Communicatiewetenschappen II
HOC 1: Verlichting, humanisme &
postmoderniteit
Wetenschap als slingerbeweging
Moderniteit
- als historische fase
- als cognitief denkkader
- als artistieke stroming
Kritische stemmen in/over moderniteit
Postmoderniteit
- als historische fase
- als cognitief denkkader
=> stromingen binnen postmodern denken
- als artistieke stroming
Moderniteit: als historische fase
Historische periode:
17de eeuw (Europees verlichtingsdenken) tot 1980s
Centrale kenmerken
- belang van rede/ratio (<-> geloof)
- maakbaarheid van de maatschappij
- humanisme: vrijheid, gelijkheid, broederschap
- wereldbeeld verklaard door wetenschap
-> met komst van Verlichting was wetenschap belangrijker
(symbool: je pense, donc je suis)
- samenkomst van verschillende sociologische processen
Secularisering
- einde dominantie religieuze autoriteit
- geloof werd (langzaamaan) vervangen door rationeel wetenschappelijk
denken
Rationalisering
- efficiëntie, voorspelbaarheid, controle over proces, ‘meten is weten’ …
- bv. Fordisme
Kapitalisme
- winstmaximalisatie en idee van vrije markt
Industrialisering
- machines om mens en dier te vervangen
, - technologische ontwikkelingen: ontginnen fossiele brandstoffen,
staalproductie en -bewerking …
- economie draait op veel meer dan enkel landbouw
- komst van staat -> komst van steden
Urbanisering
- door industrialisering grootschalige verhuis van landelijk naar verstedelijkt
gebied
- toename bevolkingsdichtheid in steden
- meer individualisme
Bureaucratisering
- hiërarchische organisatie op basis van geschreven regels, procedures en
aanspreekpunten
- voorbeeld: onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer
- onpersoonlijk door gestandaardiseerde procedures die in de regel geen
uitzonderingen toelaten
Democratisering
- inspraak en medezeggenschap
- parlementair stelsel
- vrijheid van meningsuiting, vrouwenrecht, democratisering onderwijs etc.
Globalisering
- samenlevingen bestaan minder in isolatie
- transnationale productie, handel en consumptie
- personen zijn ook meer mobiel
Consumentisme
- verlangen naar consumptie wordt als positief beschouwd (persoonlijke
voldoening)
- materialisme en massaconsumptie
- streven naar gevoel van vervulling, aangewakkerd door
marketingcommunicatie
- middel om status en identiteit uit te drukken
Moderniteit: cognitief denkkader
- verlichting en vooruitgangsdenken: klemtoon op rationele en ware kennis
- wetenschap en waarheidsuitvinding: waarheid leidt tot vrijheid
- objectiviteit, universele waarheden
- grote ideologieën: liberalisme, socialisme, communisme, christendom,
marxisme, démocratie, kapitalisme
Moderniteit : artistieke stroming
- modernisme
- kritisch en experimenteel
- herdefiniëren kunst en orginaliteit : belang van kleur en vorm
- werkelijkheid vatten in haar kern, niet illustreren
- kunst in vraag stellen
- postimpressionisme, expressionisme, kubisme, abstracte kunst …
,Kritische stemmen in/over moderniteit
Rationaliteit heeft ook negatieve consequenties
- sociale ongelijkheden: kloof tussen sociale standen
, - gewapende conflicten (WOI en WOII)
- milieuvervuiling, klimaatopwarming
- excessen van kapitalisme
De ‘waarheid’ bestaat niet -> men begon in te zien, allemaal hun eigen waarheid
Uniformiteit moet plaats maken voor diversiteit en pluraliteit
Postmoderniteit: historische fase
- wat is postmoderniteit/postmodernisme?
- constante wisselwerking
- het cognitieve en de historische/culturele context zijn verweven
- in eerste instantie een artistieke ontwikkeling ( - antimoderniteit?)
- anti-essentialisme
Postmoderniteit: cognitief denkkader
einde van het grote verlichtingsdenken, er bestaat geen absolute waarheid
- einde waarheid (Lyotard): we zien de waarheid niet, we maken de waarheid
o waarheid is een aan tijd, plaats en macht gebonden constructie
o wetenschap is een narratief (dat concurreert met andere verhalen)
- einde werkelijkheid (Baudrillard): we zien de werkelijkheid niet, we zien de
beelden die de media creëren
o hyperrealiteit = illusie van de realiteit gecreëerd door beelden
o simulacrum = kopie zonder origineel, representatie die geen relatie
meer heeft met de realiteit
o zoek spaghettimonster
- deconstructivisme: absolute waarheid bestaat niet meer
o Jean-François Lyotard
- pessimistisch postmodernisme: het einde van betekenis, er is enkel
simulatie
o Fredric Jameson
o Jean Baudrillard
- Productief postmodernisme
o Linda Hutcheon
Lyotard: deconstructivistisch postmodernisme
Deconstructiedenken (J. Derrida)
- Gedachte dat betekenis afhankelijk is van de wijze waarop teksten met
elkaar verwegen zijn, elkaar hernemen, op elkaar voortbouwen en elkaar
verbouwen (destructie en construeren)
=> absolute waarheid bestaat niet meer
- - intertekstualiteit (J. Kristeva)
Geen grote verhalen meer
Maatschappij is ‘verward’ en ‘onzeker’
Heterogeniteit (>< modernisme ~homogeniteit)
>< J. Habermas
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatgovaerts37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.