100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderzoekspracticum inleiding onderzoek (PB0212) $10.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Onderzoekspracticum inleiding onderzoek (PB0212)

 7 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Een complete no nonsense samenvatting. Helder uitleg en you tube filmpjes links om de stof goed onder de knie te krijgen. Hierbij samengevat uit het Brightspace en het boek die je online ziet. Onderzoekspracticum inleiding onderzoek (PB0212)

Preview 4 out of 35  pages

  • January 3, 2025
  • 35
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Thema 1.1 - Wetenschappelijk Onderzoek

Waarom wordt wetenschap beoefend?

 Wetenschap wordt uitgevoerd om kennis te vergaren, patronen te begrijpen en fenomenen te
verklaren.
 Het doel is om objectieve en betrouwbare kennis te creëren die de samenleving kan helpen in
besluitvorming en innovatie.
 Wetenschap probeert subjectieve meningen en vooroordelen te minimaliseren door systematische en
herhaalbare methoden te gebruiken.

De empirische onderzoekscyclus (OSVAR):

Wetenschappelijk onderzoek volgt de empirische onderzoekscyclus, die uit de volgende fasen bestaat:

1. Onderzoeksvraag formuleren:
o Een duidelijke, afgebakende vraag opstellen.
2. Studie ontwerpen:
o Methodologie bepalen: steekproef, meetinstrumenten en procedures.
3. Data verzamelen:
o Gegevens verzamelen via experimenten, observaties of enquêtes.
4. Data analyseren:
o Statistische methoden toepassen om resultaten te interpreteren.
5. Rapporteren:
o Resultaten publiceren en delen met de wetenschappelijke gemeenschap.

Dubieuze onderzoekspraktijken:

Dit zijn handelingen die de betrouwbaarheid en integriteit van onderzoek ondermijnen:

1. P-hacking:
o Selectief rapporteren van alleen statistisch significante resultaten.
2. HARKing (Hypothesizing After Results are Known):
o Achteraf hypothesen aanpassen om de resultaten te verklaren.
3. Fabricatie en falsificatie:
o Verzinnen of manipuleren van gegevens.
4. Publicatiebias:
o Voorkeur geven aan positieve resultaten in publicaties.

Belangrijk: Dubieuze praktijken schenden wetenschappelijke integriteit en verminderen de betrouwbaarheid
van bevindingen.

Thema 1.2 - Operationalisaties

Wat zijn variabelen en hun functies?

 Een variabele is een kenmerk of eigenschap die kan variëren tussen individuen, groepen of
omstandigheden.
 Variabelen hebben verschillende functies in onderzoek:
o Onafhankelijke variabele: De variabele die wordt gemanipuleerd of gecontroleerd.
o Afhankelijke variabele: De variabele die wordt gemeten om het effect van de onafhankelijke
variabele te beoordelen.
o Controlevariabelen: Variabelen die constant worden gehouden om vertekening te voorkomen.

Wat zijn constructen?

,  Een construct is een abstract concept of begrip dat wordt gebruikt om een bepaald fenomeen te
beschrijven (bijvoorbeeld intelligentie, motivatie, of stress).
 Constructen zijn niet direct meetbaar en moeten worden vertaald naar meetbare variabelen.

Verschil tussen variabelen en constructen:

 Constructen zijn abstracte begrippen (bijvoorbeeld geluk).
 Variabelen zijn meetbare representaties van die constructen (bijvoorbeeld een score op een vragenlijst).

Wat zijn operationalisaties?

 Operationalisatie is het proces van het vertalen van abstracte constructen naar meetbare variabelen.
 Dit omvat het definiëren van hoe een construct wordt gemeten of gemanipuleerd in een studie.

Wat zijn meetinstrumenten?

 Meetinstrumenten zijn tools of methoden om gegevens te verzamelen over een variabele.
 Voorbeelden: vragenlijsten, tests, observatieprotocollen, of apparaten zoals bloeddrukmeters.

Wat zijn manipulaties?

 Manipulaties zijn veranderingen die de onderzoeker aanbrengt in de onafhankelijke variabele om een
effect te observeren op de afhankelijke variabele.
 Voorbeeld: Het toedienen van een medicijn versus een placebo.

Wat zijn datapunten en datareeksen?

 Een datapunt is een individuele observatie of meting.
 Een datareeks is een verzameling van datapunten die samen een variabele vertegenwoordigen.

Hoe verhouden variabelen, operationalisaties, meetinstrumenten en manipulaties zich tot elkaar?

1. Construct → Variabele → Operationalisatie → Meetinstrument:
o Abstracte constructen worden vertaald naar variabelen die meetbaar zijn via operationalisaties
en meetinstrumenten.
2. Manipulaties worden toegepast op onafhankelijke variabelen om effecten te observeren op
afhankelijke variabelen.
3. Datapunten zijn de resultaten van deze processen en vormen samen datareeksen.

Thema 1.3 - Betrouwbaarheid en Validiteit

Wat is betrouwbaarheid?

 Betrouwbaarheid verwijst naar de consistentie of herhaalbaarheid van metingen.
 Een betrouwbaar meetinstrument geeft telkens dezelfde resultaten bij herhaling onder dezelfde
omstandigheden.
 Voorbeelden:
o Een schaal die consistent hetzelfde gewicht aangeeft voor hetzelfde object.
o Hoge correlatie tussen metingen van hetzelfde construct (test-hertest betrouwbaarheid).

Wat is validiteit?

 Validiteit betekent dat een meetinstrument meet wat het beoogt te meten.
 Er zijn verschillende typen validiteit:
1. Interne validiteit: De mate waarin causale conclusies binnen het onderzoek gerechtvaardigd
zijn.

, 2. Externe validiteit: De generaliseerbaarheid van de resultaten naar andere populaties of
situaties.
3. Constructvaliditeit: De mate waarin een meetinstrument een construct juist meet.
4. Inhoudsvaliditeit: De mate waarin de inhoud van een meetinstrument alle aspecten van een
construct dekt.

Hoe verhouden verschillende opvattingen van validiteit zich tot elkaar?

 De verschillende typen validiteit richten zich op specifieke aspecten van een onderzoek:
o Constructvaliditeit heeft betrekking op de kwaliteit van de meting.
o Interne validiteit richt zich op het onderzoeksontwerp en het uitsluiten van alternatieve
verklaringen.
o Externe validiteit focust op de toepasbaarheid van de resultaten buiten de studie.

Hoe verhoudt validiteit zich tot betrouwbaarheid?

 Een meting kan betrouwbaar zijn zonder geldig te zijn (consistent, maar niet juist).
 Validiteit vereist altijd betrouwbaarheid, maar betrouwbaarheid garandeert geen validiteit.

Wat is een (niet-) systematische meetfout?

 Systematische meetfout:
o Een consistente fout die elke meting beïnvloedt.
o Voorbeeld: Een verkeerd gekalibreerde weegschaal.
o Beïnvloedt validiteit, niet betrouwbaarheid.
 Niet-systematische meetfout (ruis):
o Onvoorspelbare variaties in de meting.
o Voorbeeld: Een enquête-invuller begrijpt een vraag verkeerd.
o Beïnvloedt betrouwbaarheid, niet validiteit.

Hoe verhouden (niet-) systematische meetfouten zich tot betrouwbaarheid en validiteit?

 Systematische fouten verminderen validiteit, omdat ze leiden tot een verkeerde meting.
 Niet-systematische fouten verminderen betrouwbaarheid, omdat ze zorgen voor inconsistentie in de
metingen.

Wat is het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek?

1. Kwantitatief onderzoek:
o Gericht op cijfers en statistieken.
o Objectief en meetbaar.
o Voorbeeld: Een enquête die de gemiddelde leeftijd van een populatie meet.
2. Kwalitatief onderzoek:
o Gericht op betekenis, ervaring en processen.
o Subjectief en beschrijvend.
o Voorbeeld: Interviews over persoonlijke ervaringen met stress.

Thema 1.4 - Populaties en Steekproeven

Wat zijn populaties?

 Een populatie omvat alle individuen of objecten waarover je een conclusie wilt trekken in je
onderzoek.
 Voorbeelden: Alle inwoners van een land, alle studenten van een universiteit.

Waarom zijn populaties niet rechtstreeks te onderzoeken?

,  Het is vaak praktisch onmogelijk om de gehele populatie te bestuderen vanwege:
o Tijd: Het kost te veel tijd om iedereen te onderzoeken.
o Kosten: Het kan financieel onhaalbaar zijn.
o Toegankelijkheid: Niet alle leden van de populatie zijn bereikbaar.

Wat zijn steekproeven en welke functie vervullen deze?

 Een steekproef is een deelverzameling van de populatie die wordt onderzocht om uitspraken te doen
over de hele populatie.
 Functie:
o Het biedt een efficiënte manier om informatie te verzamelen.
o Door generalisatie kunnen conclusies over de populatie worden getrokken.

Wat is de steekproeffout?

 De steekproeffout is het verschil tussen de steekproefresultaten en de werkelijke waarden in de
populatie.
 Wordt beïnvloed door:
o Steekproefgrootte (grotere steekproeven = kleinere steekproeffout).
o Representativiteit van de steekproef.

Hoe verschillen selecte en aselecte steekproeven?

1. Selecte steekproeven:
o Niet willekeurig gekozen.
o Voorbeeld: Convenience sampling (de eerste mensen die beschikbaar zijn).
o Voordeel: Makkelijk en snel.
o Nadeel: Niet representatief, beperkte generaliseerbaarheid.
2. Aselecte steekproeven:
o Willekeurig gekozen, elke persoon heeft een gelijke kans om geselecteerd te worden.
o Voorbeeld: Simple random sampling.
o Voordeel: Representatief, betere generaliseerbaarheid.
o Nadeel: Kan moeilijk en duur zijn.

Methodes om steekproeven te trekken (select en aselect):

1. Selecte steekproeven:
o Convenience sampling: Onderzoek doen bij beschikbare individuen.
o Snowball sampling: Respondenten verwijzen naar andere mogelijke deelnemers.
2. Aselecte steekproeven:
o Simple random sampling: Willekeurige selectie.
o Gestratificeerde steekproef: Populatie indelen in subgroepen (strata) en daarbinnen
willekeurig selecteren.
o Cluster sampling: Populatie indelen in clusters en willekeurig een aantal clusters selecteren.

Welke methodes passen bij kwantitatief en kwalitatief onderzoek?

1. Kwantitatief onderzoek:
o Vereist vaak aselecte steekproeven voor representativiteit.
o Methodes: Simple random sampling, gestratificeerde steekproeven.
2. Kwalitatief onderzoek:
o Kan vaak met selecte steekproeven, gericht op diepgaand begrip in plaats van
generaliseerbaarheid.
o Methodes: Convenience sampling, snowball sampling.

Thema 2.1 - Structurele Modellen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalbruinsma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51683 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$10.29  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added