Samenvatting arbeids en organisatie psychologie hoorcolleges deel 1 en 2
0 view 0 purchase
Course
Arbeids- en Organisatiepsychologie (P_BARORPS)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Dit is een volledige samenvatting van de hoorcolleges van het vak arbeids en organisatiepsychologie aan de VU. Het bevat zowel het eerste als het tweede deel. Met deze samenvatting heb ik mijn tentamen in een keer gehaald. :)
Arbeids- en Organisatiepsychologie (P_BARORPS)
All documents for this subject (33)
Seller
Follow
evyvanderwal
Reviews received
Content preview
Week 1 - hoorcollege 1
Hoofdstuk 1, Wat is arbeids- en organisatiepsychologie?
Het marxisme is een politieke, culturele en economische filosofie die theoretiseert dat
sociale conflicten bestaan als gevolg van voortdurende machtsstrijd tussen kapitalisten en
arbeiders.
- Uitleg: De grondlegger van het marxisme, Karl Marx, zag de kapitalistische
samenleving als duidelijk verdeeld in twee klassen.
- De burgerlijke mensen bezitten kapitaal. Dit omvat hulpbronnen zoals land,
productiemiddelen (fabrieken), materialen en geld.
- De arbeiders bezitten geen kapitaal. Ze verkopen hun arbeidskracht aan de
bourgeoisie. Marx betoogde dat de Bourgeois de door de arbeiders aangeboden
arbeid uitbuiten om winst te maken.
Korte geschiedenis van de IO-psychologie
1876-1930
- Hugo Munsterburg, James McKeen Cattell, Walter Dill Scott en Walter Van Dyke
Bingham
- Wereldoorlog 1: leger-alfa- en leger-bètatests
- 1917 – Eerste doctoraat in Industriële Psychologie toegekend aan Lillian Gilbreth
- Onderzoek in tijd- en bewegingsstudie → Human Engineering
Veranderingen op de werkvloer sinds 1980
- Persoonlijk computergebruik
- Telewerken en virtuele teams
- Videovergaderen
- Het verlenen van een dienst versus het vervaardigen van “goederen”
- Aard van het werk vloeiender
- Teams versus het individu
- Weinig stabiliteit
- Gezinsvriendelijke werkplekken
- Grotere diversiteit
- Mondiale werkplek
Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan, 2001)
Deze theorie maakt allereerst onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.
Volgens Deci & Ryan kunnen docenten de intrinsieke motivatie verhogen als ze weten in te
spelen op drie psychologische basisbehoeften:
● Autonomie. De leerling heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen
uitvoeren en heeft invloed op wat hij/zij doet.
● Gevoel van competentie. Het vertrouwen dat de leerling moet hebben in eigen
kunnen.
● Relatie, sociale verbondenheid. De verbondenheid met de omgeving, ofwel
vertrouwen hebben in anderen. En een positief klimaat in de klas; leerlingen moeten
zich vrij voelen om vragen te stellen en niet bang zijn om fouten te maken.
,Module 1.3: Multiculturele en interculturele kwesties in de I-O-psychologie
Multiculturalisme – Cultuur gedefinieerd
- Systeem waarin individuen betekenis en gemeenschappelijke manieren delen om
gebeurtenissen en objecten te bekijken
- Het delen van betekenissen en interpretaties
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethoden en statistiek in de I-O-psychologie
Methoden voor gegevensverzameling: kwalitatief en kwantitatief onderzoek
● Kwalitatieve methoden
- Inclusief procedures zoals observatie, interview, case study, & analyse van
geschreven documenten
- Produceer in het algemeen stroomdiagrammen en verhalende beschrijvingen
van gebeurtenissen/processen
● Kwantitatieve methoden
- Vertrouw op tests, beoordelingsschalen en fysiologische metingen
- Lever numerieke resultaten op
Gemeenschappelijke onderzoeksontwerpen in de IO-psychologie
● Experimenteel
- Willekeurige toewijzing van deelnemers aan voorwaarden
- Uitgevoerd in een laboratorium of op de werkplek
● Niet-experimenteel
- Omvat geen manipulatie of toewijzing aan anderen voorwaarden
- 2 veel voorkomende ontwerpen:
Observationeel ontwerp: observeert en registreert gedrag
Enquête/vragenlijstontwerp (meest gebruikelijk)
● Quasi-experimenteel
, - Niet-willekeurige toewijzing van deelnemers aan voorwaarden
Generaliseerbaarheid in onderzoek
Generaliseerbaarheid:
- Toepassing van resultaten uit één onderzoek of steekproef op andere deelnemers of
situaties
- Hoe meer gebieden een onderzoek omvat, hoe groter de generaliseerbaarheid ervan
- Elke keer dat er een compromis wordt gesloten, wordt de generaliseerbaarheid van
de resultaten verminderd
Een scoreverdeling beschrijven
Measurements of central tendency
- Gemiddelde
- Modus → waarde met hoogste frequentie
- Mediaan → middelste getal
Statistische power
- Waarschijnlijkheid om statistisch significante verschillen te vinden als er echte
verschillen bestaan (tussen groepen)
- Hoe kleiner de steekproefomvang, hoe lager de power om een waar of reëel verschil
te detecteren
Correlatiecoëfficiënt
- Statistiek of maatstaf voor associatie
- Geeft de omvang (numerieke waarde) en richting (+ of –) weer van de relatie tussen
2 variabelen
- Bereik van 0,00 en 1,00
Meta-analyse
- Statistische methode om resultaten uit vele onderzoeken te combineren om een
algemene conclusie te trekken
- Statistische artefacten → Kenmerken van een bepaalde studie die de resultaten
vertekenen. Steekproefgrootte is doorgaans het meest invloedrijke statistische
artefact
Module 2.3: Interpretatie door betrouwbaarheid en validiteit
, Betrouwbaarheid
- Consistentie of stabiliteit van een maatregel
- Test-hertestbetrouwbaarheid
Dit wordt berekend door metingen op tijdstip 1 te correleren met metingen op tijdstip 2
Validiteit
- Of de metingen nauwkeurig en volledig representeren wat er gemeten moet worden
- Voorspeller → Test gekozen of ontwikkeld om geïdentificeerde vaardigheden of
andere kenmerken te beoordelen (KSAO's)
- Criterium → Uitkomstvariabele die een belangrijk prestatiedomein beschrijft
Moderation en mediation
● Moderation → is een manier om te controleren of die derde variabele de sterkte of
richting van de relatie tussen een onafhankelijke en afhankelijke variabele beïnvloedt
● Mediation → waargenomen relatie tussen een onafhankelijke variabele en een
afhankelijke variabele via de opname van een derde verklarende variabele, bekend
als een mediatorvariabele
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evyvanderwal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.