100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
kindzorg en pediatrie samenvatting $8.02
Add to cart

Summary

kindzorg en pediatrie samenvatting

3 reviews
 206 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting cursus en ppt in tabellen (A3) foto's . Als de print niet lukt mail me gerust en dan stuur ik het word document door zodat het lukt om af te printen.

Preview 5 out of 22  pages

  • April 20, 2020
  • 22
  • 2019/2020
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: lynnpoelman • 2 year ago

review-writer-avatar

By: sandratuybens • 3 year ago

review-writer-avatar

By: elisedenutte • 4 year ago

avatar-seller
KINDZORG EN PEDIATRIE
Hfdst 1 – 2 ter opfrissing = LEZEN

1 LEEFTIJDSPSECIFIEKE KENMERKEN EN AANPASSINGEN BIJ HET KIND
 Pijn: Van ongemak tot erge pijn
 Angst : Kinderen kunnen heel wat ervaringen niet relativeren, objectiveren of begrijpen; het vertekent alle andere
ervaringen
 Deprivatie : Ziekte/hospitalisatie betekent beperking van de normale mogelijkheden, versmalling van de gebruikelijke
horizon
→ ↑stress! , zorg laten inspelen op 1 van deze 3 om negatieve ervaring voor ouders en kind zo laag mogelijk te houden

2 ABCDE BIJ HET KIND


3 PRE- EN POST OP. ZORGEN
3.1 ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN PRE & POST OP
- Kind voorbereiden en voorlichting → ↓angst - Parameters
- Informed consent van de ouders - Kledij
- Gegevens verzamelen - Identificatie
- Nuchter zijn: niet te vroeg bij kindjes , honger → - Premedicatie
meer stress ( 6-4-2 regel) - Ouderparticipatie

3.2 BELANGRIJKE POST OP OBSERVATIES
- Hydratatie - Pijn
- Temperatuur - Circulatie
- Slickklachten en keelpijn - Diurese
- Ademhaling - Bewustzijn
- Misselijkheid en braken
3.3 SPECIFIEKE SITUATIES
Ingreep Vpk zorgen Ontslag info
Specifieke aandachtspunten
Tonsillectomie  Kort na de ingreep -> koud  Eerste nacht:
operatief verwijderne van tonsillen water/ijswater (> 1 uur na ingreep)  kind niet alleen laten slapen
(keelamandelen)  frequent kleine hoeveelheden  pijnstiller
Adenoïdectomie vocht  Eerste dagen:
operatief verwijderen van adenoiden  Observaties:  Wit beslag in keel = normaal
(neusamandelen)  Slikbewegingen ( regelmatig  Lichte koorts = normaal
slikken bevordert herstel)  1-2 dagen:
 Bij braaksel: controle oud of  Rustig binnen
vers bloed  Geen warmte
 Eerste dag geen melkprodukten:  1ste week:
 stimuleert slijmsecretie  Geen harde, prikkelende voeding
  10 dagen zwemverbod
 Bij rood bloed of hevig bloeden: arts of
spoed
Trommelvliesbuisjes = diabolos`  Tijdelijk oordruppels:
Als het kind regelmatig  Voorkomen bloedklonters
ooronstekingen heeft met sereus  Voorkomen slijmerige
vocht → trommelvliesbuisjes secreties
Dit kan gedurende 6-12 maanden ter  Geen water in oren
plaatse blijven en wordt dan meestal  Zwemmen enkel met speciale
spontaan afgestoten. Indien dit na 2 doppen of zwemmuts
jaar niet gebeurde, worden deze  Pijnstilling zo nodig
best verwijderd om restperforatie te
vermijden.
Tympanoplastie  OBSERVATIES:  Info: niezen met open mond (druk)
Trommelvliessluiting na perforatie  Hartslag, braken , bloedverlies
door pus  Vertigo, Nausea
 Nystagmus

,Otosplastie  De oren zijn tot enkele weken na
correctie bij afstaande/ “flap”oren de ingreep rood en gevoelig.
 Nabloeding
 Positionering
 Hoofdband
 1ste week dag en nacht een
strak verband om de oren.
 2de week enkel ’s nachts
Tandheelkundige ingrepen Extracties:
 IJs op de wang gedurende de eerste uren
kan zwelling nadien aanzienlijk verminderen
 Veel rusten, liefst halfzittend, niet liggend.
 Na 24u mond spoelen met
mondspoelmiddel die is voorgeschreven.
Eerste 24u zeker NIET spoelen. Dit
veroorzaakt afbraak van de bloedklonter en
leidt tot nabloeden en ontsteking.
 Tandenpoetsen moet normaal verder
gebeuren, eventueel met een kleine, zachte
kindertandenborstel.

,4 PATHOLOGIE BIJ HET KIND

NAAM – DEFINITIE OORZAKEN – PATHOFYSIOLOGIE DIAGNOSTIEK SYMPTOMEN BEHANDELING C

UROLOGIE , NEFROLOGIE , GENITALIËN
AANGEBOREN AFWIJKINGEN (6)
1. Vesico – ureterale reflux = VUR  Aangeboren: anatomisch defect Echo en mictie cystografie tonen Verschillende graden:  Graad 1-3 : spontaan herstel 
(bv. verkeerde inplanting aanwezigheid en graad.  Toedienen AB 
Terugvloei van urine uit de blaas ureter)  Eventueel chirurgisch
naar beide ureters (vnl. tijdens  Verworven: verkeerd gebruik  Bij recidive en hoge graad
mictie) → voortdurend residu in blaasspier  Optie 1: injecteren
blaas (reservoir voor bacteriële volumineuze vloeistof om
groei) klepmechanisme te
herstellen
 Optie 2: re implantatie
ureter in de blaas
2. Hypospadie Kan prenataal worden opgespoord Mede afhankelijk van ernst. Bij 
opening urethra aan onderkant van via prenatale echo. ernstig of indien kind last ervaart:
de penis, vaak met chordae Na geboorte is lichamelijk operatief hersteld in 2e helft van 1e 
(neerwaartse buiging van de penis) onderzoek voldoende. levensjaar.
3. Epispadie

Bij jongens: bovenzijde van penis.
Bij meisjes: uitmonding in buikholte


4. Crytorchidie  Testosterontekort Lokalisatie via echo, CT, MRI of  Kan spontaan voor 3m 
 Afwezige testis laparascopie.  Orchidopexie = verplaatsing en
Als bij geboorte 1 of 2 testes niet  Nauw lieskanaal vastzetting van niet-ingedaalde
zijn ingedaald via lieskanaal naar  Korte zaadstreng <-> Pendeltestis: teelbal door testis vanuit lies naar scrotum
scrotum. De testis kan zich nog in cremasterreflex op- en afspringen (voor 2j)
abdomen/lieskanaal bevinden. tussen lies en balzak is niet 
abnormaal en verdwijnt normaal
gezien rond pubertijd


5. hydrocoele Tijdens embryonale ontwikkeling: Transilluminatie maakt duidelijk of lost zich meestal spontaan zelf op
 Indaling testes buik -> balzak het om vocht (hydrocoele) of
pijnloze zwelling van balzak.  Teelbal sleept buikvlies met zich weefsel (liesbreuk) gaat
mee zodat teelbal uiteindelijk
6. Hernia inguinalis = liesbreuk omgeven is door een klein zakje  Uitwendig zichtbaar als zwelling  “verdwijnt nooit spontaan I
(tunica vaginalis) met zeer die toeneemt bij huilen,  kan geleidelijk breder en groter 
Iedere breuk bestaat uit: weinig vocht. hoesten of persen, verdwijnt worden, met storend volume-
 breukzak (uitstulping van  Na indaling moet verbinding meestal bij platliggen. effect. 

,VERWORVEN AFWIJKINGEN (6)
1. Hemolytisch uremisch  In meeste gevallen Urineonderzoek:  Hemolytische anemie  Afhankelijk van ernst b
syndroom = HUS geassocieerd met voorafgaande  Hematurie  Bleek, vermoeid ,icterus  Vooral symptomatisch om b
periode van (bloederige)  proteïnurie.  trombocytopenie verwikkelingen te voorkomen h
Bijzondere vorm van acute diarree en koorts door infectie Bloedonderzoek:  petechiën  Vaak is nierdialyse nodig om
nierinsufficiëntie die op van spijsverteringskanaal door  hemolytische anemie (10-20 %  ischemie organen vochthuishouding te reguleren.
kinderleeftijd voorkomt E. Coli. vervormde erytrocyten)  renaal: oligurie, anurie,  Bij duidelijke anemie: (Hb <
 Deze bacterie produceert  trombocytopenie hypertensie , hematurie, 5mmol/L) → bloedtransfusie
toxine die vaatbeschadiging  verhoogd creatinine en ureum protienurie
veroorzaakt, vnl. arteriolen en (nierinsufficiëntie)  Neurologische stoornissen
capillairen van de nieren. →  elektrolytstoornissen (coma, convulsies)
trombusvorming en (hyperkaliëmie en  GI: bloederige diaree ,
nierinsufficiëntie. hyperfosfatemie) buikpijn
 Door mechanische  hyperglycemie als pancreas is
beschadiging van RBC tijdens aangetast
hun passage door beschadigde
bloedvaten treedt er hemolyse
op met anemie tot gevolg.
 Thrombocytopenie treedt op
als bloedplaatjes een prop
vormen in aangetaste vaten.
2. Nefrotisch syndroom Kan door andere ziekte zoals  klinisch onderzoek  Proteïnurie →  Corticosteroïden zijn primair.
Henoch-Schönlein-purpura, maar  Bloedonderzoek: hypoalbuminemie (6w + 6w afbouwschema)
Groep van symptomen die meestal idiopathisch. Meest  verlaagd albumine (<25g/L)  verhoging lipiden en  Soms albumine via infuus bij
gelijktijdig verschijnen voorkomende vorm is de ‘minimale  verhoogde cholesterol ernstig oedeem dat niet
afwijkingen nefropathie’. Zo triglyceridewaarden  hypovolemie → oedemen reageert op diuretica
genoemd omdat er in het nierbiopt  Urineonderzoek: over gans lichaam (meest  Normaal dieet (eventueel meer
dan weinig afwijkingen te zien zijn.  gemeten hoeveel opvallend rond ogen) proteïne en geen zout
eiwitverlies bedraagt  Oligurie/anurie toevoegen tijdens complicaties
(eiwitexcretie >40mg/u/m²  Weinig sedimentafwijkingen in met corticoïden)
in nachtportie) en of er urine
aanwijzingen zijn voor  Striae, bleek en gespannen huid
glomerulonefritis  Moe, lusteloos
(hematurie)  Ondervoed, maar gemaskeerd
 nierecho, nierbiopsie door oedemen
 Gevoeliger voor infecties
 RR licht verhoogd
3. Enuresis nocturna  Regelmatig urineverlies vanaf 5-  Anamnese: frequentie?   gedragstherapeutische
6j = afwijkend. Op die leeftijd Urgentie? Constant druppelen principes: bv plaswekker
onwillekeurig plassen, tijdens de moet er blaascontrole zijn dag en onwillekeurig verlies.  Bepaalde voedingsstoffen laten:
slaap en nacht.  Onderzoek van urine en cultuur cafeïne, melk, chocolade en
 Bij urineverlies overdag → bijna (infectie?) citrus.
altijd afwijking van Functionele blaascapaciteit – en GM-vasopressine bevordert
blaas/urethra. urineflowmeting waterretentie van de nier. →
 Primaire enuresis = nog nooit kans op terugval is groter dan

, NAAM – DEFINITIE OORZAKEN – PATHOFYSIOLOGIE DIAGNOSTIEK SYMPTOMEN BEHANDELING C

CARDIOVASCULAIR
AANGEBOREN AFWIJKINGEN
1. NORMALE LONGCIRCULATIE (3)
NIET- CYANOTISCHE HARTAANDOENING (7)




1.1. Aorta(klep)stenose  Na de geboorte niet direct  Ballondilatatie via
herkend (soms na jaren) katheterisatie
vernauwing in uitstroomgebied van  Begin: Geen of milde klachten Voordelen: geen OP, geen
LI-ventrikel, meestal van aortaklep  Verdere stadium: hartgeruis, litteken, geen IC, snel herstel
zelf linker hartfalen en korte opnameduur.
 Bloed blijft staan in LV →  Operatie om klep open te
bloed stapelt zich op in maken
longen → moeilijke AH,  Operatieve
snel vermoeid, syncope aortaklepvervanging
bij inspanning (mechanische of biologische
klep)

1.2. Coarctatio stenose  Indien vermoeden: 1st RR-  bloedvoorziening van OL in Bij jonge zeer zieke baby: 1st b
meting. gedrang proberen de ductus arteriosus 
Vernauwing bevindt zich op aorta  lichamelijk onderzoek  Hypertrofie Li ventrikel owv opnieuw te openen d.m.v.
descendens, t.h.v. ductus  Pulsaties van grotere weerstand medicatie.
arteriosus liesslagaders  hoge RR Eens kind stabiel: steeds
 Diagnose wordt bevestigd  Bij baby: sneller ademen, overgegaan tot chirurgisch
d.m.v. echocardiografie: weinig actief, veel slapen en wegsnijden van vernauwde deel
 plaats en lengte van slecht drinken (coarctectomie).
vernauwing  Op latere leeftijd vernauwing
 verdikking van hartspier is minder uitgesproken en
evalueren lichaam heeft kleine
zijvertakkingen gevormd die
OL bevloeien
1.3. Pulmonale stenose milde stenose : geen symptomen Milde stenose : geen behandeling
matige tot ernstige : RE hart falen Matige stenose: ballondilatatie
vernauwing in de uitstroom van Oedeem:
van de klep via
RE-ventrikel , klep van  Re hart moet harder pompen
longslagader. maar dient hier niet voor en hartkatheterisatie.
gaat spiervezels aanmaken Soms is OP nodig
 Duurt dit te lang geeft het op
en stijgt RR in Re kamer
 Er gaat minder bloed van het
lichaam terug naar het hart


2. MET LONGVAAT OVERVULLING (4) = toegenomen longcirculatie. Komt voor als bij hartaandoening sprake is van een links-rechtsshunt (hoeveelheid bloed die door long circuleert > h
2.1. VSD =  Li-kamer pompt bloed naar hele  echocardio + Doppler :  Tachycardie, dyspnoe, Afhankelijk van grootte van VSD is Bi
Ventrikelseptumdefect lichaam (↑kracht nodig). vaststellen + zien van de flow tachypnoe, snel vermoeid behandeling al dan niet gr

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisablommaert1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02  10x  sold
  • (3)
Add to cart
Added