100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Familiaal Vermogensrecht (volledig) $18.19
Add to cart

Class notes

Familiaal Vermogensrecht (volledig)

 20 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Notities van al de lessen (H. Thijs) en gastlessen met PowerPoints en schema's. De extra literatuur is mooi ingewerkt in de notities zodat de materie in eenzelfde document kan geleerd worden. Oefeningen met antwoorden zijn er ook. N.B. Het boek "Erfrecht en giften na de codificatie van 2022" kan...

[Show more]

Preview 10 out of 281  pages

  • January 3, 2025
  • 281
  • 2024/2025
  • Class notes
  • H. thijs
  • All classes
avatar-seller
Familiaal Vermogensrecht
Inleiding
Inhoud

Relatievermogensrecht Erfrecht Giften
Huwelijksvoordelen WTOV GEO
Verrekenbedingen Rechten van onterfde
Vermogens- kinderen
verschuivingen De reserve
Samenwonings- (discussiecollege)
vermogensrecht Digitale nalatenschap
(discussiecollege)
Gender &
relatievermogensrecht


Overkoepelend thema: vermogensplanning tussen echtgenoten
Overkoepelende doelstelling: kritische blik op het Belgische familiaal
vermogensrecht
 Diepgaande juridisch-technische analyse
 Rechtsvergelijking
 Interdisciplinaire blik
 Kritische analyse van beleidskeuzes
Wat is te kennen voor het examen?
 Powerpoints
 Collegenotities
 Casman/Verbeke, Vermogensplanning tussen echtgenoten, Antwerpen,
Intersentia, 2021 (Acco)
 Extra documentatie op Toledo
Schriftelijk examen met open vragen




1

,Thema 1. Huwelijksvoordelen
Documentatie:
 H. Casman en A.-L. Verbeke, “Huwelijksvoordelen” in J. Bael en R.
Barbaix (eds.), Het familiaal vermogensrecht na de codificatie - XLIXe
Postuniversitaire Cyclus Willy Delva, Mechelen, Kluwer, 2024, 1-52;
 Gent 7 september 2023, nr. 2022/FA/120;
 GwH 10 juli 2019, nr. 109/2019.

Hoofdstuk 1. Algemene verdieping
§1. Wat zijn huwelijksvoordelen?
Niet eenvoudig : er is geen algemene wettelijke definitie, enkel een wettelijke
omschrijving
 Spijtig, mislukte kans?
Verklaringen;
 “Moeizame” codificatie van 2022 (cf. Verbeke, TPR 2022, 783-795)
Er was in 2018 een grondig hervorming, gevolgd door een codificatie die beperkt,
enkel formeel zou moeten geweest zijn. Maar het is moeizaam geweest omdat ze
het in 2019 via een KB wouden doen (omdat het maar om beperkte stappen
ging) maar de RvS zei dat het voor een KB te ver ging. Uiteraard de KB zou de
wet wijzigen (titels, namen, …). Er is uiteindelijke een wet gekomen. Een formele
wet maar toch gevoelig voor sommige experten, notarissen, … Waarom? Die
hervorming lag noch op de mag dus deze wet was de mogelijkheid om nog te
bekritiseren.
Ook de langs de Franstalige kant (tegenover de Nederlandstalige) : op de vraag
wie beschermen we? Zeggen we in Vlaanderen de LLE (de laatste Kapitein op de
boot) en in Wallonië, de kinderen (“antistiefouder die met het geld zou weggaan”
logica).
Origineel ging er een aparte deel zijn voor de huwelijksvoordelen met een
definitie, plafonds, … maar daar is veel kritiek opgekomen en het is in he water
gevallen (maar enkel de codificatie daarvan, de tekst zou je in principe kunnen
gebruiken als “definitie”).
De voorgestelde wetsbepaling luidde:
Ҥ 1 Voordelen die een echtgenoot uit de samenstelling, de werking, de
vereffening of de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen verkrijgt,
worden huwelijksvoordelen genoemd
§ 2 Huwelijksovereenkomsten waarmee huwelijksvoordelen worden toegekend,
worden niet als schenkingen beschouwd, tenzij de wet anders bepaalt ”
 Dus zijn er maar wettelijke omschrijvingen in arts. 2.3.57, 2.3.58, 2.3.59 en
2.3.60 BW die elk een uitleg geven.



2

,Huwelijksvoordelen zijn “voordelen die een huwelijksovereenkomst toekent
(1) en die uit de samenstelling, de werking, de vereffening of de
verdeling van het gemeenschappelijk vermogen kan verkregen worden
(2)”


Twee wezenskenmerken:
1) Voordeel moet ontstaan uit huwelijksovereenkomst
2) Voordelen moet huwelijksvermogensrechtelijk zijn verkregen,
d.w.z. verkregen uit samenstelling, werking, vereffening of
verdeling van het huwelijksvermogensstelsel
Voor een goed begrip van dit leerstuk is het nuttig om het eerst te bestuderen in
de context van een stelsel van gemeenschap van goederen (§2). De wet vermeldt
de huwelijksvoordelen immers onder de ‘bedingen tot afwijking van de wijze van
vereffening en verdeling’ in een gemeenschapsstelsel (art. 2.3.55 en 2.3.57 tot
2.3.60 BW). De basis voor de theorie die rond huwelijksvoordelen is opgebouwd
zit aldus vervat in de regels die voor een gemeenschapsstelsel gelden. Hoe deze
regels dan naar analogie ook in scheidingsstelsels gelden, bespreken we daarna
(§3).

§2. Huwelijksvoordelen binnen het wettelijk stelsel

1. IJkpunt: gelijke verdeling van de aanwinsten

Wettelijk is er slechts sprake van een huwelijksvoordeel indien het
huwelijksvermogensrechtelijk voordeel uit de huwelijksovereenkomst ontstaat.
- Kan er dan geen sprake zijn van een huwelijksvoordeel dat louter uit de
werking van het wettelijk stelsel ontstaat?
- Kan m.a.w. het wettelijk stelsel niet voor een van de echtgenoten
‘voordeliger’ zijn dan voor de andere?
- Is dat ‘voordeel’ dat uit het wettelijk stelsel ontstaat dan geen
‘huwelijksvoordeel’?
- En als het geen huwelijksvoordeel is, wat is het dan?
Er is een GV, die (behoudens inbreng) louter uit aanwinsten bestaat. In die GV
worden alle inkomsten van beide echtgenoten opgenomen (en al hetgeen ze
daarop sparen en verwerven). In die aanwinsten zijn beide echtgenoten bij
ontbinding van het wettelijk stelsel gelijkgerechtigd. Het is zeker dat de
inkomsten die elk der echtgenoten tijdens het huwelijk genereert mathematisch
nooit volledig gelijk zijn of dat ze niet volledig gelijk bijdragen tot de opbouw van
hun gezamenlijke aanwinsten.
 Dat betekent dat de gelijke verdeling van ongelijk opgebouwde aanwinsten
voor de echtgenoot met het laagste inkomen of met het grootste
bestedingsgedrag, voordelig kan zijn.
 !! in de ogen van de wetgever geen enkel belang
 Essentieel: beide echtgenoten zijn in hun gezamenlijke aanwinsten gelijk
en in natura gerechtigd, zonder dat hoeft te of kan worden nagegaan of die



3

, gelijke verdeling een van hen bevoordeelt (zou immers onmogelijk zijn om
dit na te gaan).
 Geen huwelijksvoordeel door het solidariteitsbeginsel




4

,Aanwinsten versus niet-aanwinsten
 Aanwinsten
Het gaat om de inkomsten van de echtgenoten gegenereerd tijdens het huwelijk
zijn: inkomsten uit hun beroepsactiviteit (of wat daarmee gelijkgesteld); hetgeen
ze samen of afzonderlijk op deze inkomsten opsparen, nadat onder meer de
gezinslasten en andere schulden zijn betaald; beleggingen en investeringen die
ze, samen of afzonderlijk, met deze inkomsten, en besparingen realiseren, of
goederen die ze samen of afzonderlijk met deze inkomsten of deze besparingen
verwerven.
 Niet-aanwinsten
Het gaat om de tegenwoordige (goederen waarvan een echtgenoot reeds voor
het huwelijk eigenaar was) en toekomstige goederen (erfenis/gift).
Statuut (eigen of gemeenschappelijk) versus. kwalificatie (aanwinsten
en niet aanwinsten)
Een moeilijke vraag betreft de inkomsten van eigen goederen. In het wettelijk
stelsel zijn die gemeenschappelijk, tenzij contractueel anders bedongen. Heeft
deze wijziging qua statuut (van gemeenschappelijk naar eigen), dan ook
gevolgen voor de kwalificatie (van aanwinst naar niet-aanwinst)?
Er is een overlap tussen de aanwinsten en EV maar niet altijd
Voorbeelden :
 Stel : een inbreng van EV in het GV
o Statuut : GV
o Kwalificatie : voorhuwelijksgoed dus niet aanwinst
 Stel : een goed verkregen met beroepsinkomsten in een stelsel van
scheiding van goederen
o Statuut : EV
o Kwalificatie : aanwinsten

Quid met de inkomsten van eigen goed?
Alle inkomsten kwalificeren in principe als aanwinsten. Maar onderscheid
tussen de aanwinsten pur sang, die direct voortvloeien uit de huwelijkse
beroepsinkomsten en de aanwinsten in de ruime zin van het woord.
 Inkomsten uit eigen goederen horen we tot aanwinsten in de ruime.
Voor de kwalificatie van de huwelijksvoordelen moeten we dat
ruimaanwinstenbegrip hanteren.
 De inkomsten van eigen goederen zijn dus aanwinsten, ongeacht of ze tot
het GV horen of niet.
Worden ze uit de gemeenschap gesloten, dan: kwalificatie = aanwinst en
statuut = eigen goederen.
 De echtgenoten kunnen immers wel zelf het statuut van hun goederen
nader bepalen, maar niet de kwalificatie als aanwinsten of niet-
aanwinsten.


5

,  De wijziging van het statuut van de inkomsten van eigen goederen, wijzigt
daarom niet de kwalificatie als een aanwinst.
2. Meer dan het ijkpunt: een huwelijksvoordeel, ongelijke verdeling van
aanwinsten

Een echtgenoot kan meer verkrijgen dan dat wat het ijk- of referentiepunt hem
zou toekennen (meer dus dan de helft van de aanwinsten), als gevolg van een
beding van de huwelijksovereenkomst, dat afwijkt van de regels van het wettelijk
stelsel met betrekking tot de samenstelling, de werking, de vereffening of de
verdeling van het GV.
1. Samenstelling
Een inbreng : indien een van de echtgenoten een niet-aanwinst (goed reeds
voor het huwelijk verkregen, of tijdens door erfenis of gift verkregen, art. 2.3.53
BW) in de gemeenschap inbrengt. Als de aldus aangevulde gemeenschap
vervolgens gelijk tussen de echtgenoten wordt verdeeld, ontstaat uit dit beding
een voordeel voor de echtgenoot-niet-inbrenger.
 Niet alleen is hij gerechtigd op de helft van de aanwinsten die in de
gemeenschap vervat zijn; hij is ook gerechtigd op de helft van het
ingebrachte goed, dat een niet-aanwinst is.
Uitbreng : andersom schept de uitbreng ook een voordeel omdat het
uitgebrachte goed exclusief aan één echtgenoot wordt toegekend, en niet meer
gelijk tussen beide echtgenoten zal worden verdeeld (echtgenoot krijgt 100% in
de plaats van de 50% basis en zonder vergoeding).
Algehele gemeenschap
2. Werking
Levensverzekering: indien een van de echtgenoten in de
huwelijksovereenkomst de begunstiging via een levensverzekering expliciet als
voorzorgsmaatregel en dus als niet-schenking kwalificeert (art. 2.3.45 BW).
 Hierdoor groeit de gemeenschap aan met gelden die niet langer tot het EV
van die echtgenoot behoren, en via de gelijke verdeling van de
gemeenschap tot voordeel van de andere echtgenoot strekken. Hierdoor
ontvangt de andere echtgenoot immers boven op de helft van de
aanwinsten die in de gemeenschap vervat zijn, de helft van het eigen geld
dat door de gemeenschap is opgeslorpt.
Vergoedingsrekening: eigen gelden investeren in de renovatie van GV,
normaal moet het EV vergoed zijn. Er kan bedongen worden dat er geen
vergoeding is. Het GV is aangegroeid die een voordeel geeft.
Een vrouw is gehuwd onder het wettelijk stelsel en bedingt in de
huwelijksovereenkomst dat de inkomsten van haar EV eigen blijven (><
wettelijke regel van art. 2.3.22, § 1, 2° BW). Bij overlijden van haar man wordt de
gemeenschap bij helften verdeeld. Daarin zitten niet de inkomsten van het EV
van de vrouw, en dus ook niet wat ze daarop bespaard of ermee belegd heeft.
Dat zijn aanwinsten die niet gelijk verdeeld worden. De vrouw verkrijgt meer dan
de helft van de huwelijkse aanwinsten, en dat is voor haar een huwelijksvoordeel.


6

,7

, 3. Vereffening
Beding van vooruitmaking (2.3.55, 3 BW): een van de echtgenoten in de
huwelijksovereenkomst het recht verkrijgt om bepaalde gemeenschapsgoederen
voor de verdeling ervan vooraf te nemen (goederen komen integraal aan de
echtgenoot-begunstigde ten goede). Na de vooruitmaking worden de overige
gemeenschapsgoederen gelijk verdeeld. De andere echtgenoot zal slechts
aanspraak hebben op de helft van die overige gemeenschapgoederen, na
uitkering van de vooruitgemaakte goederen. Er is dus een voordeel voor de
echtgenoot-begunstigde, want hij ontvangt meer dan de helft van aanwinsten,
die in de gemeenschap vervat zijn.
B.v.d.: GV : 250 (huis, 50 + 200). In principe, elk 125. Met de
vooruitmakingsbeding krijgt A 50 en nadien verdeling, elk 100. Dus A, 150 (=>
Huwelijksvoordeel van 50) en B, 100
4. Verdeling
Bijvoorbeeld indien de LLE via een verblijvingsbeding gerechtigd is op de hele
gemeenschap, of via een beding van ongelijke verdeling op een groter deel
dan de helft.
De echtgenoot-begunstigde verkrijgt een voordeel omdat hem meer dan de helft
van de aanwinsten die in de gemeenschap vervat zijn, wordt toegewezen.
B.v.d. verblijvingsbeding : 100% van het GV gaat naar de LLE. GV = 250, B
overlijdt, A krijgt 250 (voordeel van 125)
5. Of een combinatie hiervan
Uiteraard kunnen verschillende bedingen gecombineerd worden. Zo b.v.d. een
beding van inbreng (dat de samenstelling van de gemeenschap wijzigt) en een
verblijvingsbeding (dat de verdeling van de gemeenschap wijzigt). Dan is het
voordeel voor de echtgenoot-niet-inbrenger nog groter: hij is gerechtigd op alle
aanwinsten (meer dan de helft dus), en op het hele ingebrachte goed (een niet-
aanwinst). Hij geniet dan een nog ruimer huwelijksvoordeel.
3. Kwalificatie en nut: Huwelijksvoordeel is niet-schenking

Het essentiële kenmerk van huwelijksvoordelen is echter dat ze geen
schenkingen zijn (wettelijke fictie: zelfs als er bij een van de echtgenoten de
intentie leefde om met het beding de andere echtgenoot te begunstigen, kan het
bestaan van een dergelijke animus donandi de kwalificatie van het
huwelijksvoordeel niet beïnvloeden.).
 De regels inzake inkorting zijn er dus niet op toepasselijk: kinderen kunnen
enkel de inkorting vragen van schenkingen, of van legaten, die hun reserve
aantasten.
*Inkorting : kinderen hebben een reserve (helft van de boedel) die beschermd
wordt door de inkorting die de kinderen de mogelijkheid geeft om de begiftigde
te vorderen. B.v.d.: nalatenschap : 200, gift : 400. Rekenboedel = 600, globale
reserve van het enig kind : 300. Inkorting van 100 op de gift mogelijke




8

,Zijn de kinderen dan machteloos ten aanzien van de huwelijksvoordelen
die hun vader of moeder aan zijn of haar echtgenoot heeft toegekend,
zelfs als deze huwelijksvoordelen bijzonder ruim zijn?
!! Geen onbegrensde inbreuk op reserve van de kinderen !!
 Volkomen (niet inkortbaar) vs. onvolkomen huwelijksvoordelen (inkortbaar)
4. Huwelijksvoordeel kan volkomen of onvolkomen zijn

Er wordt een aanvullende regel opgelegd, om een zeker evenwicht te bewaren
tussen de belangen van de LLE en deze van de kinderen van de overleden
echtgenoot. Daarom besliste de wetgever dat, ondanks de kwalificatie als niet-
schenkingen, huwelijksvoordelen in bepaalde omstandigheden, op vraag van die
kinderen, inkortbaar moeten zijn.
 ! Het blijven niet-schenkingen, maar zijn toch, gebeurlijk, inkortbare niet-
schenkingen.
Volkomen huwelijksvoordelen: huwelijksvoordelen die ‘reservebestendig’ zijn.
Onvolkomen huwelijksvoordelen: huwelijksvoordelen die wel inkortbaar zijn
omdat ze deze aanvaardbare perken/plafonds overschrijden (wordt enkel als
schenking behandeld voor de toepassing van de regels inzake inkorting).
Wanneer volkomen of onvolkomen?
2 parameters:
1. Gemeenschappelijke kinderen (art. 2.3.57 BW) vs. niet-




gemeenschappelijke kinderen (2.3.58 BW)
2. Aanwinsten vs. niet-aanwinsten




9

, Hoog plafond: huwelijksvoordelen ten aanzien van gemeenschappelijke
kinderen
Indien het gemeenschappelijke kinderen heeft. Zijn de kinderen van de overleden
echtgenoot die meteen ook kinderen van de LLE (En ook kinderen van de ene
echtgenoot die gewoon of ten volle door de andere echtgenoot zijn geadopteerd,
art. 2.3.57, tweede lid BW).
Ratio?
De wet gaat er immers van uit dat voordelen die de LLE verkrijgt,
vervolgens in haar nalatenschap nog aanwezig zullen zijn en dan
uiteindelijk toch door de gemeenschappelijke kinderen zullen worden
vererfd. Daarom mag de LLE in de hypothese van gemeenschappelijke kinderen
ruime huwelijksvoordelen verkrijgen.
Kritiek : zal niet altijd blijken te kloppen. De gemeenschappelijke kinderen
hebben geen enkele zekerheid dat de LLE zo zorgvuldig met de verkregen
voordelen zal omgaan dat ze er bij haar overlijden nog zullen zijn, noch dat deze
dan exclusief door deze gemeenschappelijke kinderen zullen worden vererfd.
! Dat betekent niet dat het vermogen van de ouder die als eerste overlijdt, via
huwelijksvoordelen steeds volledig kan worden leeggehaald ten voordele van de
LLE. Ergens moest er een limiet worden gesteld. Die wordt verder bepaald naar
het voorwerp van het huwelijksvoordeel.
Start: ijkpunt
1° De wet laat toe dat de echtgenoten huwelijksvermogensrechtelijk aan
de langstlevende alle aanwinsten laten toekomen, en dat dit
huwelijksvoordeel dan nog steeds een volkomen, reservebestendig,
huwelijksvoordeel zou zijn.
 De aanwinsten zijn immers tijdens het huwelijk opgebouwd door
gezamenlijke inspanningen van beide echtgenoten. Ze behoren hen dus
toe, ze mogen in volle vrijheid bepalen wat er met die aanwinsten gebeurt
als een van hen overlijdt. De default-regel is dat ze gelijk verdeeld worden,
maar daar mogen de echtgenoten die gemeenschappelijke kinderen
hebben, maximaal van afwijken.
 Ze mogen aldus huwelijksvermogensrechtelijk bedingen dat alle
aanwinsten bij overlijden integraal en exclusief aan de langstlevende
toekomen. Dit is een huwelijksvoordeel waarop de regel van de inkorting
niet toepasselijk is (volkomen huwelijksvoordeel).
2° niet-aanwinsten (tegenwoordige of toekomstige goederen) in de
gemeenschap: helft
 Ze zijn niet opgebouwd door de gezamenlijke inspanningen van beide
echtgenoten. Ze dateren van voor het huwelijk, of zijn verkregen uit
erfenissen of schenking, en komen dus uit de familie van een van hen.
Dergelijke goederen staan los van de huwelijkse partnership of joint
venture die de grondgedachte vormt van het solidariteitssysteem.
 Het is pas als de omvang van het voordeel uitstijgt boven de helft van de
waarde van deze niet-aanwinst, dat er sprake is van een onvolkomen
huwelijksvoordeel.


10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arnodeschuyffeleer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $18.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$18.19  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added