100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H1-H2 - Biotechnologie III $7.61
Add to cart

Summary

Samenvatting H1-H2 - Biotechnologie III

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een zeer uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 1 en 2 bij het vak biotechnologie III. Deze is gemaakt aan de hand van de slidesets en het handboek.

Preview 4 out of 53  pages

  • January 6, 2025
  • 53
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Biotechnologie III
1. Vectoren & kloneringen
1.1. Inleiding
Klonen= aseksueel replicatie van een organismen om genetisch identiek dezelfde organismen te
bekomen
 Uitbreiding:
Klonen gaat ook over een gen of gen fragmenten, niet alleen geheel organisme
= kloneren  een vreemd gen/gen fragment binnen brengen in een bacterie, zodat die het
gen mee verder kopieert
Toepassingen:
 Sequenering van het gen
 Aanmaken van een probe voor expressiescreening
 Expresseren van het gen in de gastheercel. Uitkomst= grote hoeveelheid eiwitproduct
bekomen
 Mutatie van het gen . Uitkomst= veranderde functie van het eiwit bekomen
 Recombinante vector bekomen. Uitkomst= hoger orde organisme transgeen maken

2 benaderingswijzen:
1) Cel gebaseerde DNA-klonering
Gewenste fragment in vivo selectief amplificeren
3 essentiële stappen:
1. Keuze van de geschikte bron van het te kloneren DNA
2. Aanleggen van DNA-fragmenten dat in een gastheer/vector kunnen
geïntroduceerd worden
3. Screenen van de bekomen kolonies voor de aanwezigheid van de gewenste DNA
sequentie
=> Alle bacteriën in dezelfde kolonie bevatten dezelfde plasmiden
2) In vitro DNA-klonering
Gewenste fragment in vitro selectief amplificeren

In vitro versus in vivo
 In vitro= in glas, experimenteren buiten een levend organisme in een beschermde omgeving
 In vivo= in levende, experimenten binnen een levend organisme

1.2. Ligatie
1.2.1. Inleiding
Ligatie= de verbinding tussen de vector en het gen van interesse
Door: enzym DNA ligase
 Nicks (=Enkelstrengige breuken) in DNA herstellen
 Verbindt de 3’ OH groep met de 5’ fosfaatgroep
 Hersteld zowel sticky ends als blunt ends
Uitzonderlijke DNA ligases:
- E. coli DNA ligase  enkel sticky ends verbinden


1

, - T4 DNA liagse  beide maar niet efficiënt voor blut ends
 Vereist ATP (cosubstraat)
 Functie: nicks repareren
 Reactie:
1. Ligase reageert met ATP= covalent enzyme-AMP complex
2. Covalent enzyme-AMP complex reageert met het 5’-fosfaat van het DNA +
AMP wordt overgedragen aan de fosfaat groep
3. 3’OH reageert met het gevormde complex
= covalente foso-diësterverbinding + AMP vrijgesteld
Opletten:
5’fosfaat is noodzakelijk. Als deze afwezig is (kan door fosfatase)= zal het niet werken
=> Fosfatase kan gebruikt worden om zelfsluiting te verhinderen
Ligase heeft nodig:
 DNA
 Mg2+
 Buffer
 ATP
 T4ligase
Reactie= overnacht

1.2.2. Optimalisatie van ligatie-condities
Succes ligatie= verwijst naar de efficiëntie/succes van een ligatiereactie
 Hoeveel fosfo-diësterverbindingen heb ik kunnen vormen
Belangrijk maar onvoorspelbaar
Factoren die succes ligatie verminderen:
- Aanwezigheid van inhibitoren
- Degradatie van het enzym of DNA
- Niet optimale reactie omstandigheden  optimalisatie nodig

Product ligatie= verwijst naar het resultaat van een ligatiereactie
 Hoeveel verschillende producten heb ik nu eigenlijk gevormd

1) Monomoleculaire reactie
= concentratie onafhankelijk
2) Bimoleculaire reactie of intermoleculaire reactie
= de verbinding tussen 2 of meerdere verschillende DNA moleculen
 Vector – insert
3) Intramoleculaire ligatie= de verbinding binnen hetzelfde DNA molecule
 Vector – vector of insert – insert
 Concentratie verhogen van vector, niet van insert= meer kans op
intramoleculaire vector – vector reactie
=> Willen we niet
 Concentratie verhogen van insert, niet van vector= meer kans op
intramoleculaire insert – insert reactie
=> Willen we ook niet, maar minder probleem
Optimale concentratie vector tot insert= 1:3 tot 3:1 voor sticky end
Optimale concentratie vector tot insert= 1:5 voor blunt ends
2 & 3= concentratie afhankelijk  werken met hoge concentraties

2

,Molaire ratio berekenen:
(Wv / Sv) : (Wi / Si)
 Wv= gewicht vector (ng)
 Sv= grootte vector (bp)
 Wi= gewicht insert (ng)
 Si= grootte insert (bp)
Oriëntatie van het insert is ook belangrijk => niet gecontroleerd

1.2.3. Voorkomen van ongewenste ligatie: alkalische fosfatase en
dubbeldigeste
2 andere methoden om ongewenste ligatie te voorkomen:
- 5’fosfaatgroep verwijderen van de vector  zelfsluiting vermijden
- Toepassen van een dubbele restrictie-digest
1.2.3.1. Defosforylatie van de vector
Verwijderen van 5’fosfaat van DNA, RNA, ribo- en deoxyribonucleosidetrifosfaten door:
- BAP= bacterieel alkalisch fosfatase
- CIP= kalf intestinaal fosfatase
= zelfsluiting van de vector wordt onmogelijk
 Ligatie met een insert wel nog, insert heeft zijn 5’ fosfaat nog
Verwijderen van fosfaat VOOR DE LIGATIE
 Anders verliest het insert ook zijn 5’fosfaatgroep
 In-activatie van het fosfatase= onbetrouwbaar
Dus:
- DNA uit het mengsel halen door:
 Anionuitwisselingschromatografie
 Fenolextractie gevolgd door een ethanolprecipitatie
Na de ligatie:
 Ligatieproduct met 2 nicks= geen probleem
Blijft stabiel door de waterstofbruggen van de basenparing
 Wanneer het plasmide getransformeerd wordt, hersteld de bacterie deze nicks bij de
dochtercellen tijdens de replicatie
(Toevoegen van de ontbrekende fosfatasen)
= plasmide wordt vermenigvuldigd in een volledig intacte vorm
1.2.3.2. Defosforylatie van het insert
Bij een heterogeen insert pool (= genomische bank)
 Defosforyleren van het insert in plaats van de vector
Ook met :
- BAP
- CIP
= geen multimeren van de inserts kunnen gevormd worden
Multimeren van de inserts= zijn DNA-fragmenten die in meerdere kopieën in een vector zijn
ingebracht tijdens een kloneringsproces

Wel: zelfsluiting van de vector mogelijk
 Vermijden door:
Vectoren te gebruiken die enkel tot succesvol getransformeerde bacteriën kunnen leiden


3

, 1.2.3.3. Dubbele restrictie-digest
 De 2 elementen voor de ligatie telkens met 2 restrictie-enzymen laten knippen
= ontstaan van niet-compatibele sticky ends
 Vaan in MCS= Multiple Cloning Site
Waarom daar?
=> Er is niets van belang aanwezig
Extra stap nodig voor de kloenring met vector?
=> Kleine stukje en de rest van de vector moeten gescheiden worden van elkaar door
preparatieve gel elektroforese
Voordelen:
- De oriëntatie van het insert blijft gecontroleerd tijdens de ligatie
- Zelfsluiting van de vector voorkomen
- Insertie van multimere inserts voorkomen




1.3. Modificatie van DNA uiteinden
Modificatie= het aanpassen van de DNA uiteinden via restrictie-enzymen
Restrictie enzymen kunnen:
- 5’ overhangende ends creëren
- 3’ overhangende ends creëren

1.3.1. Conversie van 3’-uitstekende eindjes tot even eindjes (blut ends)
 Verwijderen of opvullen tot een stomp einde
Door: T4 polymerase of klenow fragment (= afgeleid enzym van DNA-polymerase I)
- 5’  3’ polymerase activiteit
Synthetiseert nucleotiden
- 3’  5’ exonuclease activiteit
Uitstekende nucleotiden worden verwijderd
- Trifosfaten verhinderd een overdreven exonuclease activiteit
- Enzym heef nodig voor de werking:

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nettedevisscher. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.61
  • (0)
Add to cart
Added