Tentamen
• Leren: hoofdstuk 1 t/m 12
• Wat niet leren:
o Het Amerikaanse onderwijssysteem
o Jaartallen
• 40 meerkeuzevragen
• 5 open vragen
Hoofdstuk 1 – Learning, teaching and educational psychology
• Terminologie
• Wat maakt een goede leraar?
• Onderzoeksdesign
Onderwijspsychologie
• Onderzoek naar leren en lesgeven (door onderwijspsychologen)
• Verbeteren van onderwijsbeleid en onderwijspraktijk.
• Focus van onderzoek:
• Jaren ’40 en ’50: individuele verschillen, testen en leergedrag
• Jaren ’60 en ’70: cognitieve ontwikkeling en leren
• Recent: invloed van culturele en sociale factoren op leren en ontwikkelen
o Belang van culturele en sociale factoren!
Een goede leerkracht
• Teachers’ sense of efficacy (zelf-effectiviteit)
o Hoge mate van efficiency: werken harder, zijn tevreden, minder grote kans op burn-
out
o De mate van efficiency is hoger als er op scholen ook hogere verwachtingen worden
gesteld aan studenten en leerkrachten
o De mate van self-efficacy is hoger als leerkrachten zich gesteund voelen door het
management.
• Kwaliteit van de relatie met de leerling
o Sensitiviteit voor de behoeften van de leerling
o Frequente en consistente feedback
o Reflectief vermogen
o Aanpassen instructie en toetsing
Colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2024-2025
,Wanneer hulp aanbieden?
“Op welk moment ga je als leerkracht een lager presterende leerling hulp aanbieden?”
• Een leerkracht zou pas hulp aan moeten bieden als deze leerling zelf om hulp vraagt. Ander
krijgt deze leerling het idee dat hij het toch al niet kan, en er meteen hulp nodig is. De
leerling eerst de ruimte geven om zelf te proberen, en eventueel om hulp vraagt, dan pas
hulp aanbieden.
Onderzoeksdesign
Beschrijvend onderzoek
• Doel: gebeurtenissen in een bepaalde situatie beschrijven.
• Middel: correlationeel onderzoek.
Bij correlationeel onderzoek wordt de samenhang tussen twee variabelen onderzocht. Daarin wordt
gekeken wat de samenhang is tussen de twee variabelen. De correlatie (𝑟) geeft de sterkte en de
richting aan.
• 𝑟: Getal tussen -1 en +1
• Hoe dichter dit getal bij -1 (negatief) of +1 (positief) komt hoe sterker de relatie.
Voorbeeld
X = Kwaliteit van het onderwijs
Y = teacher’s sense of efficacy
Voorbeeld 1: negatieve correlatie, wanneer Y
toeneemt, neemt X af.
Voorbeeld 2: positieve correlatie, wanneer Y
toeneemt, neemt X toe.
Correlationeel onderzoek wordt weergeven in scatterplots, zie voorbeelden hieronder.
Bij correlationeel onderzoek kan een ‘derde variabele’ de variabelen van het onderzoek beïnvloeden.
Denk hierbij aan het voorbeeld: “Wanneer er veel ijsjes verkocht worden, zijn er ook veel
verdrinkingen.” Hierbij mist de derde variabele; het mooie weer, waardoor mensen naar het strand
gaan.
Colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2024-2025
,Experimenteel onderzoek
• Doel: onderzoek doen naar oorzaken en gevolg
o Onderzoekt wel causaliteit!
• Middelen:
o Groepen vergelijken
o ABAB-designs
o Klinische interviewstudies
o Casestudies
o Etnografisch onderzoek
• Resultaat: is een onderzoek statistisch significant?
o Wanneer een resultaat statistisch significant is, is de kans dat dit op toeval berust
onwaarschijnlijk.
o De kans (p) op het resultaat is kleiner/gelijk aan 5 procent 𝑝 =< .05
Het vergelijken van twee groepen middels de inzet van een ‘controlegroep’ en een ‘experimentele
groep’. Hierbij ga je verschillen aanbrengen tussen de controlegroep en de experimentele groep
(bijv. een interventie). Waarbij je hoopt dat er een verschil ontstaat wat toegeschreven kan worden
aan bijv. de interventie.
• Rondom indeling van participanten: experimenteel onderzoek
• Participanten behoren al tot een bepaalde groep: quasi-experimenteel onderzoek
Een ABAB-design wordt gebruikt om vast te stellen of
een interventie een verandering teweeg kan brengen
(vaak 1 persoon, of een kleine groep).
• A: de baseline (nulmeting)
• B: interventie
Klinische interviews
• Piaget
• Open vragen
Casestudies
• Onderzoek naar 1 persoon of situatie
• Bijvoorbeeld: Genie
o Wat zijn de gevolgen van opgroeien in isolatie?
Etnografisch onderzoek
Bij etnografisch onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar natuurlijk voorkomen, bijv. culturele
verschillen.
Colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2024-2025
, De rol van tijd
• Longitudinaal onderzoek: onderzoek waarbij er in de loop der tijd steeds op dezelfde manier
metingen plaatsvinden om een ontwikkeling in kaart te brengen.
• Cross-sectioneel onderzoek: onderzoek waarbij onderzoeksgroepen van verschillende
leeftijden worden onderzocht.
• Micro-genetisch onderzoek: onderzoek waarbij veranderingen in cognitieve processen
worden bestudeerd op het moment dat de veranderingen plaatsvinden. Inzoomen op een
korte periode waarin het aanleren van een bepaalde vaardigheid plaatsvindt.
• Actie-onderzoek: onderzoek naar een specifiek probleem waarbij systematische observaties
worden gedaan. Voorbeeld: groep met alleen maar jongens waarbij er een meisje wordt
toegevoegd en meteen kijken/onderzoeken wat deze actie teweegbrengt.
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek: onderzoek naar begrip en betekenis. Hierbij wordt gefocust op woorden en
betekenissen en wordt vaak gebruikt om concepten, gedachten of ervaringen te begrijpen.
Kwantitatief onderzoek: formeler, gericht op gecontroleerde en objectieve metingen.
Mixed-methods: gebruik van kwalitatieve en kwantitatieve metingen.
Hoofdstuk 2 – Cognitive development
• Drie visies op ontwikkeling
• Ontwikkeling van de hersenen
• Piaget’s theorie over cognitieve ontwikkeling
• Vygotsky’s socioculturele perspectief op ontwikkeling
Visies op ontwikkeling
Ontwikkeling: is een verandering welke blijvend is. Dit kan een toename maar ook een afname zijn.
Er zijn drie manieren om naar ontwikkeling te kijken:
• Nature versus nurture: aanleg versus omgeving. Hier wordt veel onderzoek naar gedaan
middels tweelingonderzoek. Inmiddels is wel duidelijk dat er een samenspel is tussen nature
en nurture.
• Continue ontwikkeling versus discontinue ontwikkeling
• Kritieke periodes versus sensitieve periodes
Algemene principes
• Mensen ontwikkelen zich op hun eigen tempo. De mens en zijn ontwikkeling is uniek.
• Ontwikkeling verloopt relatief onderlijk, voorbeeld:
o Je kruipt voordat je loopt, je brabbelt voordat je praat.
o ¹ Lineair
• Gedurende langere tijd. Een leven lang leren. Ontwikkeling vindt het gehele leven plaats.
Colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2024-2025
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Puck1207. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.