100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bedrijfseconomie A samenvatting (parate kennis) $11.15
Add to cart

Summary

Bedrijfseconomie A samenvatting (parate kennis)

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 4 van bedrijfseconomie A. Deze samenvatting bevat onder andere uitleg over de balans, liquiditeitsbegroting, resultatenrekening, maar ook veel formules, als die om de rentabiliteit te berekenen.

Preview 3 out of 21  pages

  • January 3, 2025
  • 21
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Beoordelingscriteria
De student:
• Kan een balans opstellen en velt op basis daarvan een globaal oordeel over
de financiële situatie van een bedrijf of bedrijfsactiviteit door het gebruik van
ratio's.
• Kan een resultatenrekening opstellen en de bijbehorende ratio's berekenen.
• Kan een liquiditeitsrekening opstellen.
• Kent verschillende kostensoorten en kan deze toepassen.
• Kent het verschil tussen vaste en variabele kosten en kan op basis daarvan
een break-even-punt vaststellen of een standaard kostprijs berekenen.
• Kent het verschil tussen directe en indirecte kosten en kan op basis daarvan
een kostprijs berekenen.
• Kent de belangrijkste fiscale regelingen op het gebied van loonbelasting en
sociale premies en pensioenpremies en kan op basis daarvan de
arbeidskosten uitrekenen.
• Maakt een berekening van de arbeidskosten, de productieve uren en het
uurloon.


BALANS – 10 vragen
- Vaste/vlottende activa kennen/begrijpen
- Eigen vermogen/vreemd vermogen kennen/begrijpen/toepassen
- Afschrijvingen lineair (balanspositie) toepassen
- Balansratio’s – liquiditeitskengetallen (h4) begrijpen/toepassen
- Balansratio’s – solvabiliteitskengetallen (h4) begrijpen/toepassen

RESULTATENREKENING – 7 vragen
- Resultatenrekening algemeen kennen/begrijpen/toepassen
- Indeling resultatenrekening begrijpen/toepassen
- Rentabiliteitskengetallen begrijpen/toepassen

LIQUIDITEITSREKENING – 5 vragen
- Liquiditeitsrekening kennen (1)/begrijpen (2)/toepassen (2)

KOSTENSOORTEN – 8 vragen
- Afschrijvingen (kosten) kennen/begrijpen/toepassen
- Loonkosten begrijpen/toepassen
- Rentekosten kennen/begrijpen/toepassen

VASTE EN VARIABELE KOSTEN – 13 vragen
- Vaste en variabele kosten kennen (1)/begrijpen (2)/toepassen (1)
- Break-evenanalyse/veiligheidsmarge kennen (1)/begrijpen (1)/toepassen (2)
- Integrale kostprijs kennen (1)/begrijpen (2)/toepassen (2)

DIRECTE EN INDIRECTE KOSTEN – 7 vragen
- Kostenverbijzondering opslagmethode begrijpen (1)/toepassen (2)
- Indirecte vs. directe kosten kennen (1)/begrijpen (2)/toepassen (1)


1

, Bedrijfseconomie A - HOOFDSTUK 1a
Een balans is een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald
moment.
De balans kun je op twee manieren opstellen:
1. Verticaal: alle informatie onder elkaar à Eigen vermogen = Bezittingen − Schulden
2. Horizontaal: we verdelen de balans in een linker- en een rechterkant.
Bezittingen Eigen vermogen (financieren met eigen geld)
Schulden (financieren met geleend geld; ook
wel vreemd vermogen genoemd)
è Aan de linkerkant staan de bezittingen en aan de rechterkant staat hoe deze bezittingen
gefinancierd zijn.

Linkerkant (debetzijde)
Om de balans leesbaarder te houden verdelen we de bezittingen onder in looptijd:
• Vaste activa: bezittingen die je langer dan één jaar gaat gebruiken
• Vlottende activa: bezittingen die je korter dan één jaar gaat gebruiken (à hieronder valt
ook het geld in de kas of op de bank. Kas en bank samen = liquide middelen)

Nadat je de bezittingen verdeeld hebt in looptijd, deel je ze ook in soort in. Kas en bank komen
apart voor op de balans.

Grootboekrekening van bezit: Iedere afzonderlijke bezitting onderverdeeld naar soort
De bezittingen staan van boven naar beneden in toenemende liquiditeitsvolgorde. De kas is het
meest liquide en staat dus onderaan.

Rechterkant (creditzijde)
De creditzijde van de balans laat zien waarmee de bezittingen gefinancierd zijn, dit kan met:
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
De rubriek Eigen vermogen kan ook één of meerdere grootboekrekeningen bevatten.

Het vreemd vermogen (de schulden) wordt net zoals de bezittingen onderverdeeld in looptijd:
- Vreemd vermogen lange termijn (LT): schulden met een looptijd langer dan 1 jaar
- Vreemd vermogen korte termijn (KT): schulden met een looptijd korter dan één jaar

Het vermogen wordt van boven naar beneden in afnemende looptijd weergegeven.
è Eigen vermogen staat permanent ter beschikking en staat boven het vreemd vermogen.

Ook voor de schulden geldt dat je ze na het onderverdelen in looptijd weer gaat onderverdelen
in soort. Iedere soort schuld noem je een grootboekrekening van schuld.

Een balans is altijd in evenwicht.
è Eigen vermogen = Bezittingen – Schulden
Vaste Activa Eigen Vermogen
Inboedel Eigen Vermogen
Vlottende Activa Vreemd Vermogen LT
Voorraden Lening o/g

Bank Vreemd Vermogen KT

Kas Leveranciers



2

, Bedrijfseconomie A - HOOFDSTUK 1b
Het eigen vermogen geeft jouw rijkdom in financieel opzicht weer
Het verschil in eigen vermogen tussen twee persoonlijke balansen noemen we nettoresultaat.

Je kan het nettoresultaat over een bepaalde periode bepalen met een beginbalans en een
eindbalans van die periode:
Nettoresultaat = Eigen vermogen Eindbalans − Eigen vermogen Beginbalans
è Een positief nettoresultaat = nettowinst
è Een negatief nettoresultaat = nettoverlies.

Als je voorafgaand aan een bepaalde periode wilt bepalen wat het nettoresultaat is en hoe dat is
opgebouwd, dan moet je een resultatenbegroting opstellen.
Resultatenbegroting: overzicht van de verwachte opbrengsten en kosten in die periode.
• Opbrengsten maken het eigen vermogen groter door de verkoop van producten
• Kosten maken het eigen vermogen kleiner door gebruik en verbruik van productiemiddelen

Het ter beschikking stellen van vaste activa (verhuur) of liquide middelen (uitlenen) kan ook als
de verkoop van een dienst worden gezien.

Productiemiddelen: alles wat we gebruiken of verbruiken om de producten te maken.
è We gebruiken een productiemiddel als dat meerdere perioden meegaat
è We verbruiken productiemiddelen als ze direct in één productieproces opgaan.

Bij gebruik à gaat om vaste activa (bijvoorbeeld laptop) à meerdere perioden kunnen inzetten
à toch kosten aan verbonden à door gebruik en ouder worden daalt de laptop in waarde. We
moeten dan op deze laptop afschrijven en spreken in dat geval van afschrijvingskosten.

Bedrijfseconomie A - HOOFDSTUK 1c
Liquiditeitsbegroting: overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven in een
toekomstige periode.
è Opstellen als je wil weten of je in een toekomstige periode wel aan je kortlopende
verplichtingen kunt voldoen.
è Gaat alleen maar om in- en uitgaande geldstromen (1 portemonnee en 1 bankrekening)
o Portemonnee: KAS
o Bankrekening: BANK

Je begint een liquiditeitsbegroting met de beginsaldi van Kas en Bank. Als je het Kassaldo en
het Banksaldo bij elkaar optelt, dan heb je de voorraad liquide middelen aan het begin van de
periode (beginvoorraad):
Beginvoorraad = Beginsaldo Kas + Beginsaldo Bank

Voorraad liquide middelen aan het eind van de periode (eindvoorraad):
Eindvoorraad = Beginvoorraad + Verwachte ontvangsten − Verwachte Uitgaven
è Positief: er zijn aan het einde nog liquide middelen over

Als je de beginvoorraad liquide middelen en de eindvoorraad liquide middelen van die periode
hebt berekend, kun je de wijziging van de voorraad liquide middelen in die periode berekenen:
Wijziging voorraad = Eindvoorraad – Beginvoorraad
Ook wel: Wijziging voorraad = Nieuw – Oud

Als je de eindvoorraad nog niet hebt berekend, kun je de wijziging ook direct berekenen:
Wijziging voorraad = Verwachte Ontvangsten − Verwachte Uitgaven
è Positief: voorraad liquide middelen neemt toe
è Negatief: voorraad liquide middelen neemt af



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shivarenner. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$11.15
  • (0)
Add to cart
Added