Samenvatting histopathologie (revalidatiewetenschappen en kinesitherapie)
2 views 0 purchase
Course
Histopathologie
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Deze samenvatting omvat het van '"histopathologie", gegeven in het 1e jaar revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. (ik behaalde voor dit vak een 14/20)
Dit document is een beknopte samenvatting, die toch alle info bevat vervoegd met verduidelijkende afbeeldingen.
Veel succes!!
Histopathologie
1. basisbegrippen en nomenclatuur
1.2. definities en algemene begrippen
- neoplasie = ‘nieuwe groei’
- tumor: w vroeger gebruikt vr zwelling dr inflammatie, nog bij enkel al synoniem v neoplasie (‘zwelling’ vs ‘gezwel’)
- moleculaire definitie v ‘tumor’: letsel bestaande uit clonale proliferatie (= vermeerdering) v cellen dr mutaties. Clonaal: tumorcellen ontstaan uit 1
gemeenschappelijke voorloper(precursor)-cel. Mutaties geven ad tumorcellen overlevings- en groeivoordeel
-> resulterend ie excessieve proliferatie onafh v externe groeistimuli
- bijna alle tumoren hbn 2 basiscomponenten:
- clonale neoplastische cellen (parenchym vd tumor)
- reactief tumorstroma; bestaat uit bindweefsel met fibroblasten, bloedvaten en cellen vh immuunsysteem, zoals lymfocyten, macrofagen…
- classificatie en naamgeving (nomenclatuur) v tumoren is gebaseerd op clonale component (tumorparenchym), maar stromacomponent speelt rol
bij groei v tumoren en verspreiding v tumorcellen.
- reactieve stroma k mineure component zijn v tumor of belangrijke component. Als tumorcellen grote hlvhd stroma induceren dat lijkt op celarm
bindweefsel rijk a collageenvezels, noemen we dat desmoplasmatische stromareactie
- afbeeldingen tumorstroma: zie boek pagina 7
- basisindeling v tumoren:
- benigne (goedaardige) tumoren:
- macro- en microscopisch geen evidentie vr agressieve groei: gn invasie of destructie v weefsels of organen in buurt tumor
- blijft lokaal, gn spreiding nr andere anatomische lokalisaties
- therapie; chirurgie
- maligne (kwaadaardige) tumor;
- toont lokaal invasie en destructie v nabijgelegen structuren
- spreiding nr andere organen mogelijk (metastase)
- ‘kanker’ w gebruikt vr maligne tumoren, mr prognose nt altijd slecht. Goede tumoren knn wel veel morbiditeit (= ziekte) veroorzaken, bv als ze op
plaats liggen wr ze moeilijk verwijderd knn worden bv hersenen
1.3 naamgeving v tumoren
- vr naamgeving gelden 2 basisprincipes:
- 1e criterium: obv het te verwachten klinische gedrag: benigne – maligne
- 2e criterium: obvh weefsel waaruit tumor is ontstaan of obvh weefsel dat dr tumor w nagebootst
- verschil tss epitheel en steunweefsel essentieel vr naamgeving tumoren:
- huid en alle slijmvliezen w afgelijnd dr epitheel, epitheel dat huid bedekt = epiderm. Volledige darmkanaal w afgelijnd dr epitheel.
- klierstructuren i borst, prostaat, pancreas & speekselklieren w afgelijnd dr epitheel. Nieren & lever bestaan vr belangrijk deel uit
…………. epitheel
- epithelen vormen dun laagje cellen die beschermen tegen micro-organismen. Epitheelcellen vormen 1(+) lagen cellen en hangenstevig
vast a elkaar dr celjuncties. Ze rusten o basale membraan
- het is belangrijk onderscheid te maken tss meerlagig squameus epitheel = meerlagig plaveiselcelepitheel en eenlagig/klierepitheel
- epiderm vd huid is vb v meerlagig plaveiselcelepitheel (ook slijmvlies mond, keel, strottenhoofd, slokdarm, anus en baarmoederhals
- maag, dunne darm, dikke darm en rectum zijn vbn v slijmvliezen afgelijnd dr eenlagig epitheel (ook klierepitheel)
- maligne tumoren die ontstaan uit epitheel, heten carcinomen
- kwaadaardige tumoren ontstaan uit meerlagig plaveiselepitheel heten plaveiselcelcarcinomen (= squameuze carcinomen)
- maligne tumoren ontstaan uit eenlagig/klierepitheel zijn adenocarcinomen
- goedaardige tumoren ontstaan uit meerlagig plaveiselcelepitheel w squameuze papillomen genoemd
- goedaardige tumoren ontstaan uit eenlagig/klierepitheel zijn adenomen
, - naast epithelen ook bind-, vet-, kraakbeen- en botweefsel, bloedvaten en spierweefsel
-> die weefsel w steunweefsels of mesenchymale weefsels genoemd
-> maligne tumoren die daaruit ontstaan heten sarcomen (zachter dan carcinomen)
1.4 vereenvoudigde indeling van maligne tumoren in het algemeen
- carcinoma
- sarcoma
- melanoma = tumor die uitgaat v melanocyten = steeds maligne!
- mesothelioma = tumor die uitgaat v longvlies (mesotheel) = steeds maligne!
- hematologische maligniteiten:
- leukemie: ontstaat uit witte bloedcellen (of precursoren) = steeds maligne!
- lymfoma: ontstaat uit lymfocyten en vormt vaste tumor = steeds maligne!
- plasmocytoma = ontstaat uit plasmocyten = steeds maligne!
,1..4.1 frequente adenocarcinomen
- prostaatadenocarcinoma
- colonadenocarcinoma
- longadenocarcinoma
- borstadenocarcinoma
1.4.2 plaveiselcelcarcinoma
= squameus carcinoma
- huid, mond, farynx (keel), slokdarm, long (via proces v metaplasie), anus, cervix
1.4.3 vereenvoudigde indeling v leukemieën
- acuut:
- acute lymfoblastenleukemie (ALL)
- acute myeloïde leukemie (AML)
- chronisch
- chronische lymfoblastenleukemie (CLL)
- chronische myeloïde leukemie (CML)
- chronische leukemieën hbn chronisch verloop klinisch en bestaan uit uitgerijpte (gedifferentieerde) cellen; Bij CML zijn dat vooral neutrofiele
granulocyten; bij CLL zij dat mature (kleine) lymfocyten
- acute leukemieën hbn snel klinisch verloop en bestaan uit ongedifferentieerde precursorcellen; AML bestaat vooral uit ongedifferentieerde
(immature) myeloïde precursorcellen (= myeloblasten); ALL bestaat vooral uit lymfoblasten (= voorlopercellen v lymfocyten)
1.4.4 vereenvoudigde indeling v lymfomen
= vaste tumoren die bestaan uit lymfocyten:
- hodgkin-lymfocyten: gekenmerkt dr aanwh typische cel: de Reed-Sternbergcel
- non-Hodgkin-lymfocyten:
- zeer veel types
- B-cel-lymfocyten
- bv. folliculair lymfoma
- bv. Burkitt-lymfoma
- T-cel-lymfocyten
1.5 kenmerken v benigne vs maligne tumoren
1.5.1 differentiatie en anaplasie
- differentiatie = mate wrin neoplastisch parenchym lijkt op overeenkomstige
normale cellen zowel morfologisch als functioneel
- anaplasie = gebrek a differentiatie
- goedaardige tumoren zijn ih algemeen goed gedifferentieerd
- differentiatiegraad: goed/matig/weinig gedifferentieerd (enkel bij maligne tumoren)
- liposarcoma: ---------------------------------------------->
- celrijker dan matuur vetweefsel - lipoma : --->
- celkernen groter
- cellen met meerdere vetvacuolen
FOTO’S PAGINA 13-14-15-16-17!!!
, - verlies aan differentiatie gaat gepaard met:
- celpleomorfisme: tumorcellen variëren in vorm en grootte
- abnormale nucleaire morfologie:
- verstoorde kern/cytoplasma-ratio (tot 1/1 ipv ¼- 1/16)
- hyperchromasie: der kernen kleuren donkerder
- onregelmatige vorm
- onregelmatig verspreid (‘geklonterd’) chromatine
- abnormaal grote nucleolen
- mitosen
- toename v mitotische activiteit: nt specifiek vr maligne tumoren; w ook gezien bij bv regeneratie
- asymmetrische (atypische) en bizarre mitotische figuren
- verlies v polariteit = verstoorde oriëntatie v tumorcellen
- andere:
- centrale ischemische necrose (gebrek a zuurstof): als neovascularisatie (nieuwvorming bloedplaatjes) de tumorgroei nt k volgen
- apoptose
- tumorale reuscellen
FOTO’S PAGINA 20-28!!!
1.5.2 groei
- groeisnelheid tumor afh v fractie tumorcellen die zich delen, verdubbelingstijd v tumorcellen en mate en snelheid wrmee tumorcellen afsterven
- groei tumor afh v mate wrin er overmaat is v celproductie ten opzichte v celverlies
- groeisnelheid tumor bepaalt vr belangrijk deel gevoeligheid vr chemotherapie (zie foto’s p 29 en 30!!!)
1.5.3 invasie (= infiltratie)
- benigne tumoren:
- blijven gelokaliseerd groeien op plaats v ontstaan
- vaak aanwh v fibreus kapsel: enucleatie (het verwijderen v enkel de tumor)
kan vaak volstaan als therapie
- maligne tumoren:
- progressieve infiltratie, invasie en destructie vh omgevende weefsel;
- brede resectie is nodig om vrije marges te verzekeren
Bv maligne tumor: ------------------------------------------>
(zie foto’s p 32 en 33!!!)
1.5.4 metastasering
- metastasen = tumorlokalisaties in discontinuïteit met primaire tumor
- ondubbelzinnigheid kenmerk v maligniteit
- drie ‘pathways’
- lymfatische metastasering: langs lymfevaten nr lymfeklieren
- hematogene metastasering (zie verder): langs bloedvaten nr organen op afstand: vaak longen, lever, bot, hersenen…
- directe ‘seeding’ v lichaamsholten en oppervlakten: peritoneale en pleurale metastasen
1.5.4.1 lymfatische metastasering
- vb: metastase v borstadenocarcinoma nr lymfeklier id oksel --------------->
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannevanthournout. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.