Psychodiagnostiek college
aantekeningen
College 1: introductie
Voor het diagnostisch intakegesprek: inzage in dossier. Ja of nee beide kanten; conformation bias
vs. open blik. Iemand niet nog een keer alles laten verstellen.
Bij trauma vaker wel starten met behandeling omdat die klachten ook diagnostiek kunnen
vertroebelen. Ook wanneer basis-ggz en duidelijke hulpvraag, diagnostiek niet altijd noodzakelijk
voorafgaand.
Je kunt niet om DSM classificatie heen maar beschrijvende diagnose zegt meer; hoe je ze in
samenhang ziet met andere zaken etc.
Diagnostisch intakegesprek: geen drinken aanbieden zodat de client zich er niet achter kan
schuilen. Geen hete dranken. Kan wel drinken aanbieden vanwege de spanning die client in de
weg kan staan.
In diagnostiek gesprek vaker afstand dan behandel traject. Overweging tutoyeren of niet
Literatuur college 1
Wright: intro
The hypothesis testing model
Psychologische assessments bieden een overzicht van iemands cognitieve, emotionele, gedrags- en
psychologische sterktes, zwaktes en kwetsbaarheden, tekortkomingen en hulpbronnen. Het biedt een
dynamisch overzicht van iemands innerlijke werking wat informatie oplevert voor diagnose, mogelijke
interventies en prognose. Psychologische assessments worden hierbij gezien als hulpmiddel voor het
beantwoorden van allerlei hulpvragen, en het geven van aanbevelingen om iemands leven te
verbeteren. Het leveren van aanbevelingen moet niet vergeten worden, naast diagnose en prognose
stellen, doordat men bij een assessment altijd moet kijken naar wat men eigenlijk wil meten/bereiken
middels een assessment (dus: wat is nuttig om te meten m.b.t. de hulpvraag die vaak gericht is op
een vooruitgang - aanbeveling). Het belang van psychologische assessment ligt in de fundamentele
assumpties dat er bepaalde aspecten van ieders functioneren zijn, waar we zelf niet van bewust
willen/kunnen zijn. Middels de stappen van de assessment probeert de psycholoog een accuraat
beeld te krijgen van iemands huidige (emotionele, cognitieve, etc.) functioneren. Oordelen over
iemands verleden of toekomst gebeurd altijd o.b.v. een voorspelling (bijvoorbeeld een prognose),
hierdoor zal deze niet altijd 100% kloppen. Daarnaast zijn er ook voor het meten van het huidige
functioneren van de client geen “perfecte” tests. Er is geen test met perfecte betrouwbaarheid of
validiteit, en vaak hebben tests bepaalde biases of “blind spots”. Hierdoor moet men altijd kritisch
kijken naar de behaalde testresultaten in het definitieve assessment rapport. Het hypothesis testing
model gebruikt de goede kanten van iedere individuele test, waarbij het ervan uitgaat dat er bij elke
meting een bepaalde meetfout zit.
Het proces van een psychologische assessment bestaat uit 6 verschillende stappen:
1. Afnemen van een Klinisch/Diagnostisch Interview
Klinische assessment is een combinatie van informatie uit dit gesprek en mogelijke achtergrond
informatie / andere bronnen vormen van een hypothese. Heeft 2 doelen:
, o Bepalen van de beperkingen in het functioneren: De meeste assessments worden uitgevoerd
doordat men een bepaalde beperking in functioneren verwacht o.b.v. een bepaald probleem
of gedrag dat men in het dagelijks leven ervaart. Deze problemen kunnen door de client zelf
ervaart worden, maar kunnen ook door een verwijzer bezien zijn (bijv. dokter of ouders).
Sommige problemen zijn overduidelijk (hulpvraag), maar vaak zijn de beperkingen in
functioneren meer subtiel te zien in iemands dagelijks leven. Deze beperkingen worden vaak
wel met een assessment gemeten en opgemerkt. Soms komt het voor dat iemand voor een
assessment komt, zonder een echt probleem, maar meer om “meer over zichzelf te leren” of
“nog beter te worden”. Hoewel iemand geen echte beperkingen hoeft te hebben, heeft ieder
wel verbeterpunten in bepaalde functies. Een assessment is dus altijd niet alleen gericht op
wat slecht gaat, maar ook wat goed gaat in iemands leven en waar z’n sterke punten liggen.
o Generen van hypotheses: Hierbij is kennis van psychodiagnostiek en belangrijke theorien
over gedrag (ongeacht iemands theoretische oriëntatie) belangrijk. Op basis van de klinische
assessment kan men komen met een lijst van mogelijke oorzaken (gezien de kennis die men
heeft over menselijke functioneren), kan men iets zeggen over de dynamiek van het
probleem, en kijken of er mogelijk nog andere problemen mee verbonden zijn.
2. Een test-batterij kiezen
Op basis van de hypotheses wordt gekeken naar geschikte testen. Gekeken naar psychometrische
kenmerken van de test: wat ze meten en hoe ze dit meten. Hierbij moet meerdere tests
gebruiken (die hetzelfde construct meten) om een hypothese te testen. Deze resultaten kunnen
dan samengevoegd worden bij de informatie uit het interview en de observaties, om zo een
bepaalde hypothese aan te nemen of te verwerpen.
3. Afnemen, coderen, scoren en interpreteren van de testresultaten
Aangezien geen test perfect, is het beter om teveel, dan om te weinig tests af te nemen.
Natuurlijk brengt dit logistieke problemen met zich mee (tijd en geld), maar het is belangrijk om
met “zekerheid” een bepaalde conclusie te kunnen trekken m.b.t. de hypothese. Als men een
test-batterij heeft gekozen, kan men deze gaan afnemen, scoren en interpreteren. Het is
belangrijk dat dit goed gebeurd, doordat dit mogelijk de meest belangrijke stappen in het hele
assessment proces zijn. Men moet dus zorgvuldig zijn in het afnemen van de test en het scoren
ervan, zodat dit op de gestandaardizeerde manier gebeurd (zodat deze met de norm-scores te
vergelijken zijn). Ook de interpretatie van de scores is gebaseerd op de competentie van de
onderzoeker, de ethische implicaties van de assessment en de bruikbaarheid van het definitieve
rapport. Hierbij is het belangrijk de limitaties en beperkingen van elke test te kennen, zondat men
aan iedere score de passende zwaarte kan geven m.b.t. de intepretatie ervan.
4. Integreren en conceptueren van alle informatie (tests, interview, observaties, etc.)
In deze “mystieke” stap moeten allen data die tot nu toe verzameld zijn bij elkaar komen tot een
omschrijving van de persoon in kwestie. In het hypothesis testing model wordt deze stap gezien
als een combinatie van test- en observatie-resultaten, waarbij de hypothese wordt aangenomen
of verworpen. Hierbij moet iedere hypothese afzonderlijke zijn getest en onderzocht, en kan men
slecht 1 hypothese met dezelfde data beantwoorden.
Naast het indelen van de data in bepaalde thema’s (behorende bij bepaalde hypotheses), wordt
vervolgens een algeheel beeld van iemand gevormd: zijn sterktes, zwakheden, dynamica, etc.
Hierbij houdt men rekening met de validiteit van de tests. Hierdoor is het mogelijk de persoon
een overzicht te geven van de resultaten (feedback) op een manier die diens
functioneren/problemen kan inzien en begrijpen. Hierdoor zal de persoon in kwestie meer inzicht
krijgen en hierdoor ook mogelijk meer openstaan voor eventuele aanbevelingen (bijv. voor
behandeling) van de onderzoeker.
5. Schrijven van psychologisch assessment rapport
, Balans vinden tussen professionele jargon en voor de cliënt begrijpbare-taal.
Hoewel vaak duidelijk is welke secties er in een rapport aan bod moeten komen, wil de inhoud
van deze secties nog wel eens lastig zijn.
6. Feedback geven aan het individu en de mogelijke verwijzer (dokter, bedrijf, etc.)
Er is nog geen consistent model voor het geven van feedback binnen de klinische praktijk. Toch
zijn er wel algemene punten waar de feedback aan zou moeten voldoen.
o Over het algemeen moet ook de (mondelinge) feedback professioneel, doch begrijpbaar zijn
voor de client. Hierdoor moeten feedback-sessies zowel specifiek op de
hypothese/hulpvraag gericht zijn, als flexibel zijn voor mogelijke vragen van de client. Hierbij
zijn iemands klinische vaardigheden belangrijk, doordat men niet alleen flexibel moet zijn,
maar ook empatiserend, troostend, steunend moet zijn en uitleg moet kunnen geven.
Daarnaast kan het zijn dat de focus van de assessment meer psycho-educatie is, als men nog
weinig verstand heeft van diens diagnose, of het hier eigenlijk niet mee eens is. Een voordeel
van het gebruik maken van het hypothesis testing model is dat het de onderzoeker een
duidelijk en overzichtelijk “verhaal” geeft over de persoon in kwestie, die eventuele
aanbevelingen ondersteunen. Hierbij is het dus van belang dat de onderzochte zowel de
assessment-uitkomst als de eventuele bevelingen geheel begrijpt. Het belangrijkste aspect
van een assessment was namelijk het doen van duidelijk, maar vooral bruikbare
aanbevelingen die een grote kans hebben het functioneren van de client te verbeteren.
Samenvatting
Het hypothesetestmodel van psychologisch onderzoek behandelt elk individueel onderzoek als een
onderzoeksstudie. Door gebruik te maken van een multimethod benadering moet elk assessment
zowel zelfrapportage als andere metingen van het functioneren bevatten. Bovendien moet elk
rapport zowel cognitieve als persoonlijkheids-emotionele metingen bevatten. Hoewel cognitieve en
persoonlijkheids-emotionele assessments vaak apart worden gepresenteerd (en inderdaad heel
verschillend worden getest), maken ze deel uit van hetzelfde systeem waaruit het functionerende
individu bestaat dat tegenover je in de assessmentkamer zit. Het integreren van de resultaten van
meerdere gevarieerde gegevensbronnen kan ontmoedigend lijken. Echter, door het proces duidelijk
te organiseren, neemt het hypothesetestmodel het mysterie weg van het conceptualiseren van de
dynamiek van een individu op een allesomvattende manier. Het hypothesetestmodel is gebouwd op
een traditioneel testmodel, met duidelijke toevoegingen. Hoewel bijna elke assessmenttheorie een
klinisch interview en het verzamelen van achtergrondgegevens uit meerdere bronnen omvat,
gebruikt elke theorie deze gegevens anders. Het hypothesetestmodel gebruikt de gegevens van het
klinische interview samen met achtergrondinformatie om hypotheses te genereren over wat bijdraagt
aan de beperking in het functioneren van het individu. Deze hypotheses sturen de selectie van een
gerichte batterij tests, waarbij ervoor wordt gezorgd dat alle potentiële dynamieken en diagnoses
worden aangepakt door de geselecteerde tests. Het organiseren van de resultaten genereert een
samenhangend verhaal over wat er met de persoon aan de hand is. Dit verhaal ondersteunt
duidelijke, specifieke, redelijke en bruikbare aanbevelingen om het functioneren van de persoon te
verbeteren. Zoals bij elk onderzoek, moet er bewijs verzameld worden om conclusies te
ondersteunen. En zoals het doel is van elke klinische interactie, moeten feedback en aanbevelingen
op een duidelijke, empathische en ondersteunende manier worden gepresenteerd.
, Wright H1: clinical interview and hypothesis building
De eerste focus van de hypotheses testing model of psychological assemsent is het opstellen van
hypotheses, waarbij de eerste bron het klinisch interview is. Het doel van assessment is om te
identificeren wat voor beperkingen in het functioneren van de persoon kunnen veroorzaken (en om
aanbevelingen te doen om hieraan te werken). De eerste stap is bepalen op welke vragen er
antwoorden gewenst zijn. Hierin moet een psycholoog duidelijk zijn over wat hij wel of niet kan
beantwoorden door assesment. Ook consent vragen aan client en soms ouders. Vb vraag veranderen:
ADHD of niet? (wat bij een nee geen stappen verder biedt) Wat is onderliggend aan de aandacht
problemen?
Een manier om delen van een klinisch interview te structureren is door gebruik te maken van een
trechtermethode. Deze structuur maakt eerst gebruik van brede, open vragen, gevolgd door meer en
meer specifieke vragen als dat nodig is.
Klinisch interview heeft 3 onderdelen:
1. Presenting problem and its history = Het huidige probleem heeft betrekking op problemen die de
reden vormen voor de assessment en de geschiedenis van deze problemen.
Wanneer is het probleem begonnen, wat was de aanleiding, continu of met tussenpozen,
wanneer en hoe is het verergerd of verbeterd, de tijd sinds het begin van de worsteling,
eerdere beoordelingen.
Bevat assessment of gevaar voor zelf en anderen
2. Symptomatic (biopsycholigical) evaluation = Inzicht in de werkelijke inhoud van het probleem:
symptomatische en medische kenmerken, symptomen gerelateerd aan verschillende
psychiatrische diagnoses, familiegeschiedenis, medische geschiedenis, middelenmisbruik.
Developmental history = Crossover tussen symptomatische evaluatie en psychosociale
evaluatie. Fysiologische, omgevings- en interpersoonlijke componenten. Vroege
ontwikkelingsomgeving, zwangerschap, babytijd, kindertijd, ontwikkelingsmijlpalen,
gedragsproblemen in de kindertijd, trauma's.
Psychiatric history = Informatie over eerdere ziekenhuisopnames, schade, psychotrope
medicatie, eerdere behandelingen.
Substance use = Type middel, begin van gebruik, duur en duur van gebruik, hoeveelheid
gebruik, behandelingen voor gebruik, houding ten opzichte van gebruik en stoppen met
gebruiken
Medical history = Huidige en vroegere medische status, ernstige ziekte, hoe lang medicijnen
gebruikt, waarvoor voorgeschreven, veranderingen in dosering, temporele relaties tussen
veranderingen in medische geschiedenis en veranderingen in het huidige probleem en
symptomatologie.
Family medical and psychiatric history = Erfelijkheid van zowel medische als psychiatrische
ziekten. Bespreek ook mogelijke niet-gediagnosticeerde ziekten bij familieleden.
3. Psychosocial evaluation = Onderzoekt de context van de individuele wereld, met intrapsychische
en interpersoonlijke eisen. Symptomen manifesteren zich binnen een grotere context van relatie
met anderen.
Family history = Huidige en vroegere familiestructuur, beschrijving van relatie, belangrijke
geschiedenis binnen familie
Educational and vocational history = Hoogst voltooide schoolniveau, algemeen functioneren
op school, educatieve aspiraties, academische problemen, beroepsmatig functioneren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PaulineWolfs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.35. You're not tied to anything after your purchase.