Uitgebreide samenvatting van het vak Afwerking 2 gegeven in het eerste jaar Vastgoed aan de Artesis Plantijn Hogeschool.
Alle hoofdstukken worden behandeld!
1 Hout...................................................................................................................................................................... 4
1.1 Hout en zijn eigenschappen.......................................................................................................................................4
1.1.1 Inleiding...............................................................................................................................................................4
1.1.2 Opbouw van het hout.........................................................................................................................................4
1.1.3 Eigenschappen van hout.....................................................................................................................................8
1.1.4 Gebreken van hout............................................................................................................................................14
1.1.5 Bewerken van hout...........................................................................................................................................15
1.1.6 Houtsoorten......................................................................................................................................................16
1.1.7 Plaatmateriaal (composieten) op basis van hout.............................................................................................17
1.1.8 Afwerkingslagen................................................................................................................................................22
1.1.9 Alternatieven.....................................................................................................................................................23
1.1.10 FSC (Forest Stewardship Council)....................................................................................................................23
1.2 Aantasting van hout.................................................................................................................................................24
,1 Hout
1.1 Hout en zijn eigenschappen
1.1.1 Inleiding
Hout als bouwmateriaal, eigenschappen:
- Grote sterkte bij een relatief klein eigen gewicht
- Gemakkelijk te bewerken
- Fraai aspect
Elke toepassing van hout stelt zijn eigen eisen
- Structuren de sterkte
- Buitenschrijnwerk de duurzaamheid
- Plaatmateriaal de vormstabiliteit
- Meubelen de tekening, kleur en textuur
Enkele eigenschappen van hout
1) Hout is van nature hernieuwbaar
Groeit terug aan duurzaam bosbeheer gebeurt door boseigenaars
2) Hout is CO2 neutraal
Bomen halen CO2 uit de lucht, filteren het en geven zuurstof (door fotosynthese) vrij
Hout breekt zichzelf af (wordt compost, CO2 komt weer vrij in de lucht)
Dus bouwen met hout = zuiveren van atmosfeer door vasthouden grote hoeveelheid koolstof
o Want door opslaan van CO2 wordt het broeikaseffect afgeremd
3) Hout is een energiezuinig materiaal
Winning is minder vervuilend dan winning van andere ruwe materialen
Levenscyclus materiaal, rekening houden met: milieu, fabricage, gebruik en vernietiging
4) Hout is een recyclebaar materiaal
Houtafval kan gecomposteerd worden of als energiebron dienen
1.1.2 Opbouw van het hout
Sappen in boom = in water opgeloste voedingsstoffen en mineralen uit grond
> Stromen opwaarts in het spinthout, langs takken tot in bladeren
Bladeren = materiaal wordt door zonne-energie + koolzuur in lucht omgezet in fotosynthese
> Doel: voedingsstoffen creëren
> Biochemisch proces waarbij zuurstof vrijkomt
> Voedingsstoffen worden via stam naar beneden gevoerd
o Door: zuurstof uit lucht te gebruiken koolzuur en waterdamp komen in lucht vrij
1.1.2.1 Dwarsdoorsnede
Merg - Dwarsdoorsnede: enkele millimeters
- Bestaat uit zachte stof
- Biologische functie: eerstejaarsstengel van onderdeel van boom waar hij in voortkomt
Kernhout - Functie: mechanisch weerstand biedend geraamte (werkt niet mee aan groei)
- Verschil met spinthout: kleur (kernhout is donkerder)
Spinthout - Laatst gevormd gedeelte van hout (lichter van kleur dan kernhout)
- Functie: water en voedende bestanddelen, komende van wortels uit grond, tot in
bladeren transporteren
Cambium = teeltweefsel van de boom maakt de diktegroei mogelijk
- In dit weefsel ontstaan nieuwe cellen (van mei – augustus)
4
, Bast = cellen gelegen naar buitenkant van de cambiumlaag
- Ontstaat uit nieuwe cellen die in cambium voorkomen
- Bastlaag: staat in voor dalende sapstroom
Schors - Buitenste laag: gevormd door afgestroven delen van de bast
- Schorslaag kan normale groei van boom niet volgen er ontstaat een poreuze laag
Door barsten en scheuren
Poreuze laag moet verhinderen dat boomsappen bij hoge temperaturen uitdrogen
- Vormt algemene bescherming tegen temperatuur, vochtigheid en mechanische
invloeden
1.1.2.2 Celgroei
Afhankelijk van het orgaan waarvan ze deel uitmaakt, neemt de cel verschillende gedaanten aan.
Celwand Jonge plant die water verliest: spanning verlaagt, plant verwelkt en wordt slap
Oudere plant: stevigheid door verdikking van de celwand
> Verslapping treedt minder op (hoeveelheid water is lager in oudere cel)
> Cel bestaat uit verdikte celwand en een celholte
Celwand: samengesteld uit cellulose (celstof) en lignine (houtstof)
- Cellulose: draadvormige moleculen
- Lignine: natuurlijke lijm die cellulosemoleculen bij elkaar houdt
Belangrijk: hout heeft een anisotrope structuur: de eigenschappen lopen volgens
verschillende richtingen zeer hard uit elkaar
Celruimte = ruimte omsloten door de celwand
- Levende cellen: ruimte is gevuld met voedingsstoffen
- Dode cellen: ruimte bevat afvalstoffen (looistoffen1, barsen…)
Intercellulaire ruimten = ruimten die kunnen ontstaan tussen verschillende aangrenzende cellen
Middenlamel = speciale laag (pectinelaag) die aan elkaar grenzende cellen verbindt
1.1.2.3 Het houtweefsel of bestandweefsel
Houtcel: verhout na een tijd en wordt een houtvezel
> Een groep van cellen vormt een houtweefsel
Loofbomen - Brede platte bladeren – vallen op einde van groeiperiode af
- Soorten: eiken, beuken, populieren, essen, teak, limba…
Naaldbome - Naaldvormige of schubvormige bladeren – blijven hangen in winter (niet bij lork e.a.)
n - Dragen kegels (afhankelijk van soort: verschillende vormen)
(coniferen)
1
Beschermt de boom tegen insectenvraat en aantasting door bacteriën. Verder ook bescherming bij bosbrand.
5
,1.1.2.4 Bijzondere vormingen
1 Groeiringen
Boom neemt in dikte toe als gevolg van de werking van het cambium
> Cambium: doet nieuwe cellen ontstaan tussen hout (kern + spint) en bast
> Bij elke groeiperiode ontstaat dus nieuwe laag houtcellen tussen hut en cambium
Laag is zichtbaar als concentrische banden = groeiringen
Vroeghout/voorjaarshout
- Wordt in aanvang van een groeiperiode gevormd
- Groeit sneller dan hout dat later wordt gevormd
- Cellen: dunne wanden en grote celopeningen doel: water en voedsel aanvoeren om bladeren te
vormen
- Lichter dan laat-/zomerhout op dwarsdoorsnede ziet men duidelijk een opeenvolging van groeiringen
Breedte groeiringen houdt verband met: houtsoort, klimatologische omstandigheden en
bodemgesteldheid
Jaarringen = groeiperiode gebeurt 1x per jaar (in onze streken)
> Andere streken: groei in regenperioden + bladen gaan weg tijdens droogte (anders
zou er door een te grote verdamping uitdroging plaatsvinden)
2 Groeibreedte en schrijnwerkhout versus constructiehout
Naaldhout: dikte van laathoutzone is constant
> = schommelingen in groeiringbreedten komen noodzakelijk voor als gevolg van schommelingen in de
dikte van de vroeghoutzone
> Dus: naaldhout met snelle groei (brede groeiringen, poreus vroeghout) is minder sterk dan met
langzame groei
Ringporig loofhout: snelle groei (brede groeiringen, poreus vroeghout) = sterker dan met langzame groei
> Door grote vaten is vroeghoutzone losser van structuur dan laathoutzone
Vroeghoutzone blijft wel gelijk in breedte
Laathoutzone heeft harder en vaster hout neemt toe/af wanneer groeiring smaller/breder is
> Conclusie: ringporig loofhout is sterker en vaster naarmate de groeiring breder is
Grenenhout of vurenhout: smalle en gelijkmatige groeiringen (om sterk en weerstandbiedend te zijn)
Eikenhout: brede groeiringen (om sterk en weerstandbiedend te zijn)
> Eikenhout als schrijnwerkhout: smalle groeiringen zijn beter te bewerken
> Eikenhout als constructiehout: brede groeiringen zijn interessanter
1.1.2.5 Verkerning – spinthout – kernhout
Verkerning
- Sapstroom bevindt zich enkel in de buitenste lagen van het hout (= spinthout)
- Waar de sapstroom stopt, verkernt het hout (= kernhout)
Verkerning ontstaat eerst bij gevormde groeiringen van het hout
> Erna: gaat naar verdere groeiringen waardoor cambium nieuwe groeiringen moet aangroeien
Nog niet verkernde hout = spinthout, het verkernde kernhout
Spinthout - Buitenste licht gekleurde deel van de boom
- Zorgt voor watertransport en berging van voedingsstoffen
Kernhout - Binnenste donker gekleurde deel van de boom
- Omwenteling heeft zich voorgedaan
Nieuwe producten ontwikkelen en zetten zich neer op de celwanden (looistoffen,
harsen, kleurstoffen…)
Vaten (vroeger voor watertransport) worden afgesloten door verschillende
producten van de stofwisseling
Of door uitgroeisels van het aanpalende parenchyme(thyllen)
Bederfwerende middelen komen tot stand
6
,7
, Verschil spinthout en kernhout
Spinthout Kernhout
Vochtgehalte Vers hout: vochtgehalte is hoog Vers hout: vochtgehalte is laag
- Dus minder waardevol voor bouw - Dus waardevol voor bouw
Kleur Licht Donker
- Grenen: door vorming van harsen
Geur en smaak Zwak Sterk
Duurzaamheid Minder duurzaam Duurzaam
- Voedsel werd omgezet in giftige - Vaten: afgesloten door vormingen
stoffen die intreden van water en
bedervers belemmeren
Beschermbaarhei Neemt mak. beschermingsproducten op Neemt moeil. beschermingsproducten op
d
Verkerning gebeurt geleidelijk en regelmatig, maar hangt sterk af van de houtsoort.
1.1.3 Eigenschappen van hout
1.1.3.1 Vochtgehalte
Hout = hygroscopisch materiaal
> Kan vocht opnemen uit de omgeving of vocht afstaan aan de omgeving i.f.v. het klimaat
Houtvochtigheid = de totale hoeveelheid water aanwezig in een stuk hout, in verhouding tot het absolute
drooggewicht van datzelfde stuk hout.
> Bv. 100%: evenveel vocht als drooggewicht
> Vers gekapt hout: vochtgehalte +- 50%
> Spinthout bevat meer vocht dan kernhout
Hout bevat twee soorten water
1) Gebonden water: zit in celwanden – verantwoordelijk voor +-30% van het vochtgehalte
2) Vrij water: zit in celholten + intercellaire ruimten laat zich makkelijk verwijderen
Overzicht
150 100
55 70
150 100
Naaldhout Loofhout
Indien beide in oven: welke vervormt meer bij drogen?
> Naaldhout: verhouding tussen onderdelen onderling is groter dan bij loofhout
Droogproces gebeurt bij loofhout gelijkmatiger dan bij naaldhout
Vezelverzadiging = vochtgehalte dat juist overeenstemt met de verzadiging van de celwanden
> Op dit ogenblik is er geen vrij water meer aanwezig
> Vezelverzadiging = belangrijk omdat:
Afmetingen van vezel veranderen bij opnemen en afstaan van gebonden water (zwellen & krimpen)
Door opnemen van water mechanische eigenschappen verminderen (afgeven: verbeteren)
Hout met hoge vezelverzadiging is makkelijker aan te tasten door zwammen
Meten van het vochtgehalte met elektrische vochtmeters:
- Snel, maar minder nauwkeurig
- Meet de elektrische weerstand geeft het watergehalte weer
- Enkel voor vochtgehaltes van 7% - 25 à 30% (voldoende voor bouwkundige toepassingen)
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vastgoedstudentap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.