Biochemie I
H1 Inleiding
Belangrijke historische figuren
- Wöhler
- Pasteur: fermentatie processen
- Buncher
4 soorten bouwstenen van biomacromoleculen:
- Aminozuren: in waterige oplossing als zwitterion.
Eiwitten: ketens van AZ (20 verschillende)
- Koolhydraten, suikers: polysachariden, opslag van
energie
- Nucleotiden: DNA, RNA (4 verschillende)
- Lipiden: associeren tot membranen (geen ketens)
Wetten van thermodynamica
- 1e wet: energie kan niet worden gecreërd, allen worden omgezet. In cel
chemische energie omzetten.
- 2e wet: entropie van systeem neemt toe.
Spontane reactie = reactie waar geen energie voor moet geleverd worden,
G<0, exergonisch.
In de cel reacties die energie
vereisen koppelen aan reacties die
energie leveren.
Katabolisme: van kleine moleculen naar
grote moleculen.
Anabolisme: grote moleculen afbreken
naar kleine.
Door peptide spontane assemblage tot
celachtige structuren.
,H2 Chemie in een waterige omgeving
2.1 Eigenschappen van water
Gebogen moleculen, polair, sterk elektronegatief. Polariteit is een gevolg van het
verschil in elektronegativiteit.
- Covalente binding is gemiddeld 1A = 1 angstrum
- Waterstofbruggen
- Ijs: structuur hiervan bepaald door H-bruggen, elke watermolecule omringd
door 4 andere. De centrale watermolecule: 2x donor, 2x acceptor. Zet uit
bij bevriezen.
- Vloeibaar: wordt netwerk ban H-bruggen gevormd (geen vast rooster,
constand fluctuerend netwerk). Hierdoor hoge oppervlaktespanning
(cohesief karakter).
2.2 De bindingen in biomoleculen
Niet-covalente bindingen
Tussen positieve kern en negatieve elektronen wolk, relatief zwak,
elektrostatisch.
- Intermoleculair: DNA:
basepaarvorming
- Intramoleculair: eiwitten
Ionaire bindingen
Vander waals interacties (zwak)
2.3 water als oplosmiddel
Solvatatie = het elektronegatieve karakter van water laat toe om ionaire en
sterk polaire verbindingen te disspciëren = oplossen
Hydrofoob effect
= wanner apolair verbinding opgelost wordt in water oriënteren
ze zich zodanig dat apolair gedeelten zo minimaal mogelijk in
contact komen met water (GEEN KRACHT OF INTERCTIE)
Ordening van watermoleculen om interacties met lipiden
te vermijden is entropisch gedreven.
Vetzuren: vorming micellen
Membranen vormen barrières
Biomoleculaire interacties zijn gebasseerd op complementariteit,
moet perfecte match zijn tussen eiwitten.
pH bloed = 7
, CO2 als buffer, reageert spontaan maar wordt versnelt door enzym.
Wisselwerking zorgt voor stabilisatie. Bij teveel protonen, meer koolzuur
In boek lezen
Hyperventilatie: verhoogd uitstoot CO2, aantal protonen dalen waardoor
de pH stijgt. Oplossing: in zakje ademen zodat je weer CO2 krijgt (die dan
met H+ kunnen binden).
H3 Aminozuren
3.1 chemische structuur
Eiwit = opeenvolging van 20
standaardaminozuren (komen niet allemaal
noodzakelijk voor).
α-aminozuren = aminogroep en
carboxylgroep gebonden aan zelfde
koolstof.
3.2 Algemene eigenschappen
Aminogroep & carboxylgroep ioniseren in water. AZ kan zowel als zuur als als
base optreden.
Zwitterion: sterk oplosbaar in water.
3.3 De 20 standaard aminozuren
Indeling volgens zijketens/ R-groepen
Apolair (H, koolstofketen, aromate
, Aromaten: Phenylalanine & tryptofaan: volimineuw en zeer apolair
Polair (OH, SH, CONH2) – H-bruggen maken
Cystine: disulfidebrug
Polair, geladen (COOH, NH2)
pK waarden gelden enkel voor vrije aminozuren.
Hydrofoob effect: polaire AZ richten zich naar het water en de apolaire
zonderen zich af van het water.
3.4 Zuur-base eigenschappen
De pH waarbij de netto lading van het AZ = 0 isoeleltrisch punt
Eerste proton dat afgestoten: α-COOH groep (dichter bij aminogroep)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evadrr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.