Werkboek Strafrecht III
Jaar 2
Blok 3
2019-2020
Versie DOCENT
,VOORWOORD
Voor u ligt het werkboek Strafrecht III 2018-2019. Dit werkboek wordt u aangereikt om de
studie van het vak Strafrecht III te vergemakkelijken en de literatuur en jurisprudentie
toegankelijker te maken. Het biedt u daardoor de mogelijkheid met meer succes het onderwijs
te volgen en beter voorbereid aan het tentamen deel te nemen. De studiestof is ingedeeld in
een aantal onderwerpen die in de hoorcolleges en werkcolleges aan de orde komen. Nadere
informatie over het vak zal op Blackboard worden geplaatst.
De inhoud van dit werkboek vormt het uitgangspunt van het onderwijs in de hoorcolleges en
werkcolleges voor de studenten. Met nadruk wordt u erop gewezen dat van u wordt verwacht
dat u voorbereid deelneemt aan de hoorcolleges en werkcolleges. Wij veronderstellen telkens
dat u het onderwerp van de betreffende week aan de hand van dit werkboek voorafgaand aan
het onderwijs reeds hebt bestudeerd. Deze informatie is dus in de eerste plaats een handleiding
bij de voorbereiding van de hoorcolleges, maar vooral de werkcolleges. Bij de inrichting van het
onderwijs wordt derhalve de nodige voorkennis verondersteld. Mocht u onvoorbereid
deelnemen aan een werkcollege dan zult u ook hierop door de docent(e) worden
aangesproken.
De vakgroep Strafrecht
Den Haag, februari 2019
,VRAGEN BIJ WERKCOLLEGE 1
Inleiding Formeel Strafrecht
(Hoofdstuk 7 Grondtrekken)
Vraag 1
De bevoegdheidsverlenende norm bestaat altijd uit drie onderdelen in de artikelen van
Strafvordering. Om welke drie onderdelen gaat het? Pas dit toe op artikel 53 lid 1 Sv
Handeling: aanhouden (met als doel brengen naar plaats van verhoor)
Bevoegde: een ieder
Voorwaarden: ontdekking heterdaad (zie voor inhoud 128 Sv)
Vraag 2
De bevoegdheidsverlenende norm vindt zijn grondslag in een belangrijk beginsel. Welk beginsel
is dit?
Antwoord:
Het formele legaliteitsbeginsel, artikel 1 Sv
Geen strafvordering zonder wet, alleen bij wet voorzien
Verschil wet / bij wet (formeel / materieel)
Hiermee wordt de bevoegdheid van de overheid om inbreuken te maken op de rechten en
vrijheden van burgers beperkt in de wet
Rechtszekerheid bevorderen, burger weet waar hij aan toe is
Vraag 3
Welke rechtsvraag stond centraal in het Hollende Kleurling arrest?
Antwoord:
Heeft de fouillering rechtmatig plaatsgevonden?
, Om deze vraag te kunnen beantwoorden dient eerst gekeken te worden of de rennende man als
verdachte in de zin van art 27 Sv kan worden aangemerkt.
Vraag 4
Hoe luidde het oordeel van het Hof? Welke rechtsregel vloeit hieruit voort?
Antwoord:
Het hof overweegt dat de enkele omstandigheid dat een kleuring hard uit de richting van een als
verzamelplaats van handelaren en gebruikers van drugs bekend staand café komt lopen, niet
voldoende is om te spreken van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit als
bedoeld in artikel 27 Sv of van ernstige bezwaren. De kleuring mocht niet als 'verdachte' worden
aangemerkt. Hierdoor was het staande houden en het onderzoek aan de kleding door de
agenten niet rechtmatig. Doordat het bewijsmateriaal hierdoor niet op rechtmatige wijze
verkregen is, volgt vrijspraak op grond van gebrek aan bewijs.
De rechtsregel die hieruit voortvloeit is de volgende:
De enkele omstandigheid dat iemand uit de richting van een café komt rennen dat bekend staat
als verzamelplaats voor handelaren en gebruikers in verdovende middelen levert niet een
redelijk vermoeden van enig strafbaar feit als bedoeld in artikel 27 WvSv op.
Vraag 5
Waarom leidden de omstandigheden in het arrest Stormsteeg wel tot een veroordeling?
(Leerdoel: een feitelijke situatie van de andere onderscheiden/reikwijdte zodat een ander
rechtsgevolg staat in de interpretatie van art 27 Sv)
Antwoord:
De schrikreactie van de man en het feit dat hij begon met rennen nadat hij de agenten zag, was
wel voldoende voor verdenking. Daarbij speelde een rol dat de Stormsteeg bekend stond als een
plek waar veel drugs verhandeld werd.
Deze feiten en omstandigheden leverden wel voldoende grond voor verdenking. Op deze
verdenking is vervolgens de rechtmatige fouillering gebaseerd.
Vraag 6
Jan is een bekende van de politie. Hij heeft vaker diefstallen gepleegd. Op zekere dag ziet een
politieagent Jan met een gevulde boodschappentas uit de Albert Heijn komen. Als Jan de agent
ziet schrikt hij. Vervolgens loopt hij snel naar zijn fiets en sprint hij naar huis. De politieagent sprint
achter Jan aan, maar Jan is te snel en hij verliest hem uit het oog. De agent weet waar Jan woont
en neemt een kortere weg. Als hij bij de woning van Jan aankomt, zet Jan net zijn fiets op slot.
Voordat hij zijn woning in kan gaan, houdt de agent Jan tegen en kijkt vervolgens in diens
boodschappentas. Als hij ziet dat er vleespakketten in zitten, houdt hij Jan aan en neemt de
vleespakketten in beslag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Deme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.49. You're not tied to anything after your purchase.