NMC Leesvragen week 1
Leesvragen Baym – Personal Connections in the Digital Age (2015) WEEK 1
Hoofdstuk 1
1. Baym specificeert zeven kernconcepten. Welke zijn dit? Wat betekenen deze concepten?
Waarom onderscheidt Baym de concepten?
In het boek van Baym wordt gesteld dat om te begrijpen hoe media relaties beïnvloeden, we
de eigenschappen van media nauwkeuriger moeten definiëren. Baym noemt zeven
belangrijke concepten om digitale media te vergelijken met face-to-face communicatie:
interactiviteit, temporele structuur, sociale signalen, opslag, repliceerbaarheid, bereik
en mobiliteit. Elk van deze concepten benadrukt hoe media verschilt in hun invloed op
communicatie en relaties.
1. Interactiviteit verwijst naar de mate waarin een medium sociale interactie mogelijk
maakt. Dit kan variëren van technische interactie (apparaatbeheer) tot sociale
interactie (communicatie tussen mensen).
2. Temporele structuur beschrijft of communicatie synchroon (zoals direct berichten)
of asynchroon (zoals e-mail) verloopt. Synchrone media bieden onmiddellijke
interactie, terwijl asynchrone media tijd geven voor reflectie.
3. Sociale cues verwijzen naar de rijkheid van contextuele en persoonlijke informatie.
Face-to-face communicatie biedt een overvloed aan sociale signalen, terwijl digitale
media meestal minder signalen bevatten, wat invloed heeft op hoe we elkaar
begrijpen.
4. Opslag geeft aan in welke mate berichten worden bewaard. Digitale media laten
vaak sporen achter op servers, in tegenstelling tot gesproken communicatie, die
vluchtig is tenzij vastgelegd.
5. Repliceerbaarheid is het vermogen om berichten te kopiëren en te delen. In
tegenstelling tot face-to-face gesprekken kunnen digitale berichten eenvoudig
worden gereproduceerd en verspreid.
6. Bereik bepaalt hoe ver en hoe breed informatie kan worden gedeeld. Digitale media
kunnen wereldwijd publiek bereiken, terwijl face-to-face communicatie beperkt is
door fysieke nabijheid.
7. Mobiliteit benadrukt de mate waarin media ons in staat stellen te communiceren
zonder locatiegebonden te zijn, wat vooral belangrijk is met de opkomst van mobiele
technologie.
José van Dijck voegt hieraan toe dat connectie tegenwoordig onderhevig is aan
"connectiviteit," waarbij communicatie in toenemende mate gestuurd wordt door
commerciële platformen.
,2. Baym beweert dat met de opkomst van digitale media de grenzen tussen publiek en privé
aan het veranderen zijn. Wat bedoelt Baym hiermee?
Baym stelt dat digitale media de grens tussen publiek en privé vervagen doordat
persoonlijke communicatie zich nu vaak afspeelt op platforms die voor een breed publiek
toegankelijk zijn. Waar vroeger privé-informatie in besloten kring bleef, kan deze
tegenwoordig eenvoudig een massapubliek bereiken. Dit komt door de mogelijkheid om
persoonlijke berichten te delen via sociale media en andere online platformen, waardoor
informatie die oorspronkelijk voor een kleine kring was bedoeld, onverwacht publiekelijk kan
worden verspreid. Dit zien we bijvoorbeeld wanneer privé-videoblogs viraal gaan op
platforms zoals YouTube, of wanneer berichten die voor een individu waren bedoeld per
ongeluk openbaar worden gepost.
Verder zorgt de “perpetual contact” – het altijd bereikbaar zijn – ervoor dat gebruikers minder
controle hebben over hun eigen privacy, doordat ze constant beschikbaar zijn voor
communicatie. Terwijl we met digitale media ons sociale leven kunnen sturen en
bijvoorbeeld ontmoetingen kunnen vermijden, zijn we tegelijkertijd blootgesteld aan nieuwe
vormen van controle en toezicht, zoals overheidsmonitoring en algoritmes die ons gedrag
sturen. Tot slot draagt ook de “dubbelle privatizering” van publieke ruimtes, zoals
telefoongesprekken in het openbaar, bij aan de herdefiniëring van wat publiek en privé
betekent in het digitale tijdperk.
3. Baym bespreekt het ‘vroege’ internet. Hoe karakteriseert Baym het ‘vroege’ internet? Aan
welke online media vormen koppelt Baym deze? Baym refereert aan het werk van José van
Dijck om deze verschuiving te begrijpen. Wat bedoelt Van Dijck met het idee dat connectie
ten prooi gevallen is aan connectiviteit?
Baym beschrijft het vroege internet als een tekstgebaseerde, niet-commerciële ruimte die
voornamelijk gericht was op communicatie tussen gebruikers, zonder winstoogmerk. Het
internet stond in die tijd in het teken van eenvoudige, door gebruikers gecreëerde inhoud,
zoals e-mail, mailinglijsten, Usenet-newsgroups en MUD’s (multi-user dungeons). Deze
vormen boden gebruikers mogelijkheden om informatie uit te wisselen, te discussiëren en in
groepen met gemeenschappelijke interesses samen te komen, zonder de commerciële
invloeden die later het internet zouden domineren.
José van Dijck’s idee dat “connectie ten prooi is gevallen aan connectiviteit” wijst op een
belangrijke verschuiving in het gebruik en doel van digitale media. In het vroege internet
waren verbindingen tussen gebruikers gericht op interactie en wederzijdse uitwisseling,
voornamelijk ten bate van de gebruikers zelf. Van Dijck stelt dat met de opkomst van
commerciële sociale media, zoals Facebook en Instagram, de focus is verschoven naar het
vastleggen en uitbuiten van deze verbindingen. Het gaat niet langer alleen om communicatie
voor de gebruikers, maar ook om het verzamelen en benutten van data over
gebruikersgedrag, vooral voor commerciële doeleinden zoals advertenties. Hierdoor zijn
persoonlijke verbindingen “vermarkt” en zijn gebruikersrelaties een product geworden dat
door platforms kan worden gebruikt om winst te genereren.
,José van Dijck bespreekt dus de overgang van ‘connectie’ naar ‘connectiviteit’ als een
manier om te begrijpen hoe de internetcultuur en het gebruik van digitale media zijn
geëvolueerd. Waar het vroege internet vooral draaide om connectie (echte sociale interactie
en betekenisvolle uitwisseling), is het huidige internet volgens Van Dijck verschoven naar
een model van connectiviteit, dat wordt aangedreven door commerciële en technologische
belangen. Connectiviteit impliceert dat sociale interacties worden gemedieerd en beheerst
door platforms die gebruikersdata verzamelen en gebruiken voor winstdoelen, vaak zonder
dat gebruikers zich daar volledig bewust van zijn.
In dit model:
- Connectie staat voor authentieke interactie tussen individuen, zoals in het ‘vroege’
internet, waar gebruikers eigen regie hadden over hun communicatie en privacy.
- Connectiviteit betekent dat deze interacties nu worden gefaciliteerd door platforms
zoals Facebook, Instagram, en Twitter, die verbindingen tussen mensen gebruiken
om data te verzamelen en te monetariseren.
Hoofdstuk 2
4. Baym onderscheidt vier belangrijke benaderingen die het vraagstuk betreffende de relatie
tussen maatschappelijke en technologische verandering op een andere manier
onderzoeken. Welke vier benaderingen zijn dit? Hoe wordt de “causal flow” tussen
technologie en maatschappij door ieder van deze vier benaderingen op een andere manier
begrepen?
1. Technologisch Determinisme
- Omschrijving: Technologisch determinisme gaat uit van de overtuiging dat
technologie een autonome kracht is die maatschappelijke veranderingen stuurt.
Volgens deze benadering bepaalt technologie hoe mensen denken, handelen, en
hoe de maatschappij zich ontwikkelt. Technologie wordt hier gezien als de oorzaak
van sociale veranderingen, waarbij mensen en maatschappelijke structuren zich
aanpassen aan de technologische mogelijkheden. Kort gezegd gaat het erom dat
mensen vaak denken dat technologie onze identiteit en relaties beïnvloedt. Aan de
ene kant zijn er positieve verwachtingen: mensen hopen dat technologie ons echte
zelf kan laten zien, ons kan helpen relaties op te bouwen, en ervoor kan zorgen dat
we ons minder beperkt voelen door waar we wonen of hoe anderen ons zien.
Technologie zou dan onze offline relaties kunnen verbeteren en nieuwe online
vriendschappen mogelijk maken. Aan de andere kant zijn er ook zorgen en negatieve
toekomstbeelden. Mensen zijn bang dat technologie ons juist verder uit elkaar zal
drijven, dat we in kleine groepen van mensen die precies zoals wij zijn terechtkomen
en meer met machines omgaan dan met andere mensen. Deze ideeën over
technologie laten eigenlijk vooral zien wat mensen belangrijk vinden: we willen elkaar
kunnen vertrouwen, ons met elkaar kunnen verbinden en ons veilig voelen. En die
behoefte zorgt voor voortdurende spanningen en vragen
● Causal Flow: In deze benadering stroomt de causaliteit voornamelijk van technologie
naar maatschappij. Technologie wordt beschouwd als een bepalende factor die de
samenleving in een bepaalde richting dwingt. Voorbeelden zijn uitspraken als “de
komst van het internet heeft de wereld kleiner gemaakt.”
, 2. Sociaal Constructivisme
- Omschrijving: In tegenstelling tot technologisch determinisme, stelt sociaal
constructivisme dat technologie niet op zichzelf staat, maar wordt gevormd door
sociale, economische en politieke krachten. Technologie is het resultaat van
menselijke keuzes, waarden en belangen en wordt ontwikkeld en aangepast op basis
van maatschappelijke behoeften en contexten. De benadering van Social
Construction of Technology (SCOT) stelt dat technologieën niet op zichzelf onze
sociale levens veranderen, maar juist ontstaan en gevormd worden door sociale
processen en invloeden. Volgens SCOT zijn niet machines, maar mensen de
bepalende factor in technologische ontwikkelingen. Uitvinders en ontwerpers werken
vanuit specifieke sociale contexten, die bepalen wat zij creëren en hoe zij
technologie gebruiken. Bijvoorbeeld, mannelijke ontwerpers in een patriarchale
cultuur kunnen ervoor zorgen dat vrouwelijke avatars in games stereotiepe, seksueel
gerichte vormen aannemen. Technologische ontwikkelingen worden niet alleen
gestuurd door ontwerpers, maar ook door invloeden van buitenaf, zoals de overheid,
investeerders en zelfs gebruikers. Bedrijven en gebruikers kunnen technologie
herinterpreteren en aanpassen aan hun eigen behoeften, waardoor technologieën op
onverwachte manieren gebruikt kunnen worden. Dit ziet men bijvoorbeeld in het
internet, dat oorspronkelijk bedoeld was als militair systeem, maar uiteindelijk door
gebruikers een sociale en publieke functie kreeg. Daarnaast benadrukt SCOT dat
ook de adoptie van technologieën door gebruikers afhankelijk is van diverse sociale,
economische en culturele factoren. Mensen passen technologie vaak aan op
manieren die niet direct voortvloeien uit het ontwerp of de oorspronkelijke bedoeling
van de technologie. Zo kan technologie, zoals het sturen van sms-berichten, in het
ene land snel populair worden en in een ander land slechts langzaam doorbreken
door verschillen in kosten en regelgeving. SCOT plaatst zich tegenover het
technologisch determinisme, dat stelt dat technologie op zichzelf de maatschappij
vormt en verandert. SCOT ziet juist dat sociale invloeden bepalend zijn voor het
ontstaan en het gebruik van technologie, waarbij technologieën een product zijn van
menselijke keuzes en contexten, en niet andersom.
- Causal Flow: Hier is de causaliteit van maatschappij naar technologie. Dit betekent
dat de samenleving technologieën ontwikkelt, vormgeeft en gebruikt op een manier
die past bij bestaande sociale structuren en waarden. Technologie ontstaat en
evolueert door menselijk handelen, en het succes of falen van technologie hangt af
van hoe goed het aansluit bij sociale behoeften.
3. Social Shaping benadering
- Omschrijving: De benadering van "social shaping of technology" ziet technologie en
maatschappij als wederzijds beïnvloedende netwerken van menselijke en
niet-menselijke actoren. Het bevindt zich tussen technologische determinisme, dat
veranderingen aan technologie toeschrijft, en sociale constructivisme, dat de nadruk
legt op de rol van mensen. De gevolgen van technologie ontstaan uit de
mogelijkheden die technologie biedt (affordances) en de onverwachte manieren
waarop mensen deze gebruiken. Technologieën hebben invloed, maar bepalen niet
hoe ze gebruikt worden. Ze versnellen trends, versterken culturele zwakheden en
beïnvloeden sociale structuren. De ontwikkeling van technologie is een dynamisch
proces, waarbij verschillende krachten elkaar beïnvloeden, afhankelijk van tijd, plaats
en sociale context.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjekoop1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.