Grootste gezondheidsproblemen de aankomende 40 jaar:
o Alzheimer
o Obesitas
o Depressie
Homeostase: Het onderhouden van het interne milieu ondanks veranderingen in het
externe milieu.
We hebben twee homeostatische controlecentra:
1. Endocriene systeem, werkt via chemische signalen (hormonen). Dit wordt gedaan
door endocriene cellen.
2. Zenuwstelsel, werkt door middel van elektrische impulsen via de zenuwcellen.
,HC1: Neuronale communicatie
Neuronen (zenuwcellen) zijn gespecialiseerd in het ontvangen, verwerken en zenden van
informatie in de vorm van elektrische en chemische signalen.
Neuronen bestaan uit dendrieten; vertakte
uitlopers die signalen van andere neuronen
ontvangen en deze naar het cellichaam
leiden. Cellichamen zijn het centrale deel van
neuronen dat de celkern bevat. Hier vinden
de meeste metabolische activiteit plaats.
Vanuit het cellichaam lopen er axonen. Aan
het eind van het axon bevinden zich
synapsen, hier worden de neurotransmitters
vrijgegeven om signalen naar een ander neuron of doelcel te sturen.
Neuronen kunnen van elkaar verschillen in:
o Aantal uitlopers (neurieten):
o (Pseudo)unipolair, zijn neuronen die slechts een uitloper hebben
die zich splitst in twee takken. Deze neuronen komen voornamelijk
voor in de sensorische neuronen van het perifere zenuwstelsel.
Perifere zenuwstelsel: Het deel van het zenuwstelsel dat buiten het
centrale zenuwstelsel ligt.
o Bipolair, dit type neuron heeft 2 uitlopers, een dendriet en een
axon. Komt vaak voor in specifieke zintuigen.
o Multipolair, deze neuronen hebben meerdere
dendrieten in een axon. Zijn voornamelijk
voorkomend in het centrale zenuwstelsel, zoals
bij motorische neuronen.
Bij de multipolaire neuronen kunnen de dendrieten
verschillende vormen hebben.
o Piramidecellen; Hebben een driehoekig cellichaam
en lange dendrieten.
o Purkinje-cellen: Hebben sterk vertakte dendritische bomen.
o Stellate cells: Hebben een stervormig patroon van dendrieten
,o Lengte van de axonen:
Projectieneuronen zijn neuronen die verantwoordelijk zijn voor het overbrengen van
signalen over lange afstanden in het lichaam. Het langste axon in het menselijk lichaam
is de nervus sciatic.
Projectieneuronen zijn voornamelijk te vinden in het centrale zenuwstelsel, maar sturen
signalen naar perifere organen of spieren. Ze hebben lange axonen. Interneuronen
daarentegen werken voornamelijk lokaal. Ze hebben korte axonen. Bevinden zich
meestal in de hersenen en het ruggenmerg, bestaan om nabijgelegen neuronen te
verbinden.
o Functie van de neuronen:
Afferente neuronen voeren sensorische informatie van
de zintuigen naar het centrale zenuwstelsel.
Bijvoorbeeld een pijnprikkel die door wordt gestuurd
naar de hersenen. Efferente neuronen sturen dan juist
weer signalen door vanuit het centrale zenuwstelsel
naar spieren of klieren. Neem bijvoorbeeld een
beweging die je wilt doen, dan sturen motorische
neuronen de spieren aan.
o Neurotransmittersecretie:
Neuronen kunnen ook geclassificeerd worden op basis van de neurotransmitter die ze
afscheiden
→ vb. Glutamaatergische neuronen, dopaminerge neuronen, cholinerge neuronen,
GABA-ergische neuronen.
De hersenen bevatten veel neuronen, maar nog veel meer niet-neuronale cellen. Deze
cellen zoals, gliacellen ondersteunen de zenuwcellen door voedingstoffen te leveren,
afvalstoffen te verwijderen en het zenuwstelsel te isoleren.
We hebben verschillende types gliacellen:
Type 1. Oligodendrocyten: Vormen de isolerende myelineschede rond axonen in het
centrale zenuwstelsel. Deze zijn alleen aanwezig in het CZS.
Type 2. Astrocyten: Maken contact met zenuwcellen. Ze zijn betrokken bij het afsluiten
van bloedvaten.
Type 3: Microgliacellen: Afweercellen van de hersenen. Worden geproduceerd door het
immuunsysteem.
Het myeliseren van axonen in het perifere zenuwstelsel zijn meerdere gliacellen nodig.
Dit wordt gedaan door Schwann cellen. In het centrale zenuwstelsel kunnen meerdere
axonen worden gemyeliseerd door een gliacel: oligodendrocyten.
Wanneer de myeline niet goed gevormd is, kunnen er problemen ontstaan. De
elektrische signalen worden trager of helemaal niet doorgegeven.
Multiple Sclerose (MS) is een chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel die wordt
gekarakteriseerd door schade aan de myelineschede. De ontsteking van de myeline
veroorzaakt het verlies van myeline en vorming van sclerose (littekenweefsel), dit
beïnvloedt de werking van de zuwen.
→ Veelvoorkomende symptomen: Visuele stoornissen, verlies van gevoel, moeilijkheden
met lopen en vermoeidheid.
, Exciteerbare cellen, zoals neuronen of spiercellen genereren actiepotentialen. Een
actiepotentiaal is een kortdurende verandering in de elektrische lading over het
celmembraan.
Een stimulus veranderd een rustpotentiaal in een gegradeerd potentiaal. Dit kan tot een
actiepotentiaal leiden en dat kan weer tot synaptische activiteit leiden. Hier wordt dan
een neurotransmitter doorgegeven, hierdoor wordt het volgende neuron aangezet tot
het afgeven van elektrische signalen.
Een rustmembraanpotentiaal: Is het membraam potentiaal van een cel die niet
gestimuleerd is. De rustmembraanpotentiaal van neuronen is ongeveer -70mV. De
binnenkant van een cel is negatiever geladen dan de buitenkant van een cel.
Binnenkant van de cel is negatief
geladen door verschillende eiwitten:
kanaaleiwitten en passieve kanalen.
Kalium is een positief geladen ion,
wanneer die zich verplaatst beïnvloed
dat het membraanpotentiaal.
Het extracellulaire vloeistof bevat Na+
en Cl-
Kalium kan door diffusiekracht van
binnen naar buiten stromen. Dit zorgt voor een toename van positieve lading naar
buiten. Dit creëert een elektrisch gradiënt (de binnenkant van de cel wordt negatieverExtracellulair
geladen in vergelijking tot de buitenkant). De elektrostatische kracht is de kracht die
het gevolg van de elektrisch gradiënt is.
→ De elektrostatische kracht wordt groter
naarmate meer kalium zich naar de buitenkant van
Intracellulair
de cel verplaatst. De binnenkant van de cel wordt
namelijk negatiever, dit trekt kalium (een positief
geladen ion) weer aan.
Een evenwichtspotentiaal is het potentiaal waar de
hoeveelheid kalium ionen die naar binnen stromen
even groot is als de hoeveelheid kaliumionen die
naar buiten stroomt. Voor kalium is dit ongeveer -
90mV.
Hetzelfde geld voor natrium (een positief ion) die word vervoerd over passieve
ionkanalen. De diffusiekracht zorgt ervoor dat kalium zich naar het intracellulaire
gedeelte kan bewegen. De elektrostatische kracht zorgt ervoor dat natrium terug word
getrokken door de elektrische lading.
→ Om de passieve kanalen te compenseren hebben we de natriumkaliumpomp. Voor
iedere 2 kaliumionen die de cel in worden gepompt, worden er 3 natriumionen de cel
uitgepompt. Dit proces gaat tegen de concentratiegradient in en is dus
energieafhankelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittzw44p. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.40. You're not tied to anything after your purchase.