Samenvatting van het boek 'Research Methods: concepts and connections' de tweede editie van Michael W. Passer. Bevat de hoofdstukken 1, 4 en 8 volledig en de eerste twee paragrafen van hoofdstuk 5. Is deel van de leerstof voor het toelatingstentamen statistiek voor de pre-master pedagogische wetens...
Samenvatting Research methods : concepts
and connections
Inhoud
Chapter 1 Science and psychology.........................................................................................................1
1.1 How do we know?.......................................................................................................................1
1.2 Goals of science...........................................................................................................................4
1.3 Characteristics of science.............................................................................................................4
1.4 Basic and applied research..........................................................................................................5
1.5 Benefits of learning about research methods..............................................................................5
1.6 Skepticism, science and everyday life..........................................................................................6
Chapter 4 Defining and measuring variables.........................................................................................6
4.1 Types of variables........................................................................................................................6
4.2 Defining variables........................................................................................................................7
4.3 Scales of measurement................................................................................................................7
4.4 Measurement accuracy, reliability and validity...........................................................................7
Chapter 5 Correlation and correlation research....................................................................................8
5.1 Correlation: basic concepts..........................................................................................................8
5.2 Correlation does not establish causation.....................................................................................9
Chapter 8 Single-Factor Experimental Designs....................................................................................10
8.1 The logic of experimentation.....................................................................................................10
8.2 Manipulating independent variables.........................................................................................12
8.3 between subject designs............................................................................................................13
8.4 Within – subject designs........................................................................................................14
8.5 Examining the results: general concepts....................................................................................18
Chapter 1 Science and psychology
1.1 How do we know?
The three door problem
Sarah kan haar droomauto winnen er zijn drie deuren deur 1, 2 en deur 3. De auto is achter
een van deze deuren en achter de andere deuren bevindt zich een geit. De spelregels zijn.
, Monty de show host weet achter welke deur de auto staat
Sarah kiest een deur die nog even dicht blijft
Monty opent een van de deuren die ze niet gekozen heeft om haar te laten zien wat
erachter zit
De deur die Monty opent heeft altijd een geit erachter.
Als Monty de deur met de geit heeft laten zien, zijn er nog maar twee deuren over en
mag Sarah kiezen. Blijft ze bij haar keuze of kiest ze toch voor de andere deur.
Het hypothetische probleem van Sarah wordt ook wel het drie deur probleem genoemd
(three door problem).
90% van de mensen zegt dat het niet uitmaakt of Sarah van deur verwisselt of niet. Ze heeft
een 50% kans op een prijs en een 50% kans op geen prijs. Dat lijkt heel logisch maar toch is
het fout. Vos Savant beweert echter dat Sarah toch haar keuze moet veranderen. Een
switch strategy zorgt namelijk voor 2/3 kans op het winnen van de auto. Mensen geloven
dit echter eerst niet. Als je gelooft dat wisselen van deur geen verschil maakt zie je een
belangrijk element van het probleem over het hoofd.
Als Sarah deur een opent is de volgorde van gebeurtenissen daarna niet random. Monty
opent namelijk altijd een van de deuren die zij niet gekozen heeft waar de geit achter zit. Als
de auto achter deur twee of drie zit heeft Monty geen andere keuze dan de deur open doen
waar de geit achter zit. Deze niet random volgorde van gebeurtenissen maakt het
waarschijnlijker dat Sarah wint als ze van deur switcht. Laten we nu eens kijken naar het drie
deur probleem in een context van verschillende methoden om kennis te verwerven en
overtuigingen te vormen.
Een analyse waarbij men ervan uitgaan dat je in het begin deur 1 kiest:
Door 1 Door 2 Door 3
Mogelijkheid 1 Auto Geit Geit Als je bij je keuze blijft win je, wissel je dan
verlies je
Mogelijkheid 2 Geit Auto Geit Als je bij je keuze blijft dan verlies je, als je
wisselt dan win je
Mogelijkheid 3 Geit Geit Auto Als je bij je keuze blijft verlies je, als je wisselt win
je
Analyse:
In dit voorbeeld heft Sarah voor deur 1 gekozen. In het begin heeft elk van de deuren een
1/3 kans om een auto erachter te hebben. Bij twee van de drie gevallen zal Sarah de auto
winnen als ze van deur wisselt. In maar een van de drie mogelijkheden wint ze als ze bij
haar keuze blijft.
Wetenschapper Charles Peirce schreef een artikel over de vijf methoden die mensen
gebruiken om overtuigingen over de wereld vast te houden. Namelijk ; tenacity
(vasthoudentheid), authority (autoriteit), reason (reden) and science (wetenschap).
Vasthoudend: wetend door gewoonte (tenacity: knowing by force of habit
Ondanks de analyse en het bewijs voor het three door problem. Blijven sommige mensen er
toch bij dat het niet uitmaakt of ze van deur verwisseld omdat er als nog een 50/50 kans is.
Tenacity heeft te maken met vooral in iets geloven omdat het simpelweg al heel lang
bestaat en gelooft wordt. Deze mensen sluiten zich vaak af voor informatie die deze
overtuiging bedreigt.
Peirce vindt vasthoudendheid dan ook geen goede methode om je kennis op te baseren.
Het is echter wel sterk, simpel en direct. Tenacity is eigenlijk je hoofd in het zand steken en
niet meer kijken naar andere dingen.
, Autoriteit: kennis geworven door anderen (Authority: knowledge gained from others)
Autoriteit heeft te maken met het vertrouwen in andere mensen als een bron van
kennis en overtuigingen. Dit begint al in onze jeugd als we onze ouders vertrouwen,
leraren, vrienden, televisie, internet etc. als bron van kennis. De kans dat we op andere
vertrouwen voor informatie is groter als we ze credible (geloofwaardig) achten. Dat is dan
vooral als een persoon expertise heeft over een onderwerp of betrouwbaar (trustworthy) is.
Vertrouwen op autoriteit kan efficiënt zijn. Het is namelijk een manier hoe de maatschappij
informatie doorgeeft van generatie op generatie. Maar het heeft ook valkuilen:
Experts kunnen het ook fout hebben
Als we van expertise uitgaan bij bronnen die dit niet verdienen of als expert bronnen
niet als betrouwbaar achten alleen maar omdat het tegen onze overtuiging in gaat.
Een manier om deze gevaren te verminderen is door de bron goed te evalueren en kritisch
naar de informatie te kijken.
Beredenering: vertrouwen op logica en rationaliteit (reason: relying on logic and rationality)
Beredenering rust op het gebruik van logica en rationale argumenten om een
conclusie te bereiken over hoe dingen zouden moeten zijn. Logica en rationele
argumenten zijn belangrijk voor wetenschap. Wetenschappers gebruiken beredenering om
hun theorieën te structureren, wanneer ze hypothesen schrijven en andere theorieën testen.
Toch is wetenschappelijke kennis niet gebaseerd op de methode van beredenering. Een van
de minpunten van beredenering is namelijk dat er verschillende conclusies kunnen worden
getrokken afhankelijk van de uitgangspunten waar iemand mee begint. Zolang het
uitgangspunt waar is, is de conclusie betrouwbaar.
Empirie: kennis gebaseerd op ervaring (Empiricism: knowledge based on experience)
Een groot gedeelte van wat we weten komt vanuit onze zintuigen. Kennis gebaseerd op
wat we weten door onze zintuigen is empirische kennis (empirical knowledge). De
gerelateerde term is empirisme het proces van kennis verkrijgen door observatie en
ervaring. Het heeft ook nog een andere betekenis namelijk; het filosofische punt dat alle
kennis wordt verworven door ervaring.
Toch heeft empirisme ook risico’s en limieten.
Hoe vol onze levens ook zijn niemand kan alles ervaren
Onze ervaringen zijn misschien niet representatief voor de ervaringen van anderen
Zelfs als onze ervaringen representatief zijn interpreteren of onthouden we ze
misschien anders., op een bevooroordeelde manier. Dit wordt ook wel confirmation
bias (bevestigend vooroordeel) genoemd. Dat is de neiging om kennis te
verwerven op een manier die past bij onze kijk.
Wetenschap: vertrouwen op systematisch empirisme (science: relying on systematic
empiricism.
Wetenschap is een proces van het systematisch verzamelen en evalueren van
emperisch bewijs om vragen te beantwoorden en ideeën te testen.
Wetenschap hangt af van emperische bewijs
Bewijs wordt niet lukraak geïnterpreteerd en verzameld
Bewijs verzamelen zonder het te evalueren en conclusies te trekken krijgt ons niet
ver
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneeeltink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.