Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie
Uitgebreide en overzichtelijke samenvatting Pedagogiek (SWK 3). Zowel de theorie uit de hoorcolleges, verplichte literatuur en extra aantekeningen zijn in deze samenvatting verwerkt. Boeken: Van der Horst et al, (2016) Opgroeien in het hedendaagse gezin en Burggraaff-Huiskes Opvoedingsondersteuning
Concepts have been elaborated. Everything is clearly organized and clear.
By: marainieuwenhuizen • 2 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
nienkes97
Reviews received
Content preview
SWK 3 | Pedagogiek
Hoorcollege 1 | Opvoeding en opvoedingsondersteuning
90% van de Nederlandse ouders en kinderen zijn tevreden over de opvoeding. 10% heeft veel vragen
en 5% heeft problemen waarvan 2% te maken heeft met ernstige problemen. Iedere ouder heeft in
meer of mindere mate ideeën over wat hij met de opvoeding van het kind wil bereiken. Die
opvoedidealen of doelen ontstaan op basis van hoe de ouders zelf zijn opgevoed, hun eigen
persoonlijkheidsontwikkeling, het sociale netwerk waarmee ze te maken hebben en de
maatschappelijke- en culturele omgeving waar ouders deel van uitmaken.
In Nederland streven ouders vooral naar opvoeddoelen die te maken hebben met autonomie
(aangezien kinderen tegenwoordig veel meer een eigen leven hebben= vrijheid/zelfstandig) en
respectvolle assertiviteit (omgaan met anderen). Daarnaast zijn er ook universele doelen die gelden
als basisprincipes:
- Het waarborgen van het fysieke, sociale en emotionele welzijn van het kind;
- Kinderen voorzien van de economische competenties om te overleven als volwassene;
- Culturele waarden en normen overdragen waardoor kinderen zich de cultuur eigen maken van de
samenleving waarin zij opgroeien.
Opvoeden: iedere invloed die mensen bedoeld of onbedoeld uitoefenen op de ontwikkeling en het
functioneren van een kind.
Ontwikkelen: stap-voor-stap proces waarin steeds meer mogelijkheden van het kind zich ontplooien.
Kind wordt geleerd om te fietsen (bedoeld), maar krijgt ook veiligheid aangeleerd (onbedoeld).
Opvoeden gaat eigenlijk vanzelf
Als je voldoende tijd hebt voor het kind, genoeg aandacht, je oog hebt voor het karakter, je let op de
initiatieven, je let op de zwakke punten en je probeert die een beetje te compenseren dan lukt het
opvoeden meestal wel.
o Zelfregulatie: opvoeden gaat vanzelf, er zit namelijk iets in de aard van de mens waardoor we
direct in actie komen bij kinderen. Het investeren in kinderen is iets wat automatisch vanuit
binnen komt.
Protoconverstatie: voor kinderen gaan praten, reageren ouders op geluiden van het kind
waardoor er uiteindelijk een woord wordt gezegd: aaa mama
Normen en waarden: krijgen kinderen automatisch mee in de opvoeding, ze geven het door.
Het opvoedproces kenmerkt zich door:
Coregulatie: proces waarbij minimaal twee mensen hun acties continu aanpassen en op elkaar
afstemmen = samen beheersen. Dit is het tegenovergestelde van zelfregulatie waarin het systeem
zichzelf enkel in gang houdt. Bij coregulatie reageren ouders op kinderen en de kinderen reageren
vervolgens weer op de ouders. Door deze interactie die een hoge mate van wederzijdse sturing
heeft, worden kinderen opgevoed en kunnen ze zich ontwikkelen transactional model of
development. Bv. Als kind praat en jij luistert, leert het kind om ook daarna te gaan luisteren.
Adaptatie: aanpassen aan het kind (temperament) en de levensfase.
Opvoeden is een proces dat energie, tijd en soms pijn en moeite van ouders kost. Ouders die over
het algemeen in staat zijn sensitief (gevoel voor hebben/aanvoelen wat er is) en responsief
(passend) te reageren, creëren de meest veilige opvoedsituatie.
Opvoedingsondersteuning
Ouders die vragen of problemen hebben zoeken vaak steun bij familie en vrienden. Zij willen dan
graag informatie, advies, praktische- en emotionele steun. Ze willen advies waar ze echt iets mee
kunnen. Niet de adviezen die ze zelf ook hadden kunnen bedenken. Vaak ervaren ouders een gat
tussen wat zij wensen aan steun en wat zij daadwerkelijk krijgen aan steun.
, Opvoedingsondersteuning rondom huis: Opvoedingsondersteuning in de buurt/wijk:
Partner, vrienden, familie, opvoedtelefoon, Buren, kinderopvang, scholen, buurtcentra,
internet, vrijwilligers via speciale programma’s. opvoedsteunpunt, OKT, projecten in de buurt.
Opvoedingsondersteuning:
o Opvoeders helpen bij het laten opgroeien van kinderen tot burgers die mee kunnen doen in de
samenleving participatie.
o De opvoedingsondersteuning beoogt de ontwikkeling van het functioneren van kinderen te
bevorderen door ouders vroegtijdig te helpen en te voorkomen dat problemen escaleren.
Smalle definitie: het ondersteunen van ouders / Brede definitie: alle opvoeders ondersteunen, dus
van voetbalcoach tot professional Jeugdzorg.
Bij opvoedondersteuning is er sprake van ‘normale’ opvoedingsvragen en problemen. Bij ernstige
opvoedingsproblemen wordt er doorverwezen naar jeugdhulp.
Opvoedingsondersteuning is gericht op het verbeteren van de opvoedsituatie van kinderen, waar
ouders daarvoor verantwoordelijk zijn. De opvoedingsondersteuning heeft drie doelen:
1. Het voorkomen van problemen in de opvoeding of de ontwikkeling van kinderen door ouders
informatie te geven over alledaagse opvoedvragen of door tijdig zwaardere problemen
(kindermishandeling, gezondheidsproblemen of onderwijsachterstand) te signaleren.
2. Het helpen oplossen van bestaande zorgen en problemen bij het opgroeien en opvoeden. Dit kan
gebeuren door middel van een adviesgesprek of door praktische hulp te bieden zoals het
organiseren van een omgangsregeling bij scheiding of financiele ondersteuning bij schulden.
3. Versterken van de pedagogische competenties en vaardigheden van ouders. Dit kan door
bijvoorbeeld ouderbijeenkomsten.
Er zijn verschillende vormen van opvoedingsondersteuning:
- Informatie en voorlichting geven over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en de
voorzieningen in de wijk (folders, flyers, bijeenkomsten, cursussen);
- Bevorderen van sociale steun en zelfhulp (bewust maken van zelfredzaamheid en eigen kracht)
rondom omgaan en opvoeding van kinderen (activiteiten van scholen, centra voor jeugd en gezin,
spelotheken);
- Vroegtijdige signalering en verwijzing;
- Pedagogische advisering, begeleiding en training (spreekuur, hulp aan huis, videohometraining).
In de jaren ’80 sprak men over pedagogische preventie en vroegtijdige onderkenning van
ontwikkelingsstoornissen (VTO). In het algemeen gaat het bij preventie om activiteiten die worden
verricht om ernstige opgroei- en opvoedproblemen te voorkomen. Primaire preventie: voorkomen
van problemen, secundaire preventie: zo vroeg mogelijk signaleren van (dreigende) problemen om
te voorkomen dat er werkelijke problemen ontstaan en tertiaire preventie: nadelige gevolgen van de
geconstateerde problemen minimaliseren.
Factoren in de samenleving die de opvoeding(ondersteuning) beïnvloeden
Opvoeden is tegenwoordig anders dan vroegen doordat:
- Ouders kiezen in de 21e eeuw bewuster voor kinderen. Ze hebben hoge verwachtingen;
- Traditionele normen en waarden voldoen niet meer;
- Ontbreken van groot aanbod van de opvoedingsondersteuning en hulpverleners;
- Hulpverlening heeft gesignaleerd dat een toenemen aantal jeugdigen in de problemen raakt;
- De samenstelling van de bevolking is veranderd door de komst van grote groepen allochtone
gezinnen. Hierdoor is de diversiteit erg toegenomen.
, Hoorcollege 2 | Hedendaagse gezinsvormen
Traditionele kerngezin: (blijvend) gehuwde vader en moeder met één of twee biologische kinderen.
Diversiteit aan huidige gezinsvormen:
- Adoptiekinderen - Eenoudergezin - Tienermoeders (< 20 jaar)
- Pleegkinderen - Gescheiden gezin - Oudere moeders
- Ivf-kinderen - Ouder overleden - Kind met twee vaders en moeder
- Homoseksuele ouders - Samengesteld gezin - Kind met twee moeders en vader
Nederlanders hechten veel waarde aan traditionele kerngezin. Daarnaast denken ze dat een kind
zowel een vaders als een moeder nodig heeft om gelukkig te zijn.
Feiten over timing van ouderschap:
- Tegenwoordig minder tienermoeders (< 20 jaar). Verklaring voor aantal tienermoeders: extra
aandacht voor preventie van zwangerschap en strengere regels met betrekking tot
huwelijksmigratie.
- Tegenwoordig meer oudere moeders (> 45 jaar). Verklaring voor aantal oudere moeders:
hoogopgeleide vrouwen.
- Leeftijd waarop vrouwen 1e kind krijgen neemt toe: 26,4 (1950) 29,5 (2014) 29,6 (2018).
- Leeftijd waarop vaders 1e kind krijgen neem toe: 31,5 (1996) 32,5 (2014) 34,1 (2018).
Relatie tienermoederschap en leefomstandigheden
- Minder positieve ouder-kind interacties;
- Vroegtijdige ouderschap;
Afkomstig uit groot gezin - Lagere intelligentie;
+ - Invloed op ontwikkeling probleemgedrag: grotere kans op
z
Lager sociaaleconomisch milieu criminaliteit;
- Intergenerationele overdracht tienermoederschap: kinderen
van tienermoeders hebben zelf grotere kans om
tienermoeder te worden.
De leefomstandigheden zorgen er eerder voor dat kinderen van tienermoeders zich anders
ontwikkelen dan kinderen van oudere moeders, dan dat het direct gevolg is van het verschil in
leeftijd.
Er zijn verschillende gezinsvormen (tienermoederschap, oudere moeders, eenoudergezinnen,
samengestelde gezinnen, homo-ouderschap en hetero ouderschap) die op verschillende manieren
invloed hebben op de opvoeding.
Tienermoederschap & opvoeding
Kinderen van tienermoeders krijgen vaker te maken met:
- Hardhandige disciplinering,
- Negatieve ouder-kind interacties en
- Lagere mate van sensitiviteit.
Deze effecten worden verklaard door 2 hypothesen:
Sociale-invloed hypothese: de onderbreking in de ontwikkeling van de tiener leidt tot sociale- en
economische stress, waardoor tienermoeder minder goed in staat is tot opvoeden.
Sociale-selectie hypothese: psychosociale factoren leiden tot tienermoederschap en deze factoren
hebben vervolgens ook negatieve invloed op de opvoeding. BV. psychosociale factor (risicogedrag)
seksueel risicogedrag zwangerschap.
, Oudere moeders & opvoeding
De oudere moeders zijn:
- Sensitiever
- Bieden het kind meer structuur
- Hebben meer kennis over het ouderschap omdat ze in een betere situatie leven.
Deze hogere mate van warme en betrokkenheid wordt verklaard vanuit:
Niet-vanzelfsprekende-zwangerschap hypothese: deze ouders hebben veel moeite moeten doen
om kind te krijgen en zijn daarom bewuster en hebben meer kennis over het ouderschap.
Maturiteitshypothese: oudere moeders hebben meer kennis, levenservaring en financieel en sociale
steun, waardoor ze beter in staat zijn om een positief opvoedklimaat te creëren.
Eenoudergezin & opvoeding
Kinderen uit eenoudergezin vertonen:
- Vaker probleemgedrag;
- Hebben emotionele problemen;
- Mindere prestaties op school.
De lagere ontwikkelingskansen zijn vooral te verklaren door ongunstigere financiële situaties. 14%
van alle kinderen (691.331) tussen 0-25 jaar woont in een eenoudergezin. Hiervan zijn
echtscheidingen de grootste oorzaak. Opvallend is dat zo’n gezin vaker uit een enkel kind bestaat.
Perspectief ouder: opvoedingsstress, minder overleg, minder consistent en vooral voor vaders lastig.
Perspectief kind: nemen meer verantwoordelijkheid, zijn zelfstandiger en flexibeler, hebben meer
psychosomatische klachten (combinatie lichaam en geest) en zijn negatiever over de relatie met de
ouder, maar er is wel sprake van een hele hechte relatie.
Samengestelde gezinnen & opvoeding
10% van alle gezinnen is een nieuw samengesteld gezin. Ook hierin is de voornaamste reden een
echtscheiding. De verhoudingen zijn vaak complex waardoor er extra behoefte is aan steun. Het is
lastig omdat er verschillende normen en waarden zijn en de exclusieve aandacht gaat mogelijk
verloren. Ook moeten kinderen opnieuw een eigen plek weten te vinden in het nieuwe gezin.
Homo-ouderschap & opvoeding
Homoseksuele ouders zijn:
- Het sterkst (emotioneel) betrokken bij het kind;
- Stellen meer grenzen;
- Straffen fysiek minder.
Vooral lesbische moeders:
- Zorgen ervoor dat kind in aanraking komt met het rolmodel van het andere geslacht.
Degendered parenting: typische aspecten van de vader/moederrol worden door beiden uitgevoerd.
Homo- en lesbische ouders zijn ouder en hoger opgeleid dan heteroseksuele ouders. Er is tussen
deze gezinsvormen geen verschil in overgang naar ouderschap, opvoedingskennis en vaardigheden.
Feiten over homo-ouderschap en de invloed op kinderen:
- Geen nadelige gevolgen voor kinderen;
- Meisjes uit lesbische gezinnen ambiëren minder traditionele vrouwenberoepen dan meisjes uit
heterogezinnen;
- Jongeren in gezinnen met 2 moeders hebben minder sociale problemen dan jongeren uit
kerngezin;
- Band kinderen met niet-biologische moeder bij lesbische moeder sterker dan bij homo-vaders;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkes97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.