HC2 BMW: Van atoom tot biomolecule
Menselijk lichaam bestaat uit 2/3 water
1. ATOMEN
Atoomstructuur:
Model van Bohr
Kern: positief geladen deeltjes (protonen, p+) en evenveel
ongeladen (neutronen, n0) =neutraal atoom
Elektronenschillen: negatief geladen (elektronen, e-)
o K, L, M, N, …
Atoom bevat gelijke aantallen protonen, neutronen,
elektronen = neutraal/ongeladen
Hoe groter atoomgetal, hoe groter het element, hoe meer p+, n0 en e-
(Atoomgetal: aantal protonen in de kern weergeven)
Isotopen: Periodiek systeem der elementen
Hetzelfde aantal protonen en elektronen
Afwijkend aantal neutronen
Meestal stabiel, soms instabiel: atoom uit elkaar, vrijkomen energie (vb.
röntgenstralen)
Elektron op buitenste schil kan interacties ondergaan = valentie elektron
Elektronenschillen:
Eerste schil, dicht bij kern: 2 elektronen, andere schillen max. 8 elektronen
o 2n² = max aantal elektronen op schillen
N = aantal schillen
Atoom met niet-gevulde buitenste schil = instabiel/ wel gevuld = stabiel
E- op buitenste schil, enkel interacties ondergaan (bindingen vormen)
DUS: chemische eigenschappen of functies van atoom, bepaald door aantal
elektronen op buitenste schil (= valentie elektron)
Liefst volle buitenste schil, niet? : interacties andere atomen en e- uitwisselen
Nature volle buitenste schil = inert (nemen niet deel aan chemische reacties)
96% van ons lichaam bestaat uit O, C, H en N
2. INTERACTIES TSN ATOMEN: CHEMISCHE BINDINGEN
Atomen die elektronen delen, bindingen aangaan, bij elkaar gehouden: vormen moleculen
verbindingen.
Moleculen= chemische structuren die meerdere atomen bevatten, door gedeelde elektronen
bij elkaar gehouden.
, Verbinding= chemische stof die bestaat uit atomen van twee of meer verschillende
elementen in vaste verhouding, ongeacht type binding waarmee verbonden. (Vb. chemische
reactie van waterstofatomen + zuurstofatomen, wordt water.)
3 manieren: E- afgeven, e- opnemen of e- delen.
IONVERBINDINGEN:
= intramoleculair
Atomen die e- opnemen of afgeven = ionen =
atomen/moleculen die elektrische geladen zijn
E- opnemen: negatief geladen deeltje extra (zijn dus
negatief geladen) = anionen
E- afgeven: negatief geladen deeltje kwijt (positief
geladen) = kationen
Anionen en kationen trekken elkaar aan, chemische aantrekkingskracht: ionbinding
(Ionbinding: enkel tussen verschillende atomen) NaCl = elektrolyt : oplost in water, valt uit
elkaar in Na+ en Cl- (ionen) .
COVALENTE BINDINGEN: (zeer
sterkte binding)
= intramoleculair
H2: gas dat in zeer kleine hoeveelheid in atmosfeer aanwezig is
Atomen letterlijk e- delen. (enkelvoudig, dubbel of driedubbel = afh van aantal
elektronenparen die gedeeld worden): horizontaal streepje
Atomen trekken even hard/neutraal aan atoom: molecule apolair = apolaire covalente
binding = hydrofobe moleculen
Atomen verschil in aantrekking: moleculen polair = polaire covalente binding = hydrofiele
moleculen
- Ene atoom trekt harder dan andere, elektron dichter bij atoom: beetje meer negatief
geladen.
- Andere atoom, elektron verder van atoom: beetje meer positief geladen
De kracht waarmee ze trekken is afhankelijk van de EN-waarde (elektronegatieve waarde)
van het atoom
Hoe hoger de EN-waarde, hoe sterker hij trekt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneloresegers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.