Complete samenvatting van het vak Internationale economie. Dit vak bestaat uit 2 delen: Internationale Finance en Trade. Deze samenvatting focust op Internationale trade.
Internationale Economie (FEB12004) (FEB12004)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
deminguyen
Reviews received
Content preview
International trade
Wereldhandel
_______________________________________________________________________________
Veel handel tussen al ontwikkelde landen vandaag!
• Maar: de ontwikkelingslanden momenteel zijn ook aan het handelen en op aan het komen
Handelpatroon in de US:
- 5 grootste handelspartners: Canada, China, Mexico, Japan en Duitsland
• Waarom handelt US met deze landen?
o Zie de gravity model
De Gravity model
Landen met de grootste BBP hebben een voordeel in handel, want:
1. Grote economieën produceren meer goederen en diensten -> meer verkopen in de
exportmarkt
2. Grote economieën genereren meer inkomen van de verkochte goederen en diensten ->
meer inkopen in de importmarkt
Dus hoe groter de economie + gemakkelijkheid goederen uitwisselen = hoe meer handel!
Voor handel is het ook belangrijk hoe gemakkelijk je goederen kan uitwisselen, want:
- Afstand tussen markten
• Beïnvloeden transportkosten en kosten van import en export
- Culturele affiniteit
• Sterkere economische banden als culturele normen en waarden hetzelfde zijn
- Geografie / plaats van ligging
- Barrières (handelsbeleid)
• Monetaire kosten, zoals tarieven, als je grenzen gaat oversteken
• Vermindering van handel!
De gravity model wordt gebruikt om handelsstromen te verklaren!
trade impediments = handelsbelemmeringen
Om uit te zoeken hoe belangrijk de omvang en handelsbelemmeringen zijn, kan worden geschat
met behulp van wereldgegevens over handelsstromen, BBP en handelsbelemmeringen
,International trade
Anomalies in de gravity model =landen die afwijken van de 45 graden lijn (outlier) hoe verder van de
45 graden lijn, hoe verder buiten de norm
Globalisatie
Technologie heeft handel en globalisatie toe laten nemen door handelsbelemmeringen te
verminderen
• Maar: locatie en politieke factoren van een land zijn nog steeds relevant in het bepalen of
het een goede handelspositie heeft
o Politieke factoren zijn meer van invloed op handel dan veranderde technologie
Niet alleen het aantal goederen is veranderd, ook de type goederen die worden verhandeld, zijn
veranderd! Vroeger werd er veel grondstoffen verhandeld en nu meer diensten.
2 belangrijke recente ontwikkelingen:
1. Handel in intermediate goederen
• Complexe internationale supply chain
• Stijgende internationalisatie van productie netwerken
o Meer specialisatie en productie efficiëntie!
▪ Nadeel: meer kwetsbaarheid van productieproces -> productie naar
verschillende landen
2. Handel in diensten
• Geavanceerde communicatietechnologie zorgt voor meer ‘outsourcing’, zoals call
centers
o Outsourcing/offsourcing = diensten naar het buitenland verplaatsen
o Uitbesteding van diensten kan plaatsvinden voor diensten die elektronisch
kunnen worden uitgevoerd en verzonden, bijvoorbeeld:
▪ Een bedrijf kan zijn klantenservicecentra waarvan telefoongesprekken
elektronisch kunnen worden verzonden, verplaatsen naar een
buitenlandse locatie
▪ Een bedrijf kan zijn backoffice/administratie verplaatsen "naar de cloud"
op servers die eigendom zijn van een buitenlands bedrijf
▪ Een bedrijf kan zijn softwareprogrammeurs inhuren waar ze het
goedkoopst zijn
o Steeds meer diensten en banen worden ‘outsourceable’
,International trade
Het Ricardiaanse Model
_______________________________________________________________________________________
2 categorieën van handels theorieën:
1. Modellen die de verschillen tussen landen als belangrijkste motor van handel
benadrukken
• Verschillen in arbeidsvaardigheden, natuurlijke hulpbronnen, fysiek kapitaal en
technologie creëren productieve voordelen voor landen
• Voorbeelden: oliehandel tussen Duitsland Saudi Arabië
2. Modellen die de nadruk leggen op schaalvoordelen
• Geen a priori verschillen tussen landen, maar efficiënter als elk land zich specialiseert
in slechts een (paar) producten, en profiteert van schaalvoordelen
• Voorbeelden: handel van zonnebrillen voor TV's van Italië en Zuid-Korea
Ricardiaanse model
Handel ontstaat door verschillen in relatieve arbeidsproductiviteit tussen landen
• Bv. door technologische verschillen
• 2 belangrijke concepten:
o Opportuniteitskosten en comparatieve voordeel
• Opportuniteitskosten = kosten van het niet kunnen produceren van iets omdat de
hulpbronnen al zijn gebruikt om iets anders te produceren
o Elk land wordt geconfronteerd met opportuniteitskosten wanneer het hulpbronnen
gebruikt om goederen en diensten te produceren (je kunt een machine of de arbeid
van een persoon niet voor twee dingen tegelijk gebruiken)
• Comparatieve voordeel = land heeft een comparatief voordeel bij het produceren van een
goed als de alternatieve kosten van het produceren van dat goed in dat land lager zijn dan in
andere landen
• Winsten van handel:
o Wanneer landen zich specialiseren in het produceren van die goederen waarin ze
een comparatief voordeel hebben, en vervolgens handelen:
▪ Meer productie en consumptie van goederen en diensten, vergeleken met
de situatie waarin elk land alle goederen en diensten zelf maakt!
Assumpties van de one-factor Ricardiaans model:
1. Arbeid is de enige productiefactor
2. Arbeidsproductiviteit varieert per land vanwege verschillen in technologie, maar
arbeidsproductiviteit is in elk land constant
3. Het aanbod van arbeid in elk land is constant
4. Slechts twee goederen zijn belangrijk voor productie en consumptie
5. Perfect competitie tussen bedrijven en vrije toetreding/uittreding van bedrijven
6. Volmaakte arbeidsmobiliteit tussen sectoren
7. De wereld bestaat uit twee landen: binnenland/home en buitenland/foreign
, International trade
Productiemogelijkheden is afhankelijk van:
- Hoeveelheid arbeid dat beschikbaar is
- Unit labor requirement = hoeveel uren arbeid verricht moet worden om 1 unit goed te
produceren
• Hoge unit labor requirement = lage productiviteit
- Vb.
-> production possibility frontier = maximum
aantal goederen dat geproduceerd kan worden met een vast aantal middelen
Dus: opportuniteitskosten = absolute waarde van de helling van PPF
De PPF laat zien hoeveel producten een economie kan produceren, maar om te bepalen hoeveel
een economie daadwerkelijk produceert, moeten we de prijzen van goederen weten!
• Reden: prijzen bepalen hoeveel uren mensen spenderen in het produceren van een product
en bepalen hoeveel mensen bereid zijn om te betalen voor het product
↓
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deminguyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.