Summary
Samenvatting - Boekhouden
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting van het vak boekhouden in het eerste jaar bedrijfsmanagement.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Follow
PieterDeMan
Content preview
BoekhoudenHoofdstuk 1: Basisbeginselen dubbel boekhouden
D1: BALANS à Hoe rijk ben ik?
• Bezi'ngen = Rijkdom + schulden
=> Rijk voor een bepaalde dag —> veranderd dagelijks
• Bij een tegoed op een klant spreken we over een vordering of handelsdebiteuren
• We hebben 2 kanten op de balans: Ac3va en Passiva
1) Ac3va (bezi'ngen) = linkerkant balans + kunnen we onderverdelen in 2 delen
—> Dit is waarneembaar + concreet
=> Vast ac3va: doel bezit + meer dan een jaar à klasse 2
Het vaste acFva kunnen we dan nog eens verdelen onder 3 delen
1) Immateriële vaste acFva —> niet tastbaar of zichtbaar —> bv. SoMware
2) Materiële vaste acFva —> Tastbaar —> bv. Gebouw
3) Financiële vaste acFva —> aandelen in dochterbedrijf of bedrijf met ‘banden’ of
deelneming —> doel? = op lange termijn bedrijf houden
=> Vlo:end ac3va: doel bezit + minder dan een jaar
Het vloVend acFva kunenn we dan nog eens onderverdelen in 3 delen
1) Voorraden à klasse 3
2) Vorderingen à klasse 4
3) Liquide middelen à klasse 5
2) Passiva (bronnen) = rechterkant balans + kunnen we ook onderverdelen
—> Niet waarneembaar + abstract
=> Eigen vermogen: gaat over rijkdommen à klasse 1
=> Vreemd vermogen: schulden à klasse KT = 4
, - De balans = momentopname
ð Beginbalans = 01/01/20..
ð Eindbalans = 31/12/20..
- Boekjaar = 12 maand vrij te bepalen door onderneming = kalanderjaar = van Begin tot
Eindbalans
• Er is een verschil tussen een vordering en een schuld
1) Vordering = Bezit = A
à Een vordering is iets gegeven aan + Later terug te krijgen van een tegoed
2) Schuld = P
à iets gekregen van + Later te betalen aan
• Verschil tussen Kas en Kapitaal
1) Kas of bank = geld à bezit = A
à Dit is concreet
à om geld te betalen of te innen via Liquide middelen
à behoort bij VloVend acFef
2) Kapitaal = Rijkdom = P
à Dit is abstract
à wat eigenaars gegeven hebben aan bedrijf
à behoort bij eigen vermogen
,D2: Resultatenrekening à Hoe word ik rijker?
• Bij een resultatenrekening spreken we van Kosten en Opbrengsten
ð Kosten (klasse 6)= offers, de input van bedrijfsacFviteiten à kunnen we
onderverdelen in 3 soorten kosten
1) Bedrijfs kosten
• Aankoop handelsgoederen à handelsonderneming
• Aankoop grond- en hulpstoffen (klasse 60) à producFeonderneming
• Diensten & diverse goederen (klasse 61) à diverse ondersteunende dienst/ goed
• Bezoldigingen & sociale lasten (klasse 62) à personeel
• Afschrijvingen & waardevermindering (klasse 63)
• Andere bedrijfskosten (klasse 64)à niet normale andere bedrijfsacFviteit bv.
Aankoop boeken in restaurant om te verkopen
2) Financiele kosten (klasse 65) à financiele transacFes bv. Rente lening
3) Niet-recurrente kosten (klasse 66) à niet regelmaFg, uitzonderlijke acFviteiten bv.
Herstellingskost diefstal
ð Opbrengsten (klasse 7) = meerwaarden, de output van bedrijfsacFviteiten à
onderverdelen in 3 soorten opbrengsten
1) Bedrijfs opbrengsten (klasse 70 + 74= verhuren)à niet normale of andere
bedrijfsacFviteiten bv. Maandelijkse huur
• Omzet: normale verkopen goederen of dienstprestaFes
• Andere bedrijfsopbrengsten
2) Financiele opbrengsten (klasse 75)à financiele transacFes bv. Rente spaarrekening
3) Niet-recurrente opbrengsten (klasse 76)à niet regelmaFg, uitzonderlijke acFviteiten
bv. Uitbetaling schade verzekering
è Het resultaat berekenen we door = Opbrengsten – Kosten
è O > K à Winst = klasse 69
è O < K à verlies = klasse 79
, D3: Resultaatverwerking = Eindbalans
• Een resultaatverwerking is de link tussen de balans en resultatenrekening
ð Bij winst zijn onze kosten kleiner dan onze opbrengsten dus hierdoor krijgen we
winst. Ons AcFef is groter dan ons Passief. De kosten moeten gelijk zijn aan onze
opbrengsten daarom voegen we de winst toe bij het gedeelte waar we het minste
hebben. Idem voor AcFef en Passief.
ð Bij verlies zijn onze kosten groter dan onze opbrengsten dus hierdoor creëeren we
verlies. Ons AcFef is kleiner dan ons Passief. De kosten moeten gelijk zijn aan onze
opbrengsten daarom voegen we het verlies toe bij het gedeelte waar we het minste
hebben. Idem voor AcFef en Passief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PieterDeMan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.65. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
51683 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now