IV: Elementen van het publiekrecht
1. Het staatsrecht
1.1. Algemene kenmerken van de Belgische staatsstructuur
1. De nationale soevereiniteit
2. Een rechtsstaat
3. De scheiding der machten
4. Een representatieve en parlementaire democratie
5. Een erfelijke constitutionele monarchie
6. Een federale staat
7. Een sociale welvaartsstaat en duurzame staat
2. De federale Staat
3. De gemeenschappen en gewesten
4. De inwoners
5. De rechten en vrijheden
2. Het bestuursrecht
3. Het gerechtelijk recht
4. Het strafrecht en strafprocesrecht
5. Het fiscaal recht
6. Het internationaal publiekrecht
1.1. Algemene kenmerken van de Belgische staatsstructuur
▪ 1.1.1. Nationale soevereiniteit
• art. 33 Gw.: “Alle machten gaan uit van de Natie. Zij worden uitgeoefend op de wijze bij
de Grondwet bepaald.”
• geen van de gestelde machten is soeverein
- allen aan grondwet onderworpen (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke)
• soevereiniteitsoverdracht in internationale context
- art. 34 Gw.: “De uitoefening van bepaalde machten kan door een verdrag of door een
wet worden opgedragen aan volkenrechtelijke instellingen.”
▪ 1.1.2. Rechtsstaat
• beperkingen
- Bevoegdheidsbeperkingen
▪ horizontale scheiding der machten
▪ verticale verdeling van bevoegdheden
- Grondrechten
▪ Grondwet
- sociale grondrechten en klassieke liberale vrijheidsrechten
▪ internationale verdragen
- mensenrechtenverdragen
▪ 1.1.3. Scheiding der machten
• MONTESQUIEU: « Tout homme qui a du pouvoir, est porté a en abuser. »
- gevaar van machtsconcentratie in één hand
• Trias politica
- geen strikte scheiding, maar checks and balances
- staatsmachten controleren elkaar
1
, - Samenwerking
▪ totstandkoming wetgeving (parlement en regering-
▪ strafvordering en uitvoeringhorizontale scheiding der machten (uitvoerende en
rechterlijke macht)
- controle
▪ parlementaire meerderheid (controle opportuniteit)
- regering moet over meerderheid beschikken in parlement
▪ artikel 159 Gw. (controle legaliteit)
- rechterlijke controle op uitvoerende macht
▪ Rekenhof
- externe controle op begrotings- boekhoudkundige- en financiële verrichtingen
van federale staat, gemeenschappen, gewesten, openbare instellingen dier
ervan afhangen en de provincies
▪ 1.1.5. Erfelijke en constitutionele monarchie
• Staatshoofd via nakomelingschap in rechte lijn van Leopold I (art. 85 Gw.)
- 1991: afschaffing Salische wet
- bij gebrek: Koning benoemt opvolger met instemming van parlement
• onverantwoordelijk
- handelt onder politieke verantwoordelijkheid (“dekking”) van minister
- medeondertekening minister (art. 106 Gw.)
- geen gevolg zonder ondertekening minister
• onschendbaar (art. 88 Gw.)
▪ 1.1.6. Federale staat
• Staatsvormen
- Eenheidsstaat
- concentratie machten bij centrale overheid
- uitvoerend vlak: wel sprake van deconcentratie of decentralisatie
- Confederale staat of Statenbond
- volgende stap voor België?
- hoge mate voor autonomie deelstaten
- cohesie en integratie minder sterk op federaal niveau
- Federale Staat
▪ Federalisme
▪ confederalisme
Kenmerken
1. Onderscheiden bevoegdheidsniveaus met eigen macht en instellingen
- wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
2. Grondwettelijk verankerde verdeling van bevoegdheden in bevoegdheidsdomeinen
2
, - tussen federale en deelstaat (land, province, state…)
- kunnen exclusief worden toegewezen
- parallel worden toegewezen
- en/of concurrerend: voorrangsregel: federal paramountcy
- residuaire bevoegdheden: niet expliciet
- komen meestal toe aan deelstaten
3. Participatie van deelstaten aan federale wetgeving en Grondwet
4. Specifieke regeling voor fiscaliteit en financiering diverse niveau’s
5. Regeling voor beslechting van bevoegdheidsconflicten
• Belgische evolutie
- 1831: Unitaire Staat (oorspronkelijk)
▪ Officieel Franstalig
- besluit van het Voorlopig Bewind 16 nov. 1830
- Frans voor wetten en besluiten (enige officiële taal)
▪ Nationale instellingen
- wettelijke, ambtelijke en rechterlijke leven in Frans
▪ gebruik van Nederlands
• 1873 strafzaken (proces Coucke & Goethals: proces dat ze niet verstonden)
• 1878 bestuurszaken
• 1883 onderwijs
• 1898 Nederlands als officiële taal erkend!
- meer erkenning Vlaamse kant naar Nederlandse taal & cultuur
▪ Dubbele vraag naar autonomie
• Taalkundig (en cultureel)(Vlaanderen)
- 1962: vastlegging van de vier taalgebieden en territorialiteitsbeginsel
- Nederlandse, Franse, Duitse en Brussel-Hoofdstad
- Territorialiteitsbeginsel: bestuurstaal taal van waar het zich
bevindt
• Economisch (Wallonië)
- 1960: Eenheidswet en Mouvement Populaire Wallon
- overheidsuitgave beperkt en verhoging belastingen met het oog
op creatie van meer werkgelegenheid: leidde tot staking van de
Franstalige socialistische vakbond ABVV. Staking stierf stille
dood, Christelijke vakbond ACV werd verweten door Fransen
zich gedistantieerd te hebben.
- André RENARD: oprichting mouvement populaire Wallon
- anti-kapitalistische hervormingen
- federale herinrichting van België met meer
sociaal-economische beslissingsmacht voor Wallonië
→ Bidimensionele ontwikkeling van federalisme door staatshervormingen (6)
- wijzigingen aan Grondwet en bijzondere meerderheidswetten
1. 1970: eerste Staatshervorming
▪ Grendelgrondwet
• techniek van de bijzondere meerderheidswet
- voor communautair belangrijke aangelegenheden
• communautaire alarmbelprocedure in het (toen nog nationale) parlement
3
, - beletten dat belang Franse minderheid miskent zou worden
• pariteit van N- en F-talige Ministerraad (eerste minister uitgezonderd)
- gelijke samenstelling
▪ Beperkte autonomie inzake taal, onderwijs, cultuur
• oprichting cultuurgemeenschappen (N, F, D)
- voorlopers huidige gemeenschappen
• wetgevende bevoegdheid door decreten
• cultuurraden (nationale parlementsleden voor N & F – eigen verkozen raad voor D)
- geen afzonderlijke regering
• uitvoering door resp. ministers van Cultuur
→ Principe dat gewesten bevoegdheden krijgen in sociaaleconomische aangelegenheden worden in Gw.
opgenomen. 1974: instelling voorlopige gewestraden
2. 1980: tweede Staatshervorming
▪ omvorming gemeenschappen (van cultuur- tot gemeenschappen)
• ook bevoegdheden in persoonsgebonden aangelegenheden
- naast taal, onderwijs en cultuur
▪ Creatie V. en W. Gewestraad
• wetgevende bevoegdheid in plaatsgebonden aangelegenheden
▪ Eigen parlement en regering (gemeenschappen en gewesten!)
• nationale parlementsleden (dubbelmandaat)
▪ Oprichting Arbitragehof voor beslechting bevoegdheidsconflicten
- procedure ter voorkoming belangenconflicten ook verder uitgebreid
3. 1988-89: derde Staatshervorming
▪ Overheveling van nagenoeg volledige bevoegdheid inzake onderwijs naar gemeenschappen
- nog enkele uitzonderingen op federaal niveau geregeld
▪ Uitbreiding bevoegdheid Arbitragehof (om onderwijsvrijheid te bewaren!)
• ook toetsing aan de artikelen 10 (gelijkheid), 11 (niet-discriminatie) en 24
(onderwijsvrijheid) Gw.
▪ Inrichting Brussels Hoofdstedelijk Gewest
• vergelijkbare bescherming voor Nederlandstaligen in Brussel
- pariteit in regering en alarmbelprocedure
▪ Samenwerkingsakkoorden worden erkend
4. 1993: vierde Staatshervorming (Sint-Michielsakkoord)
▪ Formeel een federale Staat
• art. 1 Gw.: “België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de
gewesten.”
- Senaat wijzigt naar vertegenwoordiging kamer van de gemeenschappen
▪ uitbreiding bevoegdheden gemeenschappen en gewesten, o.m.
• bevoegdheid om verdragen te sluiten met betrekking tot bevoegdheden
• gewesten bevoegd voor exportpromotie
▪ rechtstreekse verkiezing van de raden van gemeenschappen en gewesten
• einde van dubbelmandaat
▪ Beperkte constitutieve autonomie van gemeenschappen en gewesten
5. 2001-2003: vijfde Staatshervorming (Lambermont- en Lombard-akkoorden)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joaquimvann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.