Volledige beknopte samenvatting, vak Markten en Prijzen (TEW)
3 views 0 purchase
Course
Markten en prijzen (D0E11A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Economie, een inleiding
Dit document bevat alle informatie die je verkreeg in het hoorcollege..., dee informatie is gebundeld in een samenvatting zodat. je zeker niets overbodigs leert. heb jij hulp nodig bij dit vak? Dan gaat dit je zeker handig van pas komen!
Samenvatting Markten en Prijzen 2024 (hoorcollege)
Inhoud
Module 0: Economie & welvaart
Module 1: Speltheorie en productie
o Werkcollege 1. Speltheorie en productie
Module 2: Vraag en aanbod
o Werkcollege 2. Vraag en aanbod
Module 3. Elasticiteit
o Werkcollege 3. Elasticiteiten
Module 4. Gezinnen op outputmarkten
o Werkcollege 4. De consument
Module 5. Ondernemingen op outputmarkten
o Werkcollege 5. Ondernemingen op outputmarkten
Module 6. Ondernemingen op factormarkten
o Werkcollege 6. Ondernemingen factormarkten
Module 7. Pareto en overheidsingrijpen
o Werkcollege 7. Pareto & Overheidsingrijpen
Module 8. Onvolmaakte mededinging
o Werkcollege 8. Onvolmaakte mededinging
Module 9. Publieke goederen en externe effecten
o Werkcollege 9. Publieke goederen en externe effecten
Module 10. Asymmetrische informatie van (her)verdeling
o Werkcollege 10. Asymmetrische informatie en (her)verdeling
Examen
1. Deel
60 meerkeuzevragen (fout -1; juist +1)
,Notities Hoorcollege
Module 0.
Inleiding
• Doel: Begrijpen wat economie is en hoe het bijdraagt aan welvaart.
Hoofdvragen:
1. Wat is economie?
2. Hoe welvarend zijn we, en waarom?
3. Kan welvaart geluk garanderen?
1. Wat is economie?
Economie (‘economics’): De studie van keuzes gemaakt door rationele agenten
(gezinnen, bedrijven, overheid) en hun interacties.
Hoofdonderdelen:
Positieve wetenschap: Beschrijft en voorspelt economische keuzes.
Normatieve wetenschap: Evalueert maatschappelijke uitkomsten en
doet voorstellen voor verbetering.
Rationele keuze:
• Gebaseerd op voorkeuren en beperkingen.
• Rationaliteit betekent niet per se egoïsme; keuzes kunnen altruïstisch
zijn.
Voorbeeld:
De overheid kiest hoeveel blauw op straat komt, bedrijven kiezen hoe ze
produceren, en gezinnen beslissen hoeveel ze consumeren.
2. Hoe welvarend zijn we?
Consumptie: Welvaart weerspiegelt in behoeftebevrediging, vaak via
consumptie (bv. voeding, duurzame goederen zoals auto’s).
Productie: Proces waarbij inputs (arbeid, kapitaal) worden omgezet in outputs
(goederen/diensten).
Toegevoegde waarde: Verschil tussen output en waarde van inputs.
,Bruto Binnenlands Product (bbp):
Definitie: Som van toegevoegde waarde van alle finale goederen/diensten.
Bbp per capita: Indicatie van gemiddeld inkomen per persoon, ruwe maatstaf
voor welvaart.
Beperkingen:
1. Meet economische maar niet “wenselijke” activiteiten (bv. zorg voor
kinderen).
2. Geen inzicht in inkomensverdeling.
3. Meet geluk slechts indirect.
Grafische analyse:
Economische groei toont verandering in bbp/capita over tijd. Recessies
worden gekenmerkt door negatieve groei.
3. Waarom zijn we zo welvarend?
Arbeidsproductiviteit:
Meer output met dezelfde of minder input, aangedreven door:
1. Arbeidsverdeling en specialisatie.
2. Technologische vooruitgang.
3. Globalisering en handel.
Voorbeelden:
1. Adam Smith (1776): Speldenfabriek—specialisatie verhoogt
productiviteit.
2. David Ricardo (1817): Voordelen van internationale handel door
specialisatie.
Oorzaken van ongelijkheid:
Geografie, cultuur (bv. protestantse ethiek), en instituties spelen een
belangrijke rol.
, 4. Welvarend, maar niet gelukkig?
Easterlin Paradox:
Geluk stijgt met inkomen, maar afnemend marginaal (eerste wet van Gossen:
afnemend marginaal nut).
Relatief geluk: Mensen vergelijken zichzelf met anderen of hun verleden.
Drie hypothesen:
1. Afnemend marginaal geluk: Extra inkomen maakt minder verschil bij
hogere inkomens.
2. Geen causaal verband: Geluk hangt samen met inkomen, maar wordt
mogelijk beïnvloed door andere factoren (bv. gezondheid, sociale
verbondenheid).
3. Relatief geluk: Mensen wennen aan rijkdom; referentiepunten
(omstanders, verleden) beïnvloeden geluk.
Voorbeeld Examenvragen
1. Theorievragen
Vraag 1: Wat is het verschil tussen positieve en normatieve economie?
Positieve economie: Beschrijft en analyseert economische
verschijnselen. Het is objectief en beschrijft “wat is”.
Voorbeeld: “Als de belastingen stijgen, daalt de consumptie.”
Normatieve economie: Beoordeelt economische uitkomsten en doet
aanbevelingen. Het is subjectief en beschrijft “wat zou moeten zijn”.
Voorbeeld: “Belastingen moeten worden verhoogd om inkomensongelijkheid
te verminderen.”
Vraag 2: Waarom is bbp/capita een ruwe maatstaf voor welvaart?
Voordelen:
Meet de totale economische activiteit en het gemiddelde inkomen per
persoon.
Gemakkelijk vergelijkbaar tussen landen en doorheen de tijd.
Beperkingen:
1. Meet “verwerpelijke” activiteiten (bv. wapenproductie) en negeert
“wenselijke” activiteiten (bv. vrijwilligerswerk).
2. Houdt geen rekening met inkomensongelijkheid.
3. Bbp/capita kan geen direct verband leggen met geluk of welzijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller staesoliver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.20. You're not tied to anything after your purchase.