Internationaal Privaatrecht voor Privaatjuristen (RM05)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document bevat een samenvatting van alle voorgeschreven artikelen voor het keuzevak Internationaal privaatrecht voor privaatjuristen. Het bevat een handige indeling om de stof te kunnen onthouden.
Internationaal Privaatrecht voor Privaatjuristen (RM05)
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
NikkiOetomo
Reviews received
Content preview
Samenvatting internationaal privaatrecht voor
privaatrechtjuristen 2
Artikel 1: Omschrijving van het Internationaal Privaatrecht
Omschrijving internationaal privaatrecht: het geheel van rechtsregelen dat de
privaatrechtelijke verhoudingen in internationaal verband regelt.
Het omvat rechtsbronnen omtrent (1) nationaal procesrecht (formeel ipr) én (2) de vraag
naar het recht dat op internationale privaatrechtelijke verhoudingen moet worden toegepast
(materieel ipr).
Ipr bestaat dus uit:
1. Internationaal procesrecht: internationale bevoegdheid + erkenning en tenuitvoerlegging
2. Internationaal conflictenrecht: vraag naar toepasselijk recht
Omschrijving ipr is wel relatief. Want in Frankrijk en België wordt het ipr bijvoorbeeld ruimer
opgevat, zodat nationaliteit- en vreemdelingenrecht er ook onder valt, terwijl in Duitsland het
ipr alleen de vraag naar het toepasselijk recht omvat. Het internationaal procesrecht is daar
een zelfstandig vakgebied.
Ipr bestaat uit drie elementen:
A. Het ipr is recht
B. Het ipr onderzoekt internationale problemen die over grenzen (transnationaal) ontstaan
C. Het ipr is privaatrecht
A. Het ipr is recht:
Dit betekent dat het beoogt maatschappelijke fenomenen en gedragingen op een bindende
en afdwingbare wijze te ordenen.
Daarnaast is van belang:
- Onderscheid objectief en subjectief recht
o Objectief: geheel van rechtsregels en normen, voortvloeiend uit wet,
rechtspraak en gewoonten
o Subjectief: in het rechtssysteem erkende bevoegdheden en naar eigen
goeddunken bepaalde handelingen te verrichten (denk aan ICC Uniforme
regels)
Bij subjectief recht, zoals de Uniforme Regels inzake Afroepgaranties van de ICC wordt in
contracten tussen banken en wederpartijen vaak hiernaar verwezen, waardoor die regels als
contractsbepalingen gaan gelden. In dat geval bepalen de regels welke rechter bevoegd is
en welk recht moet worden toegepast (ipr).
De oplossing van ipr moet dus niet alleen in de wet of in verdrag gezocht worden,
maar indien van toepassing ook in deze contractuele bepalingen
Daarnaast van belang:
- Onderscheid tussen formele en materiële rechtsbronnen:
o Formele bronnen: Verdrag, wet gewoonte
, o Materiele bronnen: rechtsregels voortvloeiend uit doctrine en jurisprudentie
Beide zijn voor de kennis van het ipr van belang! Rechtsvinding door de rechter is namelijk
ook van belang voor ipr vragen.
B. Het ipr onderzoekt internationale problemen die over grenzen (transnationaal)
ontstaan
Rechtsverkeer vindt plaats over landsgrenzen. In die gevallen rijzen vragen zoals welk recht
toepasselijk op een transnationale gebeurtenis of welke rechter bevoegd is hierover te
oordelen.
Het ipr lost dit op door nationale regels op internationale verhoudingen toe te passen
(=nationaliseren van internationale verhoudingen).
Deze regels vinden hun oorsprong in het nationale recht (bijv. de wet), in het volkenrecht
(bijv. uit een verdrag), of in het EU-recht (bijv. een Richtlijn of Verordening), maar in ale
gevallen worden deze regels toepasselijk krachtens nationaal recht.
Wanneer geen duidelijke band met een staat aanwezig is, zoals op de volle zee, dan komt het aan op
rechtspraak. HR over toepasselijk recht op de volle zee, MS Brielle/Free Enterprise V:
Nederlands recht was van toepassing omdat de benadeelde de Nederlandse staat was wiens
mijnenveger bij een aanvaring beschadigd was en in Nederland voor rekening van de Nederlandse
Staat herstelt was. HR lijkt hiermee uit te gaan van het recht dat het nauwst met de casus verbonden
is. (Terwijl in latere wet wordt weer aangeklopt bij lex fori uitgangspunt).
Wat ook voorkomt: grensoverschrijdende problemen binnen eenzelfde staat. Dit kan
bijvoorbeeld in de VS of Australië of Canada gebeuren, daar hebben verschillende federale
deelstaten eigen privaatrechtelijke bevoegdheden, zodat bij interdeelstatelijke problemen
moet worden gekozen tussen het privaatrecht van verschillende deelstaten.
In Nederland kwam dit voor in relaties met Indonesië, Nieuw-Guinea, Suriname, de
Nederlandse Antillen en Aruba. Hedendaas zijn deze problemen alleen nog relevant ten
aanzien van de relaties met de Nederlandse Antillen en Aruba, men spreekt dan van
intergewestelijk of interregionaal privaatrecht.
C. Het ipr is privaatrecht
De vraag is of het ipr alleen maar privaatrechtelijk is, of dat er ook af en toe
publiekrechtelijke aangelegenheden om de hoek komen kijken (ja).
1.Het internationaal procesrecht heeft een gemengd karakter, met zowel privaat- als
publiekrechtelijke kenmerken.
Namelijk: ondanks de privaatrechtelijke doelstellingen van de regels (namelijk ter handhaving
van privaatrechtelijke verhoudingen), betreft de regelgeving omtrent de bevoegdheid van de
Nederlandse rechtbanken en de vraag of buitenlandse vonnissen hier kunnen worden
erkend en tenuitvoergelegd ook de (mee)werking van Nederlandse gerechten en de
inschakelingen van dwangmiddelen, zodat een publiekrechtelijke dimensie aanwezig is.
Daarnaast hebben de normen inzake de internationale procesvoering ook weer betrkeking
op de organisatie van het justiële apapraat en vergen zij medewerking van Nederlandse
autoriteiten, denk bijvoorbeeld aan de betekening van processtukken of het bewijsvergaren
in het buitenland!
, 2. Het internationale vraagstuk naar toepasselijk recht heeft wel veel meer een
privaatrechtelijk karakter.
Publiekrechtelijke verhoudingen worden namelijk in het ipr in beginsel niet behandeld. Het
bestuursrecht, economisch publiekrecht en strafrecht waarbij het algemeen belang centraal
staat en waarbij de overheid betrokken is worden niet geregeld. Daar komt nog bij dat in
internationale verhoudingen de zojuist genoemde publiekrechtelijke regels het risico
meebrengen dat ze met gelijkaardige regels van andere staten gaan botsen. Om die reden
passen staten deze regels vaak slechts toe binnen hun grondgebod. Dit is territoriale
toepassing van het publiekrecht.
Daartoe wordt gebruikt gemaakt van afbakeningsregels, die de werking van de
publiekrechtelijke regel in de ruimte bepalen.
Maar, aan de andere kant is het niet uitgesloten dat staten hun publiekrechtelijke regel extra-
territoriale gelding toekennen.
Er duiken dan helaas wel problemen op ten aanzien van de soevereiniteit van andere
rechtsordes. Maar denk bijvoorbeeld aan de extraterritoriale toepassing van het EG-
Mededingingsrecht in de zaak HvJ Woodpulp: hier past de HvJ het Europees
Mededingingsrecht toe op een Amerikaans kartel (of een kartel dat in Amerika was gevormd)
maar wel omdat de gevolgen van dat kartel in de EU voelbaar waren. = gevolgentheorie (die
wel blijft binnen de territorialiteitsgedachte; de gevolgen moeten zich immers op EU-
territorium voordoen.
- Nadeel van extra-territoriale toepassing van publiekrechtelijke regels van een land:
Kan zorgen voor spanningen of tegenmaatregelen
- Voordeel van extra-territoriale toepassing van publiekrechtelijke regels van een land:
Op deze manier kan een land bepaalde universeel-belangrijke oogmerken realiseren die op
wereldvlak niet op korte termijn door verdragenrecht kunnen worden opgelost (denk aan
terrorisme- of corruptiebestrijding)
Daarnaast is er nog de issue met volkenrecht:
Het ipr moet van volkenrecht worden onderscheiden. Volkenrecht behandelt namelijk in
beginsel de verhoudingen tussen staten.
Maar, steeds meer wordt erkend dat privaatrechtelijke rechtssubjecten ook
rechtsbescherming aan het volkenrecht kunnen ontlenen (denk aan mensenrechten en
rechtstreekse of horizontale doorwerking van het volkenrecht)
Raakvlakken tussen ipr en volkenrecht worden gevonden in de invloed van bepalingen van
mensenrechten op het ipr waar een onrechtstreekse horizontale doorwerking valt waar te
nemen
Voorbeeld hiervan is de openbare orde exceptie: dit is onrechtstreeks omdat de
mensenrechten via ipr-geldende technieken worden gebruikt.
Daarnaast kan een probleem rijzen wanneer buitenlands publiekrecht aan het volkenrecht in
het kader van een ipr-geschil getoetst moet worden: bijv. bij de vraag wie de eigenaar is van
goederen terwijl die goederen net in een ander land zijn genationaliseerd.
Om de vraag van wie de eigenaar is te kunnen oplossen, moet de geldigheid van de
nationalisatie van de goederen worden beoordeeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NikkiOetomo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.