Hoorcollege 1 – Introductiecollege
Tradities in communicatieonderzoek
- Cybernetische traditie
o Communicatie als informatieproces
- Retorica, dialectica en analytica
o Communicatie als praktische kunst: wie heeft gelijk?
- Semiotiek
o Focus op tekens en symbolen
- Socio-psychologische traditie
o Benadrukt expressie, interactie en invloed
- Socioculturele traditie
o Communicatie als lijm van de maatschappij
- Kritische traditie
o Focus op macht en onderdrukking
Cybernetica
- Technische benadering
- Wiskundig gereedschap voor modelvorming
Retorica, dialectica, analytica
- Oorsprong van de argumentatietheorie
- Eerste verklaringen van werelbeeld zonder goden
Semiotiek
- Onderzoek naar tekensysteem
- Vooral naar de betekenis van tekens
Redundantie
- Pariteitscheck
o Toevoeging van extra bit
- Checksum
o Tel alle 1’en op en voeg totaal toe
- Cyclic redundancy check
o Delen door bepaald getal
o Ook wel polynomiale code
,Het Lagenmodel
Types informatiestromen
- Signalen
o Niet-intentioneel
Symptomen
o Intentioneel
Tekens 1
Niet-conventioneel
o Tekens2
Conventioneel
o Symbolen
Wat is Trust?
Trust wordt gekarakteriseerd door een situatie waarbij een partij (de trustor) bereid is te
vertrouwen op de acties van een ander (de trustee).
Acties kunnen zowel communicatief zijn als fysiek.
Trustee eigenschappen
- Integriteit
o Trustee vertelt de waarheid, komt beloftes na
- Competentie
o Trustee heeft het vermogen om te doen wat noodzakelijk is
- Welwillendheid
o Trustee handelt in het voordeel van de trustor
- Voorspelbaarheid
o Trustees acties zijn consistent genoeg om te voorspellen in een bepaalde context.
Objectieve trust
- Authentication input komt van veronderstelde gebruiker
- Confidentiality info kan alleen gelezen en veranderd worden door geautoriseerde
gebruikers.
- Message integrity informatie is niet veranderd tijdens verzending
Subjectieve trust
- Gebruiker gebaseerd
, o Dispositie voor trust: algemene tendens om anderen te vertrouwen
o Relatie trust en internet ervaring geïnverteerde U
- Medium gebaseerd
o Informatiekwaliteit, ease of use, personalisatie, grafische karakteristieken, social
presence, adresseren van ethische aspecten.
- Organisatie gebaseerd
o Reputatie, grootte, ofline presence, persoonlijke ervaring, vertrouwdheid,
beoordeling door anderen, geloofwaardigheid, transparantie.
Hoorcollege 2 – Thema Web 1
WWW en internet is niet hetzelfde.
Het web is 30 jaar oud.
Voorlopers www:
- Bookwheel (1588)
- Memex machine – Vannevar Bush (1945) – “As we may think”
o Is gekoppeld aan een bibliotheek en kan machines en films uit de collectie direct
weergeven.
o Conceptuele voorloper.
- Hypertext (1963)
o Tekst met direct activeerbare hyperlinks.
o Hypermedia: als ook andere middelen, zoals geluid en bewegend beeld, integraal in
het geheel zijn opgenomen.
- Hypercard (1987)
Geboorte WWW
- Uitgevonden in 1989 door Tim Berners-Lee
o Oorspronkelijk doel: wetenschappelijke papers van CERN publiceren
o Verbindingen tussen papers modelleren
- WWW bracht drie ideeen bij elkaar
o 1) Elektronische documenten (SGML, markup)
o 2) HyperText (documenten verbonden door links)
o 3) Computernetwerken (internet bestaat al veel langer)
- Nieuwe technologieën
o HyperText Markup Language (HTML): documenten
o HyperText Transfer Protocol (http): communicatie
Consolidatie eind jaren 90: WWW
- “Dot coms” (AOL, Yahoo, Netscape, Real Networks, Google)
- Exploderende aandeel prijzen
- Enorme IPOs (initial public offerings)
- Instant billionaires
- ‘Internet Boom’
- ‘Dot Com Tijdperk’
- Bijna elk bedrijf wilde en kreeg een website met eigen domein
- Gebruik email werd normaal
- Chat services
- Browser wars
- E-commerce begon serieuze vormen aan te nemen
Men realiseerde zich dat telefoonlijnen kwetsbaar zijn omdat ze zijn gecentraliseerd.
, Is er een andere manier van communiceren mogelijk? Zijn gedistribueerde netwerken minder
kwetsbaar?
ARPANET = Advanced Research Projects Agency
- Kwam op gang in jaren ‘60
- Research contracten voor defensie
- Allerlei experimentele vormen van computing. werd APRANET
Stap verder naar… het internet
Infrastructuur: verdere ontwikkelingen
- APRANET: proof of concept packet-switched network
o Over geleaste telefoonlijnen
o Software moest nog worden ontwikkeld
- ALOHAnet (1970-1971)
o Verbinding campus universiteit van Hawaii
o Telefoon te duur/onbetrouwbaar
o Nieuw idee: ontvangst bevestigen anders opnieuw verzenden
o Na random tijdsinterval
- 1e extensie buiten USA: NORSAR (1970)
o NORSAR: seismische data voor opsporen atoombomexplosies.
Hoe deze netwerken verbinden?
Architectuur World Wide Web
- Client server architectuur
- HTTP Protocol
o Pagina-gebaseerd: verzendt complete documenten
o Stateless: connectie houdt op te bestaan als request is afgehandeld
o Server kent geen relatie tussen opeenvolgende requests.
De laatste stap: TCP/IP
TCP = Transmission Control Program
- Verbinden netwerken door internet network protocol
- Belangrijke eigenschappen
o Verbindt heterogene netwerken
o Robuust
- Leggen van verbinding tussen client en server
- Opdeling files in verzendbare brokjes
- Opnieuw verzenden als niet bevestigd
- Alle data komt aan, maar niet in volgorde binnen, dus niet geschikt voor time-based media
In IP protocol hebben ‘nodes’ een numeriek adres als 192.168.5.115
- IP: verzending pakketjes tussen numerieke IP adressen
- We gebruiken in de praktijk URLs
o Hiërarchische domeinnamen
- DNS (Domain Name System)
o In principe tabel van URLs en IP adressen
Webpagina’s
- Geen fysiek object
o Collectie data waarvoor in real time een presentatie wordt gegenereerd.
o HTML, CSS, JavaScript
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvanvilsteren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.43. You're not tied to anything after your purchase.