Samenvatting eindexamendomeinen, o.a. domein A (Vaardigheden); domein B (Algebra en tellen); domein C (Verbanden); domein D (Verandering); en domein E (Statistiek en kansrekening).
Algemeen
- Rond nooit tussentijds af en zet stipjes achter je antwoord
(bijvoorbeeld: 1,049…), zodat de docent weet dat je met het niet-
afgeronde antwoord doorrekent
- Vergeet niet om antwoord te geven op de vraag door middel van
een conclusie. Bijvoorbeeld: t ≈ 17,25, dus na 18 jaar is de
hoeveelheid toegenomen
- Neem bij het opstellen van een lineaire of exponentiële
formule altijd twee ver uit elkaar liggende punten, zodat er
een ‘trend’ zichtbaar is
Lineaire verbanden
- y = ax + b, waarbij je op zoek gaat naar a (= helling) en b (=
begingetal)
- Het begingetal (b) kan zowel positief (+), als negatief (-) zijn
- 3 van de 4 gegevens bekend? Bereken de laatste met intersect (y1
en y2)
Exponentiële verbanden
- N = b x gt, waarbij je op zoek gaat naar b (= begingetal) en g (=
groeifactor)
- Het begingetal (b) kan zowel positief (+), als negatief (-) zijn
- 3 van de 4 gegevens bekend? Bereken de laatste met intersect (y1
en y2)
VB: Groeifactoren
- Een toename van 60% per jaar geeft een groeifactor van 1,6 per
jaar
- Per maand is dit 1,61/12 = 1,040
- Per vijf maanden is dit 1,65/12 = 1,216
- Per drie jaar is dit 1,63 = 4,096
Verdubbelings- en halveringstijd
- Als er geen starthoeveelheid is vermeld, begin dan met 100
- Als de groeifactor > 1 is er géén halveringstijd
- Er geldt: g > 1 treedt een verdubbelingstijd op, g < 1 treedt een
halveringstijd op
VB: Verdubbelings- en halveringstijd
Op een rekening staat 3000 euro, met een rente van 4,1% per jaar. Wat is
de verdubbelingstijd?
- N = b x gt N = 3000 x 1,041t
- De verdubbeling is 3000 x 2 = 6000 euro
- Stel 6000 gelijk aan de formule 6000 = 3000 x 1,041t
- Oplossen met intersect geeft t ≈ 17,25 (≈ 18 jaar)
- Conclusie: na 18 jaar is het geld op de rekening verdubbeld
, VB: Grenswaarde / verzadigingsniveau
Gegeven is de formule: N = 500 / (20 + 13 x 0,85t)
- Als t heel groot wordt, dan is 0,85t ≈ 0 13 x 0,85t ≈ 0 20 + 13 x
0,85t ≈ 20. = 25, dus de grenswaarde is 25
- Als t toeneemt, dan neemt 0,85t af 13 x 0,85t neemt af 20 + 13
x 0,85t neemt af 500 / (20 + 13 x 0,85t) neemt toe, want een
constante gedeeld door een afnemend getal neemt toe, dus de
grafiek neemt toe
Logaritmisch papier
- Er geldt bij logaritmisch papier: een rechte lijn duidt een
exponentieel verband aan
- De formule van logaritmisch papier komt overeen met die van een
exponentieel verband: N = b x gt
Rekenregels voor logaritmen
- glog(a) + glog(b) = glog(a x b)
- glog(a) - glog(b) = glog(a / b)
- glog(ap) = p x glog(a)
- glog(a) = plog(a) / plog(g)
Het getal ‘e’
- elog(8) ex = 8 ln(8)
- ln(0) elog(0) ex = 0 (error)
- ln(1) elog(1) ex = 1 (x = 0)
- ln(e) elog(e) ex = e (x = 1)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nieckm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.