100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hedendaagse Stromingen $16.59
Add to cart

Summary

Samenvatting Hedendaagse Stromingen

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van slides + enkele lesnotities + cursus + samenvatting van leesteksten. Vak gegeven door Professor Pieter Maeseele in academiejaar '24-'25.

Preview 8 out of 113  pages

  • December 24, 2024
  • 113
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
HEDENDAAGSE STROMINGEN IN COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

1. INLEIDING
Iedereen die uitspraken doet over media – van jijzelf, je vrienden, familie, naar mediamakers en
politici, tot mediaonderzoekers, professoren en studenten communicatiewetenschappen – vertrekt
van een bepaalde visie op welke rol media spelen, of welke rol ze zouden moeten spelen. Doorheen
de lessenreeks maken we een reeks bestaande visies expliciet en werken deze in detail uit.

7 stromingen: uiteenlopende visies op maatschappelijke rol van media
1. E%ectstudies
2. Media en nationale identiteit
3. Politieke economie
4. Culturele mediastudies
5. Alternatieve media
6. Politiek entertainment – satire
7. Politiek entertainment – fictie

Die stromingen vertrekken vanuit verschillende mens- en maatschappijvisies of dus
verschillende veronderstellingen over de relatie tussen mens, media en maatschappij.
Hieronder staan enkele vragen die ons toelaten om inzichten te krijgen in de mogelijke
verschillen op dit vlak tussen de stromingen. Zo kunnen we die veronderstellingen
blootleggen en herkennen.

• Hebben media een sterke of beperkte invloed op gebruikers?
• Bieden media diverse en tegengestelde visies op vraag van de consument? Of herhalen zij
vooral eenzijdige visies die dominante waarden en belangen reproduceren?
• Hebben media een verbindend of isolerend eCect op hun gebruikers?
• Zijn het media die veranderingen in de maatschappij vooruit stuwen (als oorzaak of motor) of
passen media zich aan maatschappelijke veranderingen aan (gevolg of weerspiegeling)?
• Is er een verschil tussen de feitelijke en wenselijke functies van media?
• Dragen media bij aan de totstandkoming van een maatschappelijke consensus? Of
bestendigen zij in de eerste plaats maatschappelijke ongelijkheid?

Vormen van mediaonderzoek
• Theoretische uitgangspunten & concepten
• Methodes
• Analyses
• Cases

Gebaseerd op
• Specifieke mens- en/of maatschappijvisies
• Specifieke wetenschapsbenaderingen

2 paradigma’s
• Pluralistisch consensusdenken
• Kritisch conflictdenken




1

,BELANGRIJK SCHEMA!! VANBUITEN KENNEN EN KUNNEN UITLEGGEN = GESLAAGD

De stromingen vormen een
reactie op elkaar, proberen
elkaars blinde vlekken in te
vullen, enz.


Positivisme = bepaalde visie op
wetenschap. Het idee dat je
alles in de samenleving kan
verklaren aan de hand van
wetenschappelijk onderzoek. Je
kan alles terugbrengen tot
variabelen die je kan meten.

Actuele mediafenomenen

= Effectstudies

Continue afweging tussen een sterke of beperkte impact van
media.




= Media & nationale identiteit

Media vertellen ons vaak wat onze identiteit is, of de
identiteit van anderen. Zie ook sportevenementen: Tour de
France, WK, EK, Olympische Spelen etc.




= Alternatieve media

De journalist doet aan mediakritiek. Hij schrijft voor
magazine MO dat zich profileert als een alternatief medium.
Wanneer kunnen we spreken van alternatieve media? Aan
welke criteria moeten ze voldoen?
(Stampmedia komt langs in de les)




2

, = Fictie

De huidige kwaliteitsfictie kan ons veel leren.




= Politieke economie
= Culturele mediastudies

Maar ook: geweld in het Midden-Oosten

= Satire

Ook mediakritiek, maar het verschil met alternatieve media zit
hem in de bron. Dit wordt uitgezonden op tv of dus de
commerciële media en niet op een alternatieve website.




Zie ook controverse over column van
Herman Brusselmans
Of studentenprotesten tegen Israëlische
acties in Gaza en verder

2. ALGEMENE SITUERING: MAATSCHAPPELIJKE ROL VAN MEDIA EN COMMUNICATIE IN
DEMOCRATISCHE SAMENLEVINGEN
Iedereen die uitspraken doet over media – jijzelf, je vrienden, mediamakers en politici, en dus ook
mediaonderzoekers – vertrekt van een bepaalde visie op de maatschappelijke rol van media, dus
op hoe media werken, of hoe ze zouden moeten werken. Doorheen de lessenreeks maken we een
reeks bestaande visies expliciet en werken deze in detail uit. Deze visies over de media noemen we
stromingen.

Deze les: hulpmiddelen om stromingen van elkaar te kunnen onderscheiden
• In de vorm van spanningsvelden: hoe kunnen we verschillende stromingen op
basis van specifieke aspecten onderscheiden? Door hen thuis te brengen op een
as van tegenstellingen. Spanningsvelden zijn gebaseerd op tegengestelde
mens- en/of maatschappijvisies. Zo komen we tot 2 paradigma’s.
• Wat is kritisch mediaonderzoek? Wanneer kunnen we spreken van
maatschappelijk engagement bij mediaonderzoek? Wanneer kunnen we spreken
van kritische mediastromingen? Wat is kritisch denken?


3

,Wat is de visie op maatschappelijke rol van media? Of: Welke rol
spelen media in het democratische proces? Anders verwoord:
wat zijn de gevolgen van een commercieel mediasysteem?

Deze figuur geldt niet overal ter wereld.



SPANNINGSVELDEN – 2 PARADIGMA’S
Elke uitspraak over media, elk mediaonderzoek en dus elke stroming, vertrekt vanuit bepaalde ideeën
over mens, media en maatschappij. De spanningsvelden (of ook wel de antwoorden op de vragen op p.1)
helpen ons om de veronderstellingen over mens, media en maatschappij, van waaruit een bepaalde visie
of stroming vertrekt, bloot te leggen en te herkennen. We gaan de stromingen dus onderscheiden op basis
van hun mens- en maatschappijbeeld. Deze tegengestelde mensbeelden en maatschappijvisies
benoemen we als spanningsvelden die je kan visualiseren op een as van tegenstellingen.

Essentieel is dat deze spanningsvelden niet het resultaat maar het startpunt vormen
van wetenschappelijk onderzoek: het is vanuit een bepaalde mens- of
maatschappijvisie dat onderzoeksvragen hun vorm krijgen, waarop vervolgens via
wetenschappelijk onderzoek een antwoord wordt gezocht. We onderscheiden zeven
spanningsvelden die uiteindelijk uitmonden in twee paradigma’s waarbij we alles
samenbrengen en die elk gebaseerd zijn op een andere wetenschapsbenadering:
pluralistisch consensusdenken (functionalisme) vs. kritisch conflictdenken.

1. OBJECT VS. SUBJECT

Beschouw je een gebruiker als een object of subject in het communicatieproces?
Hebben media een sterke of beperkte invloed op gebruikers?
® Tegenstelling in mensvisie

• Object: mens is passief, ontvanger, consument, afhankelijk en beïnvloedbaar
o Vooral de vraag: wat doen media met mensen?
o Het is een visie die heel sterk voorkomt in onze samenleving
• Subject: mens is actief, zender, producent, onafhankelijk
o Vooral de vraag: wat doen mensen met media?
o We starten vanuit onze eigen ideeën

Impact media: historische verschuivingen (afwisselend objectvisie en subjectvisie)
• Opkomst nieuwe media: verschuivingen hangen samen met het reflecteren over
hun potentiële impact op machtsverhoudingen in een samenleving. Elites vs.
verzet: de objectvisie domineert wanneer gevestigde elites zich zorgen maken
over de impact van nieuwe media op bestaande machtsverhoudingen. In dat
geval vertrekken zij van een veronderstelde sterke invloed op gebruikers (bv.
ontstaan schrift, sociale media en recenter ook fake news). Tegelijk blijkt hoe
nieuwe media over het algemeen worden verwelkomd door andere groepen dan
elites (bv. ontstaan van de openbare omroep was ingebed in een maatschappelijk
project van ‘volksverheZing’ en het internet werd in eerste instantie door de
andersglobaliseringsbeweging verwelkomd als een platform om informatie uit te


4

, wisselen, contacten te leggen en acties te organiseren buiten de kanalen van
commerciële massamedia). Met andere woorden, nieuwe media werden
doorheen de geschiedenis vaak als democratiseringsprojecten ingezet.
• Vandaag: ‘populistisch moment’: onbepaaldheid over wat vandaag de
heersende conventies zijn. Er vinden allerlei fundamentele verschuivingen
plaats die nog geen nieuwe, vaste vorm hebben aangenomen en als gevolg staan
verschillende groepen tegenover elkaar. De maatschappijkritiek komt niet enkel
meer van onderuit (verzet) maar ook van radicaal rechts (die bv. progressieve
vooruitgang proberen te counteren door te spreken van ‘wokeness’ en
‘cancelcultuur’) ® er vindt een ideologische strijd plaats die nog niet is beslecht.

2. MAATSCHAPPIJCENTRISCH VS. MEDIACENTRISCH

Vertrek je vanuit een maatschappij- of mediacentrische visie wat betreft de relatie
tussen media en maatschappelijke verandering?
Veranderen media de samenleving of verandert de samenleving media?
® Richting van maatschappelijke verandering

• Mediacentrisch: media als oorzaak, motor of startpunt. Het zal maatschappelijke
veranderingen of problemen verklaren door de rol van media centraal te stellen.
Er wordt veel aandacht gegeven aan de impact van technologieën.
o Bv. de propaganda v/d nazi’s zorgde ervoor dat ze zoveel succes hadden
o Bv. aggressieve games zijn de oorzaak van geweld bij jongeren
o Bv. Trump is aan de macht gekomen door het succes van de term ‘fake
news’ die hij introduceerde
o Bv. het is de verantwoordelijkheid van het internet dat we vandaag in een
informatiemaatschappij of ‘global village’ leven
• Maatschappijcentrisch: media als gevolg, weerspiegeling of eindpunt. Het zal
maatschappelijke veranderingen of problemen verklaren door de organisatie van
de samenleving centraal te stellen en de rol van media relativeren want ze zijn
een product van de samenleving waarin ze functioneren. Het is de samenleving
die je kritisch moet bekijken.
o Bv. propaganda kon alleen ontstaan door samenleving die ernaar snakte
o Bv. sociale achtergrond (kansarmoede, werkloosheid) zorgt voor meer
geweld bij jongeren
o Bv. meritocratie en veel sterkere ongelijkheid heeft ervoor gezorgd dat
mensen snakken naar een leiderschapsfiguur als Trump
o Bv. het internet heeft zich kunnen ontplooien dankzij een open,
democratische samenleving die vrijheid van meningsuiting toelaat

Rol nieuwe technologieën bij sociale veranderingen en opiniediversiteit
• Technologisch determinisme = mediacentrisch denken. Het vertrekt vanuit de
veronderstelling dat nieuwe technologie op een onafhankelijke manier allerlei
veranderingen tot gevolg heeft in de sociale structuur en culturele diversiteit van
een samenleving (ó maatschappijcentrisch: veranderingen in de sociale
structuur van een samenleving hebben nieuwe technologieën tot gevolg die op
hun beurt leiden tot een andere diversiteit).


5

, • Beeldvorming en politieke krachtsverhoudingen
o Een mediacentrische visie: zal de nadruk leggen op de invloed van een
bepaalde beeldvorming door/in media op wijzigingen in politieke
voorkeuren bij peilingen of verkiezingen.
Bv. Bart de Wever die deelneemt aan De Slimste Mens ter Wereld
Bv. de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn een mediastrijd tussen de
Democratische en Republikeinse presidentskandidaten
o Een maatschappijcentrische visie: heeft eerder aandacht voor hoe
bestaande krachtsverhoudingen een bepaalde beeldvorming tot gevolg
hebben, die als dusdanig een weerspiegeling ervan vormt.
Bv. de openbare omroep verdeelt de preektijd per politieke partij volgens
de grootte van de parlementaire fracties
Bv. de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn een valse keuze tussen
twee establishment kandidaten (andere ideeën worden uitgesloten)

3. CENTRIFUGAAL VS. CENTRIPETAAL

Vertrek je vanuit een centrifugale of centripetale visie op de relatie tussen media en
maatschappelijke integratie?
Hebben media een verbindend of isolerend effect op individuen en groepen?
® Richting van maatschappelijke integratie

• Centrifugaal: media leiden tot sociale verandering, vrijheid, diversiteit,
pluralisme, individualisme, fragmentatie.
o Alles beweegt weg van een centraal punt (minder van hetzelfde)
o Media verzwakken het niveau van sociale controle en conformiteit
o Bv. media dragen bij aan de vorming van diverse groepen en identiteiten
gebaseerd op etnische achtergrond
o Bv. sociale media: iedereen kan posten wat die wilt dus er is veel
diversiteit en filterbubbels leiden tot meer fragmentatie

• Centripetaal: media leiden tot sociale verbondenheid, cohesie, integratie,
orde, eenheidsdenken, zwijgspiraal (= je gaat afleiden of het wel verstandig is je
eigen mening te verkondigen door te kijken naar hoeveel die mening wordt
vertegenwoordigd in de media; niet-dominante meningen worden hierdoor nog
minder verkondigd).
o Alles beweegt naar een centraal punt (meer van hetzelfde)
o Media versterken het niveau van sociale controle en conformiteit
o Bv. media verhinderen de vorming van diverse groepen en identiteiten
door dominante groepen en identiteiten voorop te stellen
o Bv. sociale media: filterbubbels leiden ook tot eenheidsdenken

Verschillende waardering afhankelijk van iemand perspectief en preferentie
• Bv. de gewenste sociale controle van de ene persoon betekent voor de andere
een beperking van vrijheid
• Bv. het gewenste individualisme van de ene persoon betekent voor de andere een
vorm van isolatie


6

,Is er een verschil tussen de feitelijke en wenselijke functies van media?

• Nee: optimistische visie. Als je
vertrekt vanuit een optimistische
visie, dan maak je een positieve
analyse van de staat van het
medialandschap vandaag (er is
geen verschil tussen de feitelijke en
wenselijke functie van media).
• Ja: pessimistische visie. Als je
vertrekt van een pessimistische
visie, dan wordt niet enkel een
negatieve analyse gemaakt van het
huidige medialandschap, maar is
die analyse ook gebaseerd op een duidelijk idee over hoe het beter kan (je hebt
een bepaald ideaalbeeld van de media en de media voldoen daar niet aan). Bv.
wanneer je vindt dat media tot normvervaging en identiteitsverlies aanzetten, dan
vertrek je vanuit een ideaalbeeld van media als middel tot integratie en solidariteit
(® meer Nederlandstalige muziek op de radio). Vind je dat media vooral
dominantie en uniformiteit tot gevolg hebben, dan is je ideaalbeeld er wellicht
één van vrijheid en diversiteit (® meer kleur op televisie of in de redactie).

Bv. optimistisch centripetaal: alternatieve media (bv. marokkaanse gemeenschap die
een radiostation opricht)

4. OBJECTIVISME VS. SUBJECTIVISME

Vertrek je vanuit een objectivistische of subjectivistische visie op media en
samenleving?
Leiden mediastructuren de mediagebruikers of leiden de gebruikers de structuren?
® Maatschappijvisie: structuur vs. individu/actie (structure vs. agency)

• Objectivisme: structuur. Structurele eigenschappen van een maatschappij
primeren op de activiteiten van het individu die ondergeschikt zijn, ze zijn altijd
sterker dan het individu.
o Bv. mediafenomenen verklaren vanuit de institutionele, structurele
kenmerken van de mediamarkt
o Bv. nieuwe trends worden gecreëerd door media- of reclamebedrijven
o Bv. de advertentiemarkt bepaalt wat we op televisie te zien krijgen of in de
krant te lezen krijgen

• Subjectivisme: actie. Individu staat centraal én (herkent, begrijpt en) beïnvloedt
de structuren van een maatschappij. Het individu is sterker dan de structuur, het
is in staat om het te begrijpen en het te veranderen (liberalisme en marktdenken:
de individuele consument moet centraal gezet worden in onderzoek).
Bv. de consument bepaalt de trends



7

, o Bv. mediafenomenen verklaren vanuit de individuele wensen en behoeften
van mediagebruikers
o Bv. nieuwe trends worden gecreëerd door consumenten zelf via de wet
van vraag en aanbod (de industrie past zich aan aan de vraag)
o Bv. de consumenten zelf bepalen wat we op televisie te zien krijgen of in
de krant te lezen krijgen via de wet van vraag en aanbod

Eenmaal we objectivistisch denken (structurele eigenschappen primeren), dan is de
volgende vraag hoe we die structurele eigenschappen kunnen veranderen. Het
volgende spanningsveld geeft hier een antwoord op...

5. MATERIALISME VS. CULTURALISME

Veranderen mediastructuren enkel via wijzigende economische praktijken of ook
via culturele praktijken?
® Maatschappelijke verandering

• Materialisme: maatschappelijke verhoudingen wijzigen enkel bij veranderingen in
de structurele eigenschappen in de samenleving (kapot maken of overnemen),
bv. eigendomsverhoudingen in mediamarkt die veranderen.
o Onderbouw: de institutionele structuur van een samenleving, met nadruk
op het economische systeem en de eigendomsverhoudingen
o Marx: het kapitalisme, de economie bepaalt alles
Onderbouw, economie ® bovenbouw, familie, onderwijs
o Bv. alternatieve media: burgers en sociale bewegingen richten zelf media
op en houden deze onder controle
• Culturalisme: maatschappelijke veranderingen zijn ook mogelijk door middel van
wijzigende sociale praktijken, bv. verspreiding van alternatieve symbolen,
ideeën en identiteiten via media.
o Bovenbouw: politieke, culturele en sociale aspecten
o Gramsci: ideeën op zich kunnen de samenleving ook veranderen
Bovenbouw, familie, onderwijs ® onderbouw, economie
o Bv. satire en fictie: macht en uitsluiting worden bevraagd en bekritiseerd
via alternatieve sociale praktijken

Media, macht en ongelijkheid: deze eerste vijf spanningsvelden laten ons toe om enkele
combinaties te maken, die uitmonden in twee paradigma’s...

6. PLURALISTISCHE MEDIA VS. DOMINANTE MEDIA

Vertrek je vanuit een visie op media als pluralistisch of dominant?
Bieden media diverse visies op vraag van de consument? Of herhalen zij eenzijdige
visies op basis van heersende waarden en belangen?

® Mediamacht = snel en uitgebreid informeren, aantrekken en sturen van publieke
aandacht, overtuigen op vlak van opinies, vormgeven van realiteitsdefinities,
beïnvloeden van gedrag en het verlenen van status en legitimiteit.


8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoniemUA. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.59
  • (0)
Add to cart
Added