SCHAARSE MIDDELEN
= goederen die in beperkte mate beschikbaar zijn om de consument zijn
behoeften te bevredigen
= een middel waarvan de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zou
overtreffen indien het gratis ter beschikking stond
Wijst dus niet op hoeveelheid, maar op de beperktheid van ons inkomen.
We kunnen niet tegelijk aan al onze behoeften voldoen met ons inkomen
ECONOMISCH PRINCIPE
= de maximale behoeftebevrediging bereiken met de beschikbare middelen
0.2 WELVAART EN WELZIJN
WELVAART
= de mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun
behoeften kunnen voorzien
WELZIJN
= je gevoel van welbevinden, de bevrediging van verlangens die geen beslag
leggen op schaarse middelen
Vb. als je 3 keer per jaar op reis kunt gaan, dan beschik je over een hoge mate
van welvaart, maar als je veel liever thuis in je tuin zit, hebben we het over
welzijn
,0.3 SOORTEN GOEDEREN
VRIJE GOEDEREN
= niet-schaarse goederen, zijn overvloedig aanwezig
ECONOMISCHE GOEDEREN
= schaarse middelen (goederen & diensten
- ZUIVER INDIVIDUELE GOEDEREN
= rivaliteit onder consumenten (als ik het koop, kan niemand anders het
nog kopen)
Voorbeeld fiets
- ZUIVER COLLECTIEVE GOEDEREN
= niet-rivaliserend & niet-uitsluitbaar
Voorbeeld brandweer (bescherming van 1 persoon hindert niet
bescherming van een ander)
- QUASICOLLECTIEVE GOEDEREN
Voorbeeld onderwijs (het aantal leerlingen zijn beperkt)
Voorbeeld snelwegen Frankrijk (er moet tol betaald worden
CONSUMPTIEGOEDEREN
= bevredigen onmiddellijk de behoeften van gezinshuishoudingen
- VERBRUIKSGOEDEREN
= kan je maar 1 keer gebruiken (brood)
- GEBRUIKSGOEDEREN
= kan je meerdere keren gebruiken (gsm)
INVESTERINGSGOEDEREN
= dienen om andere goederen te produceren
- KAPITAALGOEDEREN
= hebben een levensduur van minstens een jaar
Voorbeeld machines, gebouwen
- VLOTTENDE INVESTERINGSGOEDEREN
= worden tijdens productieproces verwerkt/vernietigd
Voorbeeld grondstoffen, hulpmaterialen
0.4 CONSUMPTIE EN PRODUCTIE
CONSUMPTIE
= de aanwending van economische goederen voor niet-productieve doeleinden
PRODUCTIE
= het toevoegen van waarde aan de economische goederen
PRODUCTIEFACTOREN
- Natuur
- Arbeid
- Kapitaal
OMWEGPRODUCTIE
= dragen indirect bij tot de uiteindelijke behoeftebevrediging
AFGELEIDE PRODUCTIEFACTOR
= gevormd door samenwerking van kapitaal en arbeid
0.5 DE METHODE
DE INDUCTIEVE METHODE
, Vertrekt van een groot aantal feitelijke gegevens
DE DEDUCTIEVE METHODE
Begint met een stelling en gaat die bewijzen aan de hand van feiten
0.6 DE CETERIS-PARIBUSCLAUSULE
= men ziet een welbepaald economisch verschijnsel afhankelijk van 1 variabele,
terwijl men alle andere factoren waarvan het economisch verschijnsel afhankelijk
is, veronderstelt als constant
0.7 MICRO-, MESO- EN MACRO-ECONOMIE
MICRO-ECONOMIE
= bedrijf
MESO-ECONOMIE
= sector
MACRO-ECONOMIE
= alle bedrijven
EXTRA BEGRIPPEN
LINEAIRE ECONOMIE
= product gebruikt, dan naar afval
RECYCLING ECONOMIE
= product meerdere keren gebruikt, dan naar afval
CIRCULAIRE ECONOMIE
= product wordt nooit afval
De donuteconomie
Professor Kate
Draagt bij tot het realiseren van de sdg’s
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lukapauwels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.