emergent neighbourhoods: grootschalig, diverse wijken met weinig sociale interactie
Frijhof (2010) - Strategieen en tactieken: omgaan met de stad volgens Certeau
➔ strategie is top-down, planners/bouwers, geplande stad
➔ taktiek is bottum-up, dagelijkse activiteiten, geleefde stad
➔ manieren van omgaan met de stad kunnen overlappen, maar ook botsen
Van Engelsdorp Gastelaars (2003) - 40 jaar territoriale binding
➔ economische binding: terugkomst werken in buurt
➔ functionele binding: voorzieningen, buurtwinkels komen terug, ook meetingpoint nu
➔ sociale binding: schoolplein als onderschat domein
- gemeinschafft/gesellschaft: vaste contacten meer gewaardeerd dan losse
- loos/weak ties: losse sociale contacnten belangrijk voor netwerken
- bonding/briding
- primary/secondary contacten
➔ politieke binding: je stempel op de buurt drukken, betrokkenheid
➔ culturele binding: identiteit, verschillende schaalniveaus
➔ verschuiving van binding naar een lager schaalniveau en van economische/functionele
binding naar sociale/politieke/culturele binding (elective belonging)
vormen van doing gentrification (hoorcollege)
➔ stadia en woongedrag (Lees 2003)
➔ consumptie en distinctie (Bourdieu 1984)
➔ angst en gradaties van afsluiting (Atkinson 2006)
➔ geld en financieel gewin (Lees 2003
1
, Lees (2003) - Super-gentrification. The case of Brooklyn Heights, NYC
➔ soorten gentrification: tradiotioneel, state-led, new-build, commercial, supergentrification
➔ fasen in gentrification:
1. wegverbreiders: kunstenaars, studenten etc. niet per definitie alleen wonen, betrokken
buurten, tijdelijk, bottum up, actie/opzetten buurtvoorzieningen e.d.
2. professionals: duurder, nieuwe voorzieningen, opzetten dienstverleningen, meer
commercieel, stabilisatie, investeringen
3. third wave: wijk blijft aantrekkelijk, mede door economische dimensies, winst maken
op de woningen, veelal eind jaren ‘90 - 2005
➔ verandering vindt plaats a.d.h.b. food, fashion, fiets, sport, wonen, groen (m.n. 2e fase)
➔ iedereen heeft te maken met groeiend kapitaal, economisch, cultureel en sociaal
➔ status hangt af van kapitaal en smaak → dinstancieren, bijv. savoir vivre (class
informed)
➔ minder kapitaal/vaardigheden geeft mindermogelijkheden
➔ in de stad m.n. cultureel kapitaal nodig
Atkinson (2006) - Padding the bunker. Strategies of middle-class disaffiliation and
colonisation in the ciangst (in NL niet echt) en positieve orientatie om te willen wonen bij
‘dezelfde soort’
➔ vormen van afscheiding:
1. insulation (kleine afscheiding, spontane initiatieven)
pp2. incubation (wonen bij eigen soort, ook binnen buurten nog afscheiding)
3. incarceration (afsluiten van andere soorten, gated communities)
➔ in vergelijking met Lees, fase 1 niet echt, fase 2 redelijk, fase 3 voegt toe
➔ mobiliteit als onderdeel van afscheiding, in NL minder mogelijk (fiets/ov ipv auto)
➔ Sociaal ruimtelijke segregatie wordt versterkt door enclavisme; hogere
inkomensgroepen die veiligheid zoeken, maar in de stad willen blijven
Karsten (2007) - Houseing as a way of life. Towards an understandig of middle class
families’ preference for an urban residential location
➔ van actievoerder tot gentrifier naar accumulator van kapitaal (lijkt op fasen van Lees)
➔ Yuppies: lange woonduur, vanaf studententijd, culturele orientatie, nieuwe levensfase,
krijgen kinderen
➔ Yuppies die in de stad blijven wonen, Yupps, doen dit (stedelijkheid in de luwte) voor:
- tijdruimtelijke motieven (arbeidsmarkt, stedelijk)
- sociale netwerken
- identiteit
➔ family gentrifiers: consumeren wordt produceren
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MichelleOG92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.