Hoorcollege 1
maandag 4 november 2024
13:16
Tentamen:
-30 meerkeuzevragen voor 80%
-1 casusvraag voor 20%
-Vrijdag 10 januari 9:00-12:00
Korte vragen
1) Wat is internationaal publiekrecht?
-Hoe Nederland als staat rechtsrelaties aangaat met andere staten.
2) Hoe verschilt het van het nationale recht?
-Er is geen internationaal parlement, regering of rechter.
-Het internationale recht is vooral een horizontale structuur; verschillende staten maken
onderling afspraken.
-Het nationale recht is vooral een verticale structuur; van overheid naar burger.
3) Wat is de relevantie voor Nederland?
-Wij hebben als klein land weinig invloed op de internationale bestuurlijke orde.
-Daarom is het belangrijk dat wij ons kunnen beroepen op de internationale rechtsorde.
-In Nederland zijn veel internationale instanties gevestigd.
-De regering moet de internationale orde bevorderen--> verplichting om aan de
internationale orde bij te dragen.
-Monistisch stelsel; rechtstreekse werking verdragsbepalingen.
4) Waarom is het voor rechtenstudenten belangrijk?
5) -Je kan niet om internationaal recht heen.
Overzicht:
-Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
-Vrede en veiligheid
Internationaal publiekrecht:
-Wereld van vandaag draait om internationale betrekkingen en onderlinge afhankelijkheden-->
maken internationale samenwerking noodzakelijk--> het internationaal publiekrecht helpt bij het
vormgeven van deze samenwerking.
-'Regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het kent bevoegdheden
toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze
bevoegdheden uitoefenen.'
-Elementen:
1) Internationaal
-Gewoonterecht, verdragen, algemene rechtsbeginselen, besluiten van internationale
organisaties.
-Secundair: rechterlijke beslissingen en opvattingen.
-Dualisme vs. Monisme
2) Publiek
-Reguleert de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap.
-Internationale actoren; staten en andere actoren zoals internationale organisaties.
-Beschermt de publieke belangen, zoals veiligheid, welzijn, natuur en milieu etc.
3) Recht
-Niet-juridische normen worden onderscheiden van juridische normen a.d.h.v. :
o Bron van een regel
o Schending gekoppeld aan een sanctie
1
, -Niet-juridische normen spelen wel een rol in de internationale rechtsorde, maar worden niet
gezien als internationale juridische normen.
Nationaal recht Internationaal recht
Hoogontwikkeld Gefragmenteerd
Verticale structuur Horizontale structuur
Centraal gezag: wetgever, rechterlijke en uitvoerende Decentraal gezag
macht
Rechter--> bindende uitspraken Geen automatische wereldrechter,
rechtsmacht bij Internationaal Gerechtshof
Grote beleidsvrijheid voor staten
Geschiedenis:
-Vrede van Westfalen (1648)
Scheiding Kerk en Staat
Begin soevereine staat
-Dekolonisatie na Tweede Wereldoorlog
Ontstaan nieuwe soevereine staten
Nieuwe rechtsorde
-Hugo de Groot
De iure belli ac pacis --> over het recht van oorlog en vrede
Mare liberum --> vrijhandel en toegang tot de zee
-Handvest van de Verenigde Naties (1945)/dekolonisatie
Beginsel van zelfbeschikking= het recht van volkeren om over hun eigen lot te beschikken
50 staten na WOII naar +/- 193 staten in 2024
Europese invloed in internationaal recht
-Historisch gezien Europees publiekrecht, verbreid over de wereld door koloniaal gezag.
Nederland grote rol met VOC en WIC
-Dus wel internationaal, maar zeker niet universeel.
Na WOI verloor Europa zijn greep op de internationale rechtsorde --> VS als machtsfactor en
opkomst SU
Westerse aanname: met toenemende globalisering zouden ook Westerse ideeën globaal worden
overgenomen.
Maar: kloof tussen westen en China/Rusland groter dan ooit; veel staten in Azië en Afrika kiezen niet
het westen.
Soevereiniteit:
-Soevereine gelijkheid van staten
Algemene Vergadering van de VN= alle staten hebben 1 stem.
-Alle staten hebben een gelijke juridische positie.
Instemming:
-Een belangrijk kenmerk van het internationaal publiekrecht is het beginsel van instemming.
-Een staat moet instemmen met een bepaalde regel of lidmaatschap van een internationale
organisatie voordat deze bindend is voor de staat.
-Vloeit voort uit het beginsel van soevereine gelijkheid
2
,Organisatievormen:
1) Recht van co-existentie
-Vreedzaam naast elkaar bestaan van onafhankelijke staten.
2) Recht van samenwerking
-Gemeenschappelijke belangen, actieve samenwerking tussen staten
3) Recht van integratie
-Bijvoorbeeld Europese Unie
Vrede en veiligheid--> één van de grondslagen van de internationale rechtsorde.
Internationale rechtsorde:
1) Co-existentie en samenwerking
2) Soevereine gelijkheid van staten
3) Geweldsverbod
4) Vreedzame geschillenbeslechting
5) Verenigde Naties
--> internationale vrede en veiligheid worden in de praktijk niet altijd even goed gehandhaafd.
Geschiedenis:
-Vroeger behoorde oorlog tot de manieren waarop buitenlandse betrekkingen werden uitgevoerd;
ultimum remedium.
-Oorlog is een andere manier van je beleid voeren.
-Na WOI en WOII
Erkenning van risico op escalatie en een oorlog met kernwapens
Steeds meer aandacht voor mensenrechten en menselijke waardigheid.
-Volkenbond (1919-1946)
Mislukt, samenwerking na de Eerste Wereldoorlog
-Verenigde Naties (1945-heden)
Handvest van de Verenigde Naties (1945):
-Preambule; Wij de volken van de VN, vastbesloten:
1) Voorkomen oorlog
2) Fundamentele mensenrechten
3) Gerechtigdheid, rechtvaardigheid
4) Vrede en handhaving van de internationale vrede en veiligheid
-Artikel 1 VN-Handvest--> doelstellingen van de VN
-Artikel 2 (3) VN-Handvest--> alle leden brengen hun internationale geschillen langs vreedzame weg.
-Artikel 2 (4) VN-Handvest--> alle leden onthouden zich van bedreiging met of het gebruik van
geweld (geweldverbod)
Jus ad bellum--> het recht van toepassing op het al dan niet beginnen van een oorlog.
Jus in bello--> het recht van toepassing tijdens een oorlog
Geweldsverbod:
-Artikel 2 (4) VN-Handvest
-Ook al ben je geen partij bij het VN-Handvest, dan ben je nog steeds gebonden aan deze regel!
-Behoort tot het gewoonterecht, ook dwingend recht (jus cogens)
-Zowel het daadwerkelijke gebruik als de bedreiging daarmee.
-In principe alleen van toepassing op geweld tussen staten en niet binnen een staat.
Twee uitzonderingen:
-Zelfverdediging
3
, -Gebruik van geweld door of namens de VN
Uitzondering I: Zelfverdediging:
-Artikel 51 VN-Handvest
-Behoort ook tot het gewoonterecht
-Individueel of collectief
-Gewapende aanval--> hoge drempel!
Om escalatie te voorkomen
-Anticiperende zelfverdediging?
Debat over; mag je jezelf verdedigen als je verwacht dat een andere staat een gewapende
aanval op je gaat plegen?
-Zelfverdediging mag alleen tot de VN-Veiligheidsraad het van de staat overneemt.
Dit kan in de zaak van Rusland/Oekraïne niet, omdat Rusland in de veiligheidsraad zit en hier
een vetorecht heeft.
Criteria:
1) Gewapende aanval
2) Meldplicht aan de VN-Veiligheidsraad
3) Aanvullende voorwaarden; noodzakelijkheid en proportionaliteit
-Noodzakelijk= Er kan geen andere mogelijkheid bestaan.
-Proportioneel= Maatregelen moeten in zekere zin evenredig zijn aan de aard en schaal van
de gewapende aanval.
Uitzondering II: Door/namens VN
-Artikel 24 (1) VN-Handvest
-Stelsel van collectieve veiligheid van de VN--> om eenzijdig gebruik van geweld te verbieden.
-De leden dragen de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de internationale vrede en
veiligheid.
-Hoofdstuk VI (niet-bindende maatregelen)
-Hoofdstuk VII (bindende maatregelen)
VN-Veiligheidsraad:
-Mandaat: handhaven van de internationale vrede en veiligheid.
-Bindende resoluties
-15 leden
5 permanente leden met vetorecht (China, Frankrijk, Rusland, VK en VS)
10 niet-permanente leden met een termijn van 2 jaar.
-Nederland was in 2018 voor het laatst lid.
Algemene Vergadering van de VN (AVVN):
-193 leden
-Niet-bindende resoluties
-Elk lid heeft 1 stem.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louise9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.