100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beginselen van het recht $11.32
Add to cart

Summary

Samenvatting Beginselen van het recht

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting beginselen van het recht, vak gegeven door Petra Foubert

Preview 4 out of 43  pages

  • December 30, 2024
  • 43
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Beginselen van het recht

1 Wat is recht?
Recht:
 Rationeel opgebouwd geheel:
- Alle deeltjes zijn op logische wijze met elkaar verbonden
- Recht is gebaseerd op de rede (ratio)
- Ook plaats voor het gevoel
 Begrippen:
- Gebruik van juiste terminologie = essentieel
- Elke term heeft zijn eigen specifieke juridische betekenis
- Termen worden gebruikt in normen
 Normen/gedragsvoorschriften/regels:
- Algemeen karakter (abstract omschreven zodat ze betrekking kunnen hebben op
onbepaald aantal personen en situaties)
- Wet in materiële zin vs wet in formele zin (materieel= W/D/O inhoud, formeel=
bepaalde norm die gemaakt word door federaal parlement vorm)
- Soorten normen
- Recht = middel om doel te bereiken
- Doel = waar een maatschappij naartoe wil (wereldbeeld)
- Een bepaald recht geldt in 1 enkele maatschappij (resultaat: verschillende
rechtsorden)
- Rechtszekerheid bieden
- Beperkt beleid blijft mogelijk (je moet rechtsregel vertalen om toepassing te maken
op een concreet geval -> orde, rechtszekerheid brengen
- Ook andere (niet-juridische) regels willen maatschappij ordenen (bv godsdienst,
moraal)
- Raakpunten en verschilpunten met het recht (afdwingbaarheid/sanctionering)
 Verband recht – overheid
- Uitvaardigen van het recht: rechtsvormende organen van een maatschappij =
overheid
- Naleving wordt gegarandeerd door overheid via sanctionering (recht = afdwingbaar)
- Verschillende sancties, afhankelijk van het concrete rechtsprobleem (gedwongen
uitvoering, uitvoering bij equivalent = financiële sanctie, nietigheid,…)
- Straf = specifieke sanctie uit het strafrecht

Recht = een rationeel opgebouwd geheel van begrippen en normen, opgelegd en
gesanctioneerd door de overheid, die als doel hebben de samenleving te ordenen.
Rechtszekerheid: aan de bevolking een zekere mate van voorspelbaarheid geven (bv je moet
stoppen bij rood licht, iedereen kent die afspraak dus je kunt met zekerheid door groen)
Juridische regel: afdwingbaar, je kunt gesanctioneerd worden wanneer je je niet aan de
regels houdt
Niet-juridische regel: wanneer je christelijk bent maar niet elke dag naar kerk gaat word je
niet gestraft
Positief recht: het door de overheid gemaakt recht

,Afdwingbaar: als je het recht niet volgt, kun je gesanctioneerd worden
Eigenrichting is verboden: je mag zelf geen sancties verzinnen en opleggen, je moet hiervoor
de overheid inlichten en aanspreken, deze geeft dan sanctie volgens strikte regels
Geweldmonopolie: ligt bij overheid, mogelijkheid om dwang te gebruiken
Gedwongen uitvoering: eigenlijk moest iets gebeuren maar dat is niet gebeurd dus je moet
dit nog doen (gaat niet altijd) bv: je ontbreekt pagina’s in aangekochte boek -> oplossing is
pagina’s uit ander boek kopiëren -> sanctionering want het contract is niet goed uitgevoerd

Objectief recht = geheel van abstracte normen, los van enige concrete toepassing (vind je in
codex, hele bundel van juridische regels)
Subjectief recht = een op het objectieve recht gesteunde, en erdoor beschermede
aanspraak/bevoegdheid van een persoon (concrete rechtstoepassing

Rechtsobject: goederen, dingen, dieren, lijdend voorwerp van concrete rechtstoepassing
(hetgene waar de rechtsregel over gaat)
Rechtssubject: dragen van subjectieve rechten, natuurlijk of rechtspersoon

Positief recht: recht dat bestaat in een bepaalde samenleving, op bepaald ogenblik
(rechtspositivisme = focus op totstandkoming)
Natuurrecht: idee dat er rechtsregels zijn die kunnen worden afgeleid uit de natuur, of uit de
natuur van de mens

Materieel recht: inhoudelijke rechtsregels, het inhoudelijke toepasselijke recht
Formeel recht: procedureregels, ‘hulprecht’ dat materieel recht moet doen
naleven/afdwingen

Gemeenrecht: rechtsregels die gelden in normale omstandigheden (droit commun, lex
generalis)
Uitzonderingsrecht: recht dat geldt in bijzondere gevallen of voor specifieke categorieën
personen (droit d’exception, droit particulier, lex specialis)
 Gemeenrecht geldt wanneer er geen uitzonderingsrecht van toepassing is (default)

Lex specialis derogat legi generali : uitzonderingsrecht heeft voorrang op gemeenrecht

Burgerlijk recht: gemeenrecht voor alle situaties die niet door bijzondere rechtsregels
worden beheerst
 Historische ontwikkeling van het recht gaat terug tot het Romeins recht (onderlinge
verhoudingen tussen burgers van Rome vertegenwoordigen de belangrijkste
juridische activiteiten)

, 2 Bronnen van het recht
Materiële bronnen: verklaring voor de inhoud van de rechtsregel, de basis van,
beweegredenen voor het recht dat tot stand komt
Formele bronen: de uiterlijke vorm waarin de rechtsregels verschijnen (vorm waarin het
positieve recht verschijnt)

Iedereen wordt geacht de wet te kennen.

Materiële bronnen:
 Sociale bronnen:
- Maatschappelijke factoren die inhoud van het recht bepalen
- Recht = maatschappelijk product
- Vb: relaties tussen WG en WN: invloed op arbeidsrecht
 Historische bronnen:
- Recht wortelt meestal diep in het verleden
- Vb: belgische recht is beïnvloed door Romeins recht, Napoleontisch recht, …
 Filosofische bronnen (hoe mensen denken over het recht)
- Beschouwingen ivm beginselen die als maatstaf kunnen dienen voor een goed
rechtsstelsel (bv: is doodstraf wel goed?)
- Positieve = materiële recht wordt beïnvloed door mensen die hierover nadenken
 Andere feiten/omstandigheden
- Biologische of natuurlijke verschijnselen (bv leeftijd, dood, minderjarig, erfopvolging)
- Klimatologische omstandigheden (bv warm klimaat kan regels van arbeidsduur
beïnvloeden zoals in Spanje langer middagpauze)
- Technologische mogelijkheden (bv evolutie internet -> vraag naar mogelijkheid
elektronische handtekening, niet overal kunnen mensen dit doen dus wordt aan recht
gevraagd om zich constant aan te passen)
 Metajuridische wetenschappen onderzoeken materiële bronnen van het recht
- Rechtsfilosofie
- Rechtssociologie
- Rechtsgeschiedenis
- Rechtseconomie

Formele bronnen:
 Rechtswetenschap zelf bestudeert formeel bronnen
- Rechtsmethodiek = methodes voor het opzoeken van formele bronnen
- Concrete vindplaatsen van het recht
 5 formele rechtsbronnen: (hulpbronnen bij opsoren en begrijpen van bindende bron)
- Bindende (materiële wet, gewoonterecht, algemene beginselen) verplicht!
Overheden vaardigen deze uit
- Gezaghebbende (rechtspraak en rechtsleer) niet verplicht, wel belangrijk, niet
bindend
 Verschillende overheden kunnen materiële wetten uitvaardigen
- Zeer veel verschillende materiële wetten

,  Naargelang bevoegdheid van uitvaardigende overheid heeft wet meer en minder
kracht: lagere norm moet in overeenstemming zijn met hogere norm

 Gewoonterecht
- Gevestigde gebruiken (objectief) die in een samenleving als bindend worden
beschouwd (subjectief)
- Vanuit historisch perspectief: belangrijkste rechtsbron
- Doch nog slechts geringe betkenis (door verschriftelijking van het recht)
 Algemene rechtsbeginselen
- Slechts sinds enkele decennia in België erkend als autonome formele rechtsbron
- Ongeschreven fundamentele principes die het recht sturen
- Drukken algemeen aanvaard rechtsgevoel uit
- Vooral tot ontwikkeling gekomen in het administratief recht
- Vb: verbod van eigenrichting, recht van verdediging, openbaarheid van bestuur,…
 Rechtspraak = geheel van uitspraken gewezen door rechterlijke macht in concrete
geschillen
- Algemene norm van wet wordt toegepast op concreet geval
- Principe: rechtspraak heeft enkel kracht van wet voor bij geschil betrokken partijen
- Toch: rechtspraak is in praktijk belangrijke rechtsbron
- Continentale rechtsstelsels: rechter interpreteert de wet, hij kan de wet niet wijzigen,
feitelijk gezag van rechtspraak belangrijkste, alleen wet toepassen
- Angelsaksische rechtsstelsels: rechter kan zelf nieuwe regels maken die bindend zijn
voor gelijke of lagere rechters, binding force of precedents
 Rechtsleer = geheel van geschriften over het recht
- Naarmate het recht complexer wordt, groeit rol van rechtspraak, zeker indien sprake
van tegenstrijdigheden of lacunes in het recht
- Rechtsleer kan rechtspraak beïnvloeden indien eensgezinde rechtsleer of
gezaghebbende auteur (bv prof)

Formele bronnen: (materiële wet)
 Internationale normen (materiële wetten op internationaal niveau)
- Internationale verdragen gesloten tussen 2 of meer staten en/of internationale
organisaties
- Beslissingen van internationale organisaties
 Grondwet GW
- 7 februari 1831
- Belangrijkste wijzigingen: nieuwe grondrechten, democratisering, federalisering van
de staat
- Nu geldende gecoördineerde (niet geconsolideerd!) versie: 17 februari 1994
- Wijziging grondwet enkel via omslachtige procedure (art 195 GW)
 Bijzondere wet (formele bron, materiële wet)
- Typisch Belgisch, houdt midden tussen grondwet en gewone wet
- Bijzondere meerderheden vereist (procedure is speciaal)
- Inhoud: behoort tot constitutie in ruime zin (belangrijke zaken)
- Bv: instelling grondwettelijk Hof, wijziging taalgrens, financiering gemeenschappen en
gewesten
 Bijzondere decreten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievangrieken. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$11.32
  • (0)
Add to cart
Added