Kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek (KOM): Samenvatting boek Custom Research Methods - Morling
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Psychologie
Kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek (201800051)
All documents for this subject (24)
1
review
By: jipvanbladel • 3 year ago
Seller
Follow
mwd_psychologie
Reviews received
Content preview
Samenvatting KOM Grasple: Correlationeel
onderzoek
Verschillende meetniveaus
Er zijn verschillende meetniveaus. Het meetniveau van je variabele bepaalt welke statistische
tools je wel en niet kunt gebruiken. Om daar de juiste keuze in te maken, moet je het
meetniveau van je variabelen weten. In deze les leer je vier verschillende meetniveaus
kennen.
Laten we eerst even kijken naar de twee kenmerken van een variabele:
1. Een variabele heeft numerieke waarden
2. Een variabele varieert van persoon tot persoon
Wanneer we het meetniveau van een variabele bepalen, kijken we naar de numerieke
waarden van deze variabele.
Je kunt alle variabelen verdelen in twee soorten:
1. Categorische variabelen (categorical in het Engels):
De waarden geven groepen/categorieën aan
2. Kwantitatieve variabelen (quantitative in het
Engels): De waarden geven een kwantiteit aan (een
hoeveelheid/grootte)
Bij categorische variabelen spreken we van een nominaal meetniveau.
Bij een nominale variabelen vertegenwoordigen de waarden namen/woorden/categorieën.
Nominale variabelen zijn een kwalitatieve classificatie zonder ordening.
Fruit is daar een voorbeeld van: 1 = appel, 2 = banaan, 3 = peer.
Dit fruit heeft geen natuurlijke ordening. Het fruit 2 (= banaan) is niet meer of groter of beter
dan het fruit 1 (= appel).
Voorbeeld
Stel, je verkoopt ijsjes aan kinderen in de buurt voor wat extra inkomen. Je houdt voor elke
dag bij welke smaak het meest populair was én hoeveel ijsjes je verkocht hebt.
De variabele “de meest populaire smaak” is gemeten op nominaal niveau, maar de variabele
“aantal verkochte ijsjes” niet.
, Binnen de kwantitatieve variabelen zijn er drie verschillende meetniveaus:
1. Ordinaal
2. Interval
3. Ratio
Variabelen gemeten op ordinaal meetniveau zijn óf een kwalitatieve óf een kwantitatieve
classificatie met een logische ordening. Je kunt bij dit meetniveau waardes (alleen) een naam
geven en op volgorde zetten. Ordenen >> Ordinaal
Variabelen gemeten op interval meetniveau hebben een natuurlijk ordening. De verschillen
tussen waardes bij interval variabelen zijn meetbaar en relevant: gelijke verschillen tussen
waarden hebben dezelfde betekenis. Interval variabelen hebben geen absoluut
nulpunt (zelfs als de waarde 0 wel voor kan komen). Met de waarden van een interval
variabele kun je gewoon rekenen. Je kunt er bijvoorbeeld een gemiddelde mee uitrekenen.
Variabelen gemeten op ratio meetniveau hebben alle eigenschappen van een interval
variabelen, plus dat ratio variabelen wel een absoluut nulpunt hebben, waarbij een waarde
van 0 de afwezigheid van de gemeten variabele betekent. Net als bij interval variabelen
hebben de verschillen tussen de getallen wel een betekenis. Numerieke schaal
Voorbeelden
Ordinaal meetniveau
Het KNMI weeralarm: 0 = geen, 1 = code geel, 2 = code oranje en 3 = code rood. In dit geval
is er een natuurlijke ordening van de vier waarden/categorieën.
Het uitreiken van de Oscars: 1 = de beste film, 2 = de tweede beste film, 3 = de derde beste
film, . . . De numerieke waarden zijn een natuurlijke ordening, maar betekenen verder niks.
Interval meetniveau
Een voorbeeld van een interval variabele is de score op de CITO toets in groep 8. Een score
van 537 is beter (meer kennis) dan een score van 536. En het verschil tussen een score van
530 en 532 is even groot als dat tussen 532 en 534. Het verschil van 2 punten geeft hetzelfde
verschil in kennis aan.
Ratio meetniveau
Voorbeelden van ratio variabelen met een absoluut nulpunt zijn lengte en gewicht. Een
gewicht of een lengte van 0 betekent dat het object wat je meet geen lengte of gewicht
heeft. Bovendien kun je geen negatieve lengtes of gewichten meten.
Het verschil tussen 1.30m en 1.40m is hetzelfde als het verschil tussen 1.50m en 1.60m.
Bovendien kun je stellen dat 200 meter sprinten twee keer zo ver is als 100 meter sprinten.
Nominaal meetniveau
De eerste onderzoeker, Jasper, gaat alcoholgebruik meten door te vragen aan studenten wat
ze het liefste drinken tijdens een avond stappen (bier – wijn – fris – sterke drank)
Ratio meetniveau
De tweede onderzoeker, Marianne, gaat alcoholgebruik meten door aan studenten te
vragen hoeveel glazen alcohol zij op een stapavond gemiddeld drinken.
Ordinaal meetniveau
De laatste onderzoeker, Patrick, gaat alcoholgebruik meten door studenten aan te laten
geven hoeveel zij drinken met als antwoordopties: niets – weinig – gemiddeld – veel – heel
veel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mwd_psychologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.