Cardiologie
Diagnostische technieken bij cardiologische patiënten: hoe
toepassen en wanneer doorverwijzen?
Inleiding
• 1e lijns DA: essentiële rol bij het opsporen van hartuisen (bij pups en kittens)!
o Een goed lichamelijk onderzoek inclusief grondige auscultatie is de basis van alles!
• Stethoscoop + RX thorax + hartbiomerkers in het bloed (NT-proBNP/cardiaal troponine I) zijn de
tools van de 1e lijns DA
• Echocardiografie/ECG/CT/angiografie = 2 e lijns → doorsturen!
• Niet het hoofdaandeel van de patiënten in eerste lijn in vergelijking met interne, dermatologie,
chirurgie, orthopedie
• Maar wel belangrijk want cardiologische problemen zijn vaak levensbedreigend
• Dus je moet ze wel herkennen, dier adequaat stabiliseren en doorsturen of meteen doorsturen
Auscultatie
Hartruis (of ‘bijgeruis’) → beschrijven van 3 criteria:
1. Timing: systolisch/diastolisch/continu
2. Luidheid/intensiteit: schaal van 1/6 tot 6/6
3. Lokalisatie: welke van de 4 klepgebieden?
Timing
• Systolisch: tussen 1e en 2e harttoon → tussen ‘lub’ en ‘dub’ → meest voorkomend bij hond en
kat
• Diastolisch: tussen 2e en volgende 1e harttoon → tussen ‘dub’ en volgende ‘lub’ → zelden te
horen bij hond en kat
• Continu: zowel tijdens systole als diastole → ononderbroken ‘machinery murmur’ typisch voor
persisterende ductus arteriosus van Botalli
Luidheid of intensiteit
• Graad 1: hartruis met geringe intensiteit, die pas kan worden gehoord na enkele seconden
aandachtige auscultatie, in een stille omgeving
• Graad 2: zeer zachte hartruis, die direct wordt gehoord bij begin auscultatie
• Graad 3: matig luide hartruis
• Graad 4: luide hartruis zonder fremitus
• Graad 5: luide hartruis met fremitus, niet meer te horen als stethoscoop los komt van thorax
• Graad 6: zeer luide hartruis met fremitus, dat zelfs gehoord kan worden als stethoscoop los van
thorax wordt gehouden
Lokalisatie
• Afwijkingen bepaalde hartklep → best te horen over bepaald thoraxgebied
• Punctum maximum: klepgebied met hoogste intensiteit
• Systematisch alle klepgebieden ausculteren, ook steeds beide
zijden van de thorax
Hond: 4 klepgebieden
• Links hartbasis
o Pulmonalisklep: 3e IC-ruimte
o Aortaklep: 4e IC-ruimte
• Links hartapex: mitralisklep: 5e IC-ruimte (meer richting sternum)
• Rechts: tricuspidalisklep: 4e IC-ruimte
1
, Kat: 3 klepgebieden
• Kleine thorax → klepgebieden moeilijker weer te geven
• Aorta en pulmonalisklep: links 2e/3e IC-ruimte (links hartbasis)
• Mitralisklep: links 5e/6e IC-ruimte (links hartapex)
• Tricuspidalisklep: rechts 4e/5e IC-ruimte
• Soms ook midventraal t.h.v. sternum te horen ‘sternale’
hartruis
• Spinnen is storend: watje met alcohol/kraan laten lopen/lichte
druk op trachea net onder larynx
DDx hartruis
Lokalisatie Systolisch Diastolisch Continu
Links hartbasis (Sub)aortastenose Aortainsufficiëntie Persisterende ductus
(links craniaal) Pulmonalisstenose (pulmonalisinsufficiëntie: arteriosus
zelden)
Links hartapex Mitralisinsufficiëntie (Mitralisstenose: zelden) /
(links caudaal)
Rechts Tricuspidalisinsufficiëntie (Tricuspidalisstenose: /
Ventrikel septumdefect zelden)
RX thorax
Indicaties:
• Diagnose linker congestief hartfalen: cardiogeen longoedeem of pleurale effusie (kat)
• Diagnose pericardiale effusie (echo >> RX)
• Opvolging progressie cardiomegalie
• Diagnose respiratoire aandoeningen
• Oorzaak hoesten opsporen (respiratoir vs. cardiogeen)
• Vaak onvoldoende voor definitieve diagnose van een hartaandoening
• Oorzaak hartruis opsporen: echocardiografie, geen RX
• Help! Ik twijfel aan mijn diagnose…
o Steek tijd en moeite in het nemen van goede radiografieën conform stralingsveiligheid
o Stuur ze dan door naar een specialist MBV of collega met voldoende ervaring voor
interpretatie
• Enkel wanneer patiënt voldoende stabiel is: dyspnee/tachypnee onder controle
• Steeds 2 opnames!
o Laterolateraal (LL)
o Dorsoventraal (DV, best om hart silhouet te beoordelen) of ventrodorsaal (VD, meestal
standaard)
Normale grootte hart:
• Laterolaterale opname
o Hond: 2,5 – 3,5 IC, basis tot apex 70% van de borstkas
o Kat: 2 – 2,5 IC
o Hond: vertebral heart score (VHS) 8,5 – 10,5 (rasverschillen)
o Kat: VHS 7,2 – 7,8
• Breedte dorsoventrale/ventrodorsale opname
o Hond: 2/3 borstkas op breedste plaats
2
Diagnostische technieken bij cardiologische patiënten: hoe
toepassen en wanneer doorverwijzen?
Inleiding
• 1e lijns DA: essentiële rol bij het opsporen van hartuisen (bij pups en kittens)!
o Een goed lichamelijk onderzoek inclusief grondige auscultatie is de basis van alles!
• Stethoscoop + RX thorax + hartbiomerkers in het bloed (NT-proBNP/cardiaal troponine I) zijn de
tools van de 1e lijns DA
• Echocardiografie/ECG/CT/angiografie = 2 e lijns → doorsturen!
• Niet het hoofdaandeel van de patiënten in eerste lijn in vergelijking met interne, dermatologie,
chirurgie, orthopedie
• Maar wel belangrijk want cardiologische problemen zijn vaak levensbedreigend
• Dus je moet ze wel herkennen, dier adequaat stabiliseren en doorsturen of meteen doorsturen
Auscultatie
Hartruis (of ‘bijgeruis’) → beschrijven van 3 criteria:
1. Timing: systolisch/diastolisch/continu
2. Luidheid/intensiteit: schaal van 1/6 tot 6/6
3. Lokalisatie: welke van de 4 klepgebieden?
Timing
• Systolisch: tussen 1e en 2e harttoon → tussen ‘lub’ en ‘dub’ → meest voorkomend bij hond en
kat
• Diastolisch: tussen 2e en volgende 1e harttoon → tussen ‘dub’ en volgende ‘lub’ → zelden te
horen bij hond en kat
• Continu: zowel tijdens systole als diastole → ononderbroken ‘machinery murmur’ typisch voor
persisterende ductus arteriosus van Botalli
Luidheid of intensiteit
• Graad 1: hartruis met geringe intensiteit, die pas kan worden gehoord na enkele seconden
aandachtige auscultatie, in een stille omgeving
• Graad 2: zeer zachte hartruis, die direct wordt gehoord bij begin auscultatie
• Graad 3: matig luide hartruis
• Graad 4: luide hartruis zonder fremitus
• Graad 5: luide hartruis met fremitus, niet meer te horen als stethoscoop los komt van thorax
• Graad 6: zeer luide hartruis met fremitus, dat zelfs gehoord kan worden als stethoscoop los van
thorax wordt gehouden
Lokalisatie
• Afwijkingen bepaalde hartklep → best te horen over bepaald thoraxgebied
• Punctum maximum: klepgebied met hoogste intensiteit
• Systematisch alle klepgebieden ausculteren, ook steeds beide
zijden van de thorax
Hond: 4 klepgebieden
• Links hartbasis
o Pulmonalisklep: 3e IC-ruimte
o Aortaklep: 4e IC-ruimte
• Links hartapex: mitralisklep: 5e IC-ruimte (meer richting sternum)
• Rechts: tricuspidalisklep: 4e IC-ruimte
1
, Kat: 3 klepgebieden
• Kleine thorax → klepgebieden moeilijker weer te geven
• Aorta en pulmonalisklep: links 2e/3e IC-ruimte (links hartbasis)
• Mitralisklep: links 5e/6e IC-ruimte (links hartapex)
• Tricuspidalisklep: rechts 4e/5e IC-ruimte
• Soms ook midventraal t.h.v. sternum te horen ‘sternale’
hartruis
• Spinnen is storend: watje met alcohol/kraan laten lopen/lichte
druk op trachea net onder larynx
DDx hartruis
Lokalisatie Systolisch Diastolisch Continu
Links hartbasis (Sub)aortastenose Aortainsufficiëntie Persisterende ductus
(links craniaal) Pulmonalisstenose (pulmonalisinsufficiëntie: arteriosus
zelden)
Links hartapex Mitralisinsufficiëntie (Mitralisstenose: zelden) /
(links caudaal)
Rechts Tricuspidalisinsufficiëntie (Tricuspidalisstenose: /
Ventrikel septumdefect zelden)
RX thorax
Indicaties:
• Diagnose linker congestief hartfalen: cardiogeen longoedeem of pleurale effusie (kat)
• Diagnose pericardiale effusie (echo >> RX)
• Opvolging progressie cardiomegalie
• Diagnose respiratoire aandoeningen
• Oorzaak hoesten opsporen (respiratoir vs. cardiogeen)
• Vaak onvoldoende voor definitieve diagnose van een hartaandoening
• Oorzaak hartruis opsporen: echocardiografie, geen RX
• Help! Ik twijfel aan mijn diagnose…
o Steek tijd en moeite in het nemen van goede radiografieën conform stralingsveiligheid
o Stuur ze dan door naar een specialist MBV of collega met voldoende ervaring voor
interpretatie
• Enkel wanneer patiënt voldoende stabiel is: dyspnee/tachypnee onder controle
• Steeds 2 opnames!
o Laterolateraal (LL)
o Dorsoventraal (DV, best om hart silhouet te beoordelen) of ventrodorsaal (VD, meestal
standaard)
Normale grootte hart:
• Laterolaterale opname
o Hond: 2,5 – 3,5 IC, basis tot apex 70% van de borstkas
o Kat: 2 – 2,5 IC
o Hond: vertebral heart score (VHS) 8,5 – 10,5 (rasverschillen)
o Kat: VHS 7,2 – 7,8
• Breedte dorsoventrale/ventrodorsale opname
o Hond: 2/3 borstkas op breedste plaats
2