1. Verlichte ideeën over een rechtvaardige samenleving (1650-1789)
Ontwikkeling wetenschap (door de eeuwen heen) voor 1650
Voorzichtig begin: sterrenkunde/meetkunde bij Egypte / Mesopotamië
filosofie bij de Chinezen
Echte begin: filosofie = wetenschap bij de Grieken (zowel natuur- als
menswetenschap) / Plato, Aristoteles, Pythagoras, etc.
Tijdens de Europese Middeleeuwen:
praktische uitvindingen (China – buskruit)
theoretische discussies en praktijk (Arabische Rijk – Ibn Rachid
(Averoes), Ibn Senna (Avicenna), enz + de “nul”, glas, klok)
Renaissance: humanisten herontdekken de Klassieke Oudheid (Erasmus)
hernieuwde wetenschappelijke belangstelling (Vesalius, Copernicus,
Da Vinci)
Wetenschappelijke Revolutie:
17e eeuw: West-Europa wordt wetenschappelijk toonaangevend,
voortbordurend op de Klassieken, de Chinezen en de Arabieren.
Oorzaken Wetenschappelijke Revolutie
1 door ontdekkingsreizen ontdekken Europeanen wetenschappelijke technieken in China
komen ze via de Arabische bibliotheken en universiteiten (opnieuw) in aanraking met de
Klassieken.
2 door ontdekkingsreizen ontdekken Europeanen de bolvorm van de aarde en komen in
aanraking met nieuwe gewassen, dieren en mensen, die ze willen bestuderen.
3 door verbetering van ambachtelijke technieken zijn wetenschappers beter in staat
onderzoek te doen. Denk aan lenzenslijpers, die de telescoop mogelijk maakten.
4 door de humanistische tekstanalyse zijn wetenschappers beter in staat de klassieke
werken te beoordelen (zij constateren bijvoorbeeld dat de Griekse klassieke filosofen
best wel eens foutjes maakten)
5 door de nadruk op het rationele vermogen. Vooral Descartes stond bekend om zijn
puur rationele (bijna wiskundige) manier van denken. Zo kwam hij tot het rationele
bewijs dat hij bestond, door te redeneren dat dat alleen mogelijk was omdat hij zich
ervan bewust was dat hij kon nadenken (dus een bewustzijn had, net als de andere
mensen). Hij noemde dit ‘bewust zijn’ simpelweg ‘zijn’: ik denk, dus ik ben.
6 door de bereidheid alle theorie te toetsen aan de werkelijkheid. Dit empirisme zien we
bij Newton (waarom valt iets naar beneden?) en bij Locke (waarom heeft de ene mens
meer rechten dan de ander?)
, Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie voor de positie van de Kerk / godsdienst
- ontdekkingen over de positie van aarde/zon leidde tot gezichtsverlies van de Kerk en
dus minder vertrouwen / autoriteit van de Kerk / paus.
- godsdienst en geweten werden steeds meer gezien als zaken van het individu (want niet
universeel geldig!) en dus minder als een zaak van koningen en landen, die een religie
wilden opleggen / verbieden.
- wetenschappers / filosofen buigen zich over de godsvraag. Descartes komt met het
mechanistisch wereldbeeld (“God als horlogemaker”), Spinoza ziet God niet langer als
Schepper, maar als Schepping.
Verlichters passen wetenschappelijke methoden toe op de samenleving
In de 18e eeuw zien we dat steeds meer filosofen zich buigen over vragen als:
- waarom zijn deze tradities er?
- waarom is dit geloof ‘beter’ dan dat geloof?
- waarom heeft de koning zoveel macht? En de adel zoveel privileges?
- hoe moet je kinderen ‘goed’ opvoeden?
- wat moeten kinderen leren op school?
- kun je via onderwijs betere mensen ‘maken’?
Men kwam tot de conclusie dat met gebruik van verstand de maatschappij beter zou kunnen
worden. Dit rationele vooruitgangsdenken leidde tot een groot optimisme, al waren er ook
wel filosofen die twijfels hadden bij de reikwijdte van het menselijke verstand en van de
mogelijkheden tot vooruitgang (denk aan Hobbes, die -ervan uitgaande dat de mens
uiteindelijk altijd geneigd zou zijn tot het slechte- pleitte voor een sterke, autocratische
regering.
Enkele voorbeelden van Verlichters en hun ideeën
John Locke staat bekend om zijn ideeën over het sociaal contract, een ‘stilzwijgend’ verdrag
tussen volk en koning over regeren, waarbij de koning/regering belooft goed te regeren en
de bevolking belooft te gehoorzamen. Als de koning/regering zich niet aan de afspraak
houdt, heeft het volk het recht de koning/regering af te zetten. Daarnaast benadrukt Locke
de natuurrechten, de -in zijn rationele ogen- natuurlijke rechten van de mens. Hier doelt hij
uiteraard op vrijheid en gelijkheid. Veel van deze natuurrechten kennen we nu als
grondrechten in onze grondwet, of als mensenrechten in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens.
Jean-Jacques Rousseau is het grotendeels eens met Locke, maar gaat een stapje verder.
Bijvoorbeeld bij volkssoevereiniteit (= het volk is de hoogste macht) is Rousseau voorstander
van directe democratie. Iedere wet zou volgens hem de uitdrukking moeten zijn van de
volkswil. Ook bij de natuurrechten gaat Rousseau verder dan Locke. Hij maakt zich
bijvoorbeeld hard voor mensenrechten voor arme mensen (beter lonen!) en voor slaven
(abolitionisme). Tot slot is Rousseau ook bekend om zijn pedagogische ideeën: geheel in lijn
met het rationeel optimisme, denkt hij dat goede opvoeding en goed onderwijs zal eliden tot
betere mensen, en dus ook een betere samenleving.
Montesquieu is vooral bekend om zijn ideeën om de tirannie, de alleenheerschappij van de
absolutistische koning in te dammen. Dit kan volgens hem alleen door de politieke macht in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nieckm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.