Samenvatting Medische Kennis 4, Jaar 1: Psychiatrie
226 vues 8 fois vendu
Cours
Medische Kennis
Établissement
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Book
Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen
Complete en duidelijke samenvatting van alle hoorcolleges, werkcolleges en literatuur voor het Medische Kennis tentamen 4, over Psychiatrie. Uitleg van begrippen en alles over alle stoornissen en medicatie die je moet weten voor het tentamen. Succes!
Alles voor het periode 4, jaar 1 medische kennis tentamen over psychiatrie
19 avril 2020
38
2018/2019
Resume
Sujets
medische kennis
medische kennisgebieden
psychiatrie
mk4
jaar 1
propedeuse
periode 4
semester 2
mk
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Verpleegkunde / HBO-V
Medische Kennis
Tous les documents sur ce sujet (132)
Vendeur
S'abonner
szerynise
Aperçu du contenu
Medische Kennis 4, Psychiatrie
Algemeen
Extramuraal (ambulant)= huisartspraktijken, polikliniek, thuiszorg
Intramuraal = verpleeghuizen, verzorgingshuizen, psychiatrische instellingen en ziekenhuizen voor
mensen met een verstandelijke handicap
Semimuraal = deeltijdbehandeling in ziekenhuis of instelling voor geestelijke gezondheidszorg en
dagverpleging in een verpleeghuis
Psychiatrische abnormaliteit
Statische abnormaliteit= zeer hoge of lage intelligentie
Psychosociale abnormaliteit= afwijken van de norm van de maatschappij
Persoonlijke abnormaliteit= observer discomfort, persoonlijk lijden, irrationeel onbegrijpelijk gedrag,
onvermogen, significant toegenomen kans op (maatschappelijke) problemen
Geschiedenis van de psychiatrie
Hippocrates – 19e eeuw: humoraalleer= (psychische) ziektes zijn een disbalans van de vier
lichaamssappen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm
Middeleeuwen: straf van god, bezetenheid door de duivel, heksenverbrandingen, dolhysen
Vanaf 19e eeuw: psychiatrische ziekten als hersenziekten
Begin 20e eeuw: Freud: psychoanalyse (droomduiding, neurotische afweer)
Jaren ’50: ontwikkeling psychofarmaca
Jaren ’70: antipsychiatrie tegen instellingspyschiatrie
Jaren ’90: deels terug tussen het groen
Heden: te veel opgenomen mensen, zelfstandig thuis, overlast en ongevallen
Moderne verklaringsmodellen
Het biopsychosociaal model heeft drie invalshoeken:
- Biologische invalshoek (erfelijkheid, neurotransmitters, hersenstructuren, somatiekm
leefstijl)
- Psychologische invalshoek (psychodynamisch, leertheoretisch, cognitieve theorie,
persoonlijkheid, gedachten)
- Sociologische invalshoek (gezinstheorie, sociaal milieu, peergroup, cultuur)
Stress-kwetsbaarheidsmodel
Stressor= situatie die veel stress oplevert
Copingstrategie= wel of niet goed met stress omgaan
Draaglast= alle stressoren bij elkaar
Draagkracht= positieve en negatieve eigenschappen die je beschermen tegen draaglast (sterke
tegenover zwakke punten)
Factoren: kwetsbare factoren, uitlokkende factoren en onderhoudende factoren
Decompensatie= chronische problemen
,DSM Model
DSM= Diagnostic and Statistical Manual of Menatl Disorders (Tegenwoordig DSM V)
DSM IV-TR (praktijk) kent vijf assen (vanaf DSM III)
AS I: Psychiatrische, klinische stoornissen
AS II: Persoonlijkheidsstoornissen en mate van intelligentie
AS III: Somatische aandoeningen, lichamelijke toestand
AS IV: Sociale stoornissen, psychosociale problematiek (levensgebieden)
AS V: Globale beoordeling van het functioneren (GAF)
(DSM V: AS I II en III geïntegreerd, vermelding relevante somatische aandoeningen, V-codes (andere
problemen) en WHODAS 2.0)
Diagnostiek via psychiatrisch onderzoek classificatie diagnose structuurdiagnose
Diagnostiek via psychiatrisch onderzoek (uitvragen en rapporteren van):
Algemene indruk= uiterlijke kenmerken, contact, spraak, klachtenpresentatie, ziektebesef, ziekte-
inzicht, lijdensdruk, intoxicatie
Cognitieve functies= bewustzijn, aandacht, oriëntatie, intellectuele functies, geheugen, waarneming,
denken (vorm en inhoud)
Affectieve functies= stemming (langdurige gemoedstoestand) affect (reactie op bepaalde situatie),
affectmodulatie
Conatieve functies= psychomotoriek (miniek, gestiek, spraak), kenmerken persoonlijkheid,
wilsbekwaamheid, niveau van psychosociaal functioneren
Na psychiatrisch onderzoek: classificatie
Voordelen: noodzaak, overzicht, richtlijnen, communicatie
Nadelen: classificatie wordt ten onrechte als diagnose beschouwd
Na classificatie: diagnose:
Anamnese, heteroanamnese, ontwikkelingsanamnese, informatie uit milieus: wonen werk & sociaal
en andere informatie
Na diagnose: structuurdiagnose (achteraf achterliggend verhaal), kwetsbaarheidsmodel
De negen symptomen van depressie volgens DSM (1/2 schuingedrukt moet aanwezig zijn):
1. Sombere stemming
2. Anhedonie (niet kunnen genieten)
3. Gewichtsverandering
4. Slaapproblemen/ overmatig slapen
5. Verhoogde prikkelbaarheid/agitatie
6. Vermoeidheid
7. Verminderd vermogen tot nadenken/concentratieproblemen/besluiteloosheid
8. Gevoelens van waardeloosheid en schuld
9. Terugkerende gedachten tot de dood
Lichte depressie= niet meer symptomen dan nodig om de diagnose te stellen (5 van de 9, gedurende
minimaal 2 weken)
Matige depressie= symptomen of beperkingen tussen licht en ernstig
Ernstige depressie= meer symptomen dan nodig om diagnoses te stellen en duidelijke beperkingen
wat betreft functioneren
Depressie met begin peri-partum= depressie tijdens zwangerschap en na bevalling, niet genieten en
houden van de baby, schuldgevoelens, eventuele wanen (peri-partum psychose)
Depressie bij kinderen en jongeren= gedragsveranderingen: terugtrekken of acting out
2% basisschool kinderen, 5% middelbare school jongeren (suïcide op één na meest voorkomende
doodsoorzaak)
Depressie bij ouderen= gemaskeerde depressie (lichamelijke klachten), afgevlakt, vergeetachtig,
concentratieproblemen, verwardheid (dementie)
Fasen van depressie
Repons= effect van depressie zichtbaar (acute behandeling 6-12 weken)
Remissie= effect (normaal)
Relapse= terugval (consolidatiebehandeling 4-9 maanden)
Recovery= herstel (onderhoudsbehandeling, > 1 jaar)
Recidief= nieuwe episode
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur szerynise. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $5.87. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.