100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Algemene menselijke fysiologie $19.19
Add to cart

Summary

Samenvatting Algemene menselijke fysiologie

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Cursus geschreven op basis van de powerpoints van Calders + extra toelichting waar nodig

Preview 4 out of 97  pages

  • January 4, 2025
  • 97
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Fysiologie – Patrick Calders




Algemene Menselijke Fysiologie
Hart en Circulatie
Prof. P. Calders




1
UGent

,Fysiologie – Patrick Calders


HART
1. Circulaties

Zoogdieren hebben drie circulaties,

• Longcirculaties → hier wordt bloed zuurstof rijk
• Systeem circulatie
• Coronaire circulatie

2. Anatomie

Het hart heeft vier delen, twee atria en twee ventrikels
(links en rechts). De linker en de rechter zijde zijn
afgescheiden door een septum (→ kan voor problemen
zorgen, sommige mensen worden met een gaatje
geboren of zonder).

• Longcirculatie
Truncus pulmonalis → arteria pulmonalis dextra en sinistra → longen → Vene pulmonalis dextra en sinistra

Het zuurstofarm bloed komt in het rechter atrium terecht, gaat dan naar het rechter ventrikel
waar het via de truncus pulmonalis en de arteriae pulmonalis dextra en sinistra naar de
longen gaat. Daar wordt ze zuurstofrijk en gaat ze via de vene pulmonalis dextra en sinistra
(vier takken in totaal) in het linker atrium terecht. Daarna gaat ze naar het linker ventrikel
en zo via de aorta naar de rest van het lichaam.

• Systeem circulatie
Aorta → grote arteriën → kleine arteriën → arteriolen → capillairen → venulen → venen → vena cava (superior en inferior)

De aorta en de arteriën zijn het geleidingsstelsel van het
bloedvaten stelsel, zij zorgen dat het bloed naar de capillairen
gaat. Deze vaten hebben een dikke elastische wand, zodanig dat
er een continue flow is, ook wanneer het hart zich vult.

Arteriolen zijn gemaakt uit glad spierweefsel dat zeer reactief
is. Er kan vasoconstrictie (versmallen) en vasodilatatie
(verbreden) optreden, beide worden geregeld door het
autonoom zenuwstelsel (para- en orthosympathicus).

De capillairen zijn het uitwisselingsstelsel. Ze hebben een heel
dun epitheel zodanig dat ze stoffen zoals O2 en CO2 kunnen
uitwisselen en afvalstoffen kunnen opnemen.

Venen zorgen ervoor dat het bloed terug naar het hart kan gaan. De venen bevatten kleppen
om zo een terugstroom tegen te gaan.

• Coronaire circulatie

De coronairen ontspringen uit de aorta, net na de aorta klep en vullen zich als het hart zich
vult (diastole). Ze verzamelen zich terug in de sinus coronarius, waarna ze in het rechter
atrium terecht komen.



2
UGent

,Fysiologie – Patrick Calders


3. Lagen van hartweefsel
a. Endocard

Het hart bestaat uit meerdere weefsellagen. De binnenste laag is het endotheel, het zit aan
de kant van het bloed. Deze produceert meerdere lokale stoffen die belangrijk zijn voor het
hart en de bloedvaten.

b. Myocard

De volgende laag is het myocard weefsel (= spierweefsel) en pacemakercellen (zorgen voor
de elektrische impulsen). Het spierweefsel in het hart bestaat uit intercalaire schijven, hier
hebben we functioneel syncytium, dit wil zeggen dat we een trapgedeelte hebben. Dit
trapgedeelte bestaat uit twee delen, het liggend gedeelte of desmosomen en het opstaand
gedeelte, dit zijn gap junctions (of nexussen) (calcium is hier een belangrijke factor in).

De contractiele eiwitten in hartspierweefsel zijn:

• Actine
• Myosine
• Troponine (→ troponine C is een bindingsplaats voor calcium)
• Tropomyosine

Actine en myosine haken in elkaar.

Calcium afhankelijke calcium release = calcium wordt vrijgelaten en zal binden op
calciumreceptoren (= reanodinereceptoren), dit zal ervoor zorgen dat er nog meer calcium
wordt vrijgelaten. De concentratie zal dus plots enorm verhogen → calcium zal binden op
troponine C (door de positieve ladingen zal er een conformatie verandering zijn van het
eiwit) → tropomyosine zal breken van actine waardoor myosine eraan kan hechten → er zal
contractie optreden.

Voor de contractie is er een actiepotentiaal nodig, deze
wordt gegenereerd door de pacemakercellen. Deze cellen
zullen spontaan depolariseren.

➔ Depolarisatie (natrium) = hart trekt samen = injectie
= systole
➔ Repolarisatie (kalium)= hart relaxeert = vulling =
diastole
➔ Plateau (calcium)
➔ Rust → hier kan een nieuw actiepotentiaal
gegenereerd worden.

Hiervoor hebben we een normale kalium-kinetiek nodig. Er ontbreken echter in het hart
bepaalde kanalen die ervoor zorgen dat er geen rustpotentiaal is, hierdoor zal er dan in de
pacemakercellen spontaan een actiepotentiaal gegenereerd worden. Die zorgt voor de
contractie van het hart.

De pacemakercellen bevinden zich in knopen, de eerste knoop is de sinus venosus knoop, dit
is de dominante knoop en zal de basishartfrequentie bepalen. De andere knoop ligt in de
overgang van de atria naar de ventrikels. De atria en ventrikels zijn op twee manieren
gescheiden, via kleppen of via een bindweefselschijf (deze is slecht geleidend → daardoor
trekken de atria eerder samen dan de ventrikels → is essentieel!), de atrioventriculaire knoop


3
UGent

, Fysiologie – Patrick Calders


ligt net boven deze bindweefselschijf. In het septum hebben we een gemeenschappelijke tak
van de bundel van his, deze zal splitsen in twee takken die eerst naar de apex gaan en dan
naar de rest van het hart → de apex zal eerst samentrekken.

c. Epicard

De buitenzijde van het hart is epicardweefsel en het hartzakje (pericard) → kan ontstoken
worden → pijn en oedeemvorming → zal hartvulling negatief beïnvloeden

4. De hartcyclus

Fase A:
p
➔ Start diastole → linkerventrikel moet gevuld
worden
➔ Druk linker atrium moet groter worden dan die
in het ventrikel
➔ Het ventrikel moet isovolumetrisch relaxeren
(het ventrikel is een veel sterkere spier dan het
atrium) ΔV

Fase B:

➔ Druk linker ventrikerl is lager geworden dan in VESV VEDV V
het atrium
➔ Klep opent → bloed komt het ventrikel binnen.
▪ Snelle diastole → de klep opent en het bloed “stort” in het ventrikel
▪ Trage diastole → het hart is elastisch en kan uitzetten, en kan daardoor
vullen
▪ Atriale systole → door knoop worden de atria geprikkeld en zullen
contraheren en duwen dus bloed weg.

Fase C:

➔ Einde diastole
➔ Ventriculair eind diastolisch volume (VEDV)
➔ Start systole → bloed moet naar aorta
➔ Druk aorta moet lager zijn dan in het ventrikel → zodat de aorta klep opent
➔ Isovolumetrische contractie van het ventrikel

Fase D:

➔ Druk ventrikel is groter dan deze in de aorta → klep opent
➔ Bloed “spuit” in de aorta = INJECTIE

Fase A: (opnieuw)

➔ Druk aorta hoger dan ventrikel → klep sluit terug
➔ Ventriculair eind systolisch volume (VESV)

Het verschil in volume is het slagvolume, dit is het volume dat in één slag wordt weggepompt
in de circulatie. Dit is gelijk aan het verschil van het VEDV en het VESV. Als men het
slagvolume vermenigvuldigt met de hartfrequentie, hebben we het hart debiet of cardiac
output (l/min). Het slagvolume is gelijk aan de ejectiefractie vermenigvuldigt met het VEDV.


4
UGent

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annagaston2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $19.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51683 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$19.19
  • (0)
Add to cart
Added