Dit is een zeer uitgebreide samenvatting van het vak 'algemene psychologie' gebaseerd op de slides en mijn eigen lesnotities. Aangevuld met veel beeldmateriaal ter verduidelijking. Hier en daar aangevuld met handboek waar nodig.
• Afkorting: Griekse letter psi
• Etymologisch
o Psychè (gr.) = levensadem, ziel, geest
logos = woord, verklaring, rede, leer, gebied van studie
Psychologie = een breed veld, met vele specialismen, in wezen de wetenschap van gedrag en
geestelijke processen
Basisgebieden:
• Ontwikkelingspsychologie: studie van het gedrag in de verschillende levensfasen van de
mens
• Persoonlijkheidspsychologie: bestudeert de mens als individu, in datgene waarin zij
verschillen van anderen
o Andere term: differentiële psychologie
• Cognitieve psychologie: studie van de afzonderlijke psychische functies en processen
o Andere namen: algemene of experimentele psychologie, functieleer
• Sociale psychologie: studie van het gedrag van mensen in relatie tot anderen en hun
omgeving
• Biologische psychologie: studie van het gedrag van mensen uitgaande van principes uit de
biologie
o Andere namen: biopsychologie of psychobiologie
• Methodenleer: studie van de onderzoeksmethoden van het empirisch onderzoek (van het
menselijk gedrag)
o Andere naam: methodologie
1.2 ZES BELANGRIJKSTE PERSPECTIEVEN PSYCHOLOGIE
Moderne psychologie:
• (Griekse) filosofische wortels: Socrates, Plato, Aristoteles speculeerden over bewustzijn en
gekte, emoties kunnen denken verstoren en onze waarnemingen zijn slechts interpretaties
• Azië: yoga en boeddhisme volgers verkenden het bewustzijn en probeerden dat via meditatie
te beheersen
• Afrika: andere verklaringen voor persoonlijkheid en psychische stoornissen (sjamanen
ontwikkelden ‘behandelingen’)
• Middeleeuws Europa: rooms-katholieke kerk, menselijke geest = mysterie (dus geen
onderzoek)
1
, • Pas na enkele eeuwen radicaal nieuwe ideeën over geest en gedrag
1.2.1 SCHEIDING VAN LICHAAM EN GEEST EN HET BIOLOGISCHE PERSPECTIEF
R. Descartes (17de E):
• Scheiding tussen spirituele geest en fysieke lichaam
• Rationalisme: denken is enige middel om aan wetenschap en filosofie te doen
o Zintuigen kunnen je misleiden (dromen, optische illusies…)
o Absolute zekerheid bestaat niet
o Elke gedachte bewijst dat hij bestaat → ik denk dus ik ben = enige zekerheid
o Door geest & lichaam te scheiden kunnen we wel aan onderzoek doen
• Empirisme: waarnemingen, ervaringen en experimenten = enige ware bronnen van
kennis
o Kritiek op rationalisme
o Francis Bacon: “denken vertroebelt de waarneming’
o John Locke: mens is bij geboorte een tabula rasa (onbeschreven blad)
Moderne biologische perspectief
• Lichaam en geest opnieuw samengevoegd
• Geest = product van hersenen
• Oorzaken van gedrag worden in zenuwstelsel, endocriene stelsel en de genen gezocht
Twee variaties:
• Neurowetenschap
• Evolutionaire psychologie (Charles Darwin natuurlijke selectie)
1.2.2 BEGIN WETENSCHAPPELIJKE PSYCHOLOGIE & MODERNE COGNITIEVE PERSPECTIEF
W. Wundt (1832-1920):
• Op zoek naar bouwstenen van het denken: structuralisme; cfr. periodiek systeem uit
scheikunde
• 1879: 1ste psychologische labo
• Via methode van de introspectie
o Via proefjes met lichtjes en geluidjes
2
, o Vroeg aan deelnemer wat hij ervan vond → deze manier van onderzoek: introspectie
→ niet betrouwbaar (moeilijk om heel correct weer te geven wat er binnen jezelf
afspeelt)
• Wundt: heel belangrijk voor begin van psychologie en heeft geleid tot functionalisme
• Kritiek: introspectie is subjectief, variabel tussen observatoren, vaak retrospectie
• Gestalts reactie: ‘Het geheel, niet de delen’
o Gestaltpsychologen: geheel is veel meer dan de som van de delen (gestalt = geheel)
• W. James: functionalisme, psychische processen kunnen het beste begrepen worden in het
licht van hun adaptieve nut en functie
o Belang van psychologische processen (vb. waarom is aandacht belangrijk? Wat is het nut
van dit proces?) → functionalisme (algemene psychologie bevindt zich hieronder)
• Ontwikkeling van computer → moderne cognitieve psychologie
• Nadruk op mentale processen zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van
informatieverwerking (brain-imaging)
1.2.3 BEHAVIORISTISCH PERSPECTIEF: NADRUK OP WAARNEEMBAAR GEDRAG
J. B. Watson (1878-1958):
• Formele start van behaviorisme met boek “Psychology from the standpoint of a behaviorist”
(1919)
• Enkel waarneembaar gedrag bestuderen, is de enige empirische methode om psychologie te
bestuderen
• Maakt geen onderscheid tussen mens en dier bij de bestudering van gedrag
• Menselijk gedrag wordt volledig gestuurd door externe stimuli
o Fobie is niet aangeboren (als er iets angstig gekoppeld wordt aan iets waar je geen
bang van hebt, zorgt dit ervoor dat je voor het andere ook bang krijgt)
→ conditionering is heel krachtig leermiddel: bepaalt hoe wij reageren op omgeving
• Omstreden uitspraken en experimenten (veel experimenten op ratten zijn gegeneraliseerd
naar mensen)
B. F. Skinner (1904-1990):
• Veel gedrag is aangeleerd
• Operante conditionering: proeven met duiven en ratten
• Vele nieuwe begrippen en technieken: Skinner-box, reinforcement, schedules, shaping, …
(komen later nog aan bod)
• Bekrachtiging werkt om je bepaalde dingen te laten blijven doen (als gedrag is aangeleerd is
bekrachtiging niet langer meer nodig)
o (vb. bij op potje leren plassen werkt bekrachtiging goed)
I. Pavlov (1849-1936):
• Fysioloog die de spijsvertering bestudeerde
• ‘Per toeval’ de klassieke conditionering ontdekt
3
, 1.2.4 PERSPECTIEVEN VANUIT DE GEHELE PERSOON
S. Freud (1856-1939):
• Ontwikkeling van een psychodynamische theorie van persoonlijkheid
• Er is meer dan enkel de externe omgeving, het interne (vb. motivaties) speelt ook een
belangrijke rol
• De onbewuste geest (psyche) is een reservoir van energie (dynamica) voor de persoonlijkheid
• Techniek van vrije associatie
• Kritiek: niet toetsbaar aan de feitelijke werkelijkheid (niet falsificeerbaar: niet weerlegbaar,
geen hypothese die je kan weerleggen)
A. Maslow (1908-1970):
• Als reactie op behaviorisme & psychoanalyse
• Menselijke natuur overstijgt de omgeving; cfr. behoeften piramide
• Bewuste processen (en niet onbewuste) vormen het studieobject van de psychologie
• Keuzes die mensen maken zijn belangrijk, moeten we bestuderen (vb. waarom kiest deze
persoon voor deze studierichting?)
• Humanistische psychologie: nadruk op mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de
mens
Oude Grieken: psychologie van karaktertrekken en temperament
• Hippocrates (oudheid: 460-377 v.Chr.)
• Lichaam en geest = 1 eenheid
• Hoeveelheid sappen → persoonlijkheid
o Afhankelijk van hoeveelheid sappen en hoe dit verdeeld is in ons lichaam, zal je
andere persoonlijkheidskenmerken hebben
• Klopt niet, maar zit wel enige grond van waarheid in → genetica (vb. gevoeligheid voor
verslaving)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ranigeers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.