In de de daaropvolgende jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn er een aantal factoren dat het
ontstaan van de massacultuur mogelijk maakt.
De belangrijkste oorzaken zijn:
- de toenemende democratisering van de westerse landen. Vrijheid en gelijkheid worden voor
iedereen vanzelfssprekend.
- de democratisering van het onderwijs. Waar vroeger een hogere opleiding was voorbehouden aan
de elite, is die nu voor iedereen mogelijk.
- de economie en de groeiende welvaart.
De toenemende koopkracht zorgt voor een enorme groei en variatie in het aanbod van diensten en
producten. Daarmee doet de consumptiemaatschappij haar intrede.
Reclame probeert je steeds weer te verleiden tot het kopen van het allernieuwste. In plaats van de
kwaliteit van het product wordt de bekendheid van het merk het belangrijkste.
Massacultuur -> een overheersende cultuur de ontstond door de smaak van de grote massa bepaald
werd.
De massamedia hadden een belangrijke rol in de verspreiding van deze massacultuur. Massamedia
zijn de middelen waarmee de massacultuur op een professionele manier verspreid kan worden,
zoals: pers, radio, film, televisie en internet. Omdat men met behulp van deze media kan
communiceren met een groot publiek spreek men van massacommunicatie.
Het massaal produceren van producten zorgde voor eenheid in uiterlijk en vormgeving van veel
voorwerpen. Het unieke en exclusieve karakter van een product raakte daarbij op de achtergrond.
Kunstenaars maakten daar gebruik van, in vorm- en beeldtaal werd gebruikt gemaakt van
herkenbare producten die onze samenleving voortbracht. Bovendien konden deze kunstwerken
gereproduceerd worden, zodat zoveel mogelijk mensen hun kunst konden zien en/of kopen.
Niet alleen hebben mensen meer geld te besteden, ze werken ook minder lang. Daardoor is de
besteding van de vrije tijd na de jaren 50 sterk veranderd.
De Amerikaanse jeugd geniet van de stijgende welvaart. Hun verfrissende en rebelse ideeën waaien
over naar Europa. Deze jeugdcultuur streeft naar bevrijding, erkenning en gelijkberechtiging.
Inmiddels is er geen sprake van 1 jeugdcultuur maar kennen we verschillende sub- of tegenculturen.
De hippies, punkers, hipsters en gothics zijn ene paar voorbeelden. Ze hebben hun eigen muziek,
kleding en gewoontes.
, Begin 20e eeuw zijn papieren media zoals kranten, tijdschriften en posters vrij algemeen. Als de radio
en televisie opkomen, worden die in korte tijd heel populair. Ze zorgen voor informatie en
amusement voor alle lagen van de bevolking en verspreiden nieuwe trends in een hoger tempo.
De technische ontwikkelingen op het gebied van informatie en communicatie spelen een cruciale rol
in het ontstaan van de massacultuur. Telefoon en internet maken de hele wereld bereikbaar. Het
internet biedt een podium voor iedereen die er wat op kwijt wil.
Dankzij internet is het mogelijk om razendsnel te communiceren, waardoor de uitwisseling van
opvattingen en nieuwe ideeën steeds sneller gaat.
Niet alleen de media hebben der wereld groter gemaakt, we gaan ook steeds vaker op vakantie, Het
ligt tegenwoordig vrijwel binnen ieders bereik om te reizen en contact te leggen met andere
culturen.
De muziekindustrie kent een periode van enorme schaalvergroting. Via radio, tv en nu het internet
worden nieuwe sterren en idolen geïntroduceerd.
Er is altijd een verschil geweest tussen de kunst van de elite (hoge kunst) en de kunst van de gewone
burger (lage kunst), ook nu nog.
Dat verschil tussen hoog en laag weerhoudt beide groepen niet om voortdurend van elkaar te lenen.
De grenzen tussen beide culturen vervagen in de periode van de massacultuur.
Kunstenaars kiezen vrijelijk uit alle stijlen, hoog of laag, kunst of kitsch. De materialen die ze
verwerken variëren van diamanten tot afval. Vaak provoceren zij hun publiek met shockart.
Het merkwaardige verschijnsel dat niet langer kwaliteit maar naamsbekendheid en het merk
belangrijker zijn, doet ook zijn intrede in de kunstwereld. Zij zetten allerlei manieren in om zichzelf en
hun werk te promoten.
De Amerikaanse architect Robert Venturi ontwerpt in 1964 het “Vanna Venturi House”. Dat wordt
tegenwoordig gezien als het moment waarop het postmodernisme zijn intrede doet.
Het modernisme streefde naar abstractie en zuiver vormgebruik. De modernen wilden geen
decoratie. De efficiëntie ne het functionele karakter van de modernistische bouwkunst komen goed
van pas in het verwoest Europa. Venturi breekt als eerste met dit modernisme. De lijdspreuk van de
modernen “less is more” pareert hij met: “less is a bore”.
Hij vindt, in tegenstelling tot de modernisten, dat gebouwen wel rijkelijk versierd mogen worden en
pleit voor decoratie en kleur. Venturi’s ideeën zetten de deur open voor de postmodernistische
kunstenaar, onder de motto “anything goes” worden de strenge regels van de moderenen
losgelaten.
Men citeert en combineert vrijelijk zaken uit het verleden en andere culturen, er is geen
richtinggevende stijl meer. De kunst wordt, net als in de 19 e eeuw, weer eclectisch.
Eclectisch -> onderdelen/kenmerken van verschillende stijlen combineren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nieckm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.