Introductie
- Wat voor politieke conclusies moesten er uit de Franse Revolutie getrokken worden?
- Eerste helft college:
o Geschiedschrijving tweede helft negentiende eeuw, historici reageerden op primaat
van politiek en Rankiaanse geschiedschrijving, vragen stellen over onderzoeksobject
van geschiedschrijving. Discussies over de vraag waar geschiedenis over kan en moet
gaan.
o Bijhorende kwesties over wetenschappelijkheid en methode.
Cultuurgeschiedenis
- Eerste aanzet tot andere vorm van minder traditionele geschiedenis die minder gefocust is
op diplomaten en heersers.
- “Cultuur”:
o Beschaving (civilization).
o Mentaliteit (mentalité).
o Het denkbeeldige (l’imaginaire).
o Geest (spirit/geist).
o Begrippen kunnen ook iets anders betekenen maar bepalen terrein van
geschiedschrijving.
- Achterliggende idee:
o Producten en praktijken bekijken die iets zeggen over idealen en gevoelens van een
maatschappij in een bepaalde tijd.
o Patronen vinden, zichtbaar maken en begrijpen.
Eigenheid van verleden (idee hiervan) is de basis van soort vragen dat wordt
gesteld in cultuurgeschiedenis.
o Collectief gedeelde waarde/wereldbeelden.
- Focus van cultuurgeschiedenis ligt eerder op begrijpen van ideeën, patronen en betekenissen
dan op verklaren.
- Wel naar verschijnselen kijken om generalisaties op te stellen. Grotere trend en structuur
aantonen en identificeren.
- Individuele personen en evenementen zijn minder van belang. Klemtoon ligt sterker op
dingen die gegeneraliseerd kunnen worden.
- Peter Burcke: Je kunt uiteindelijk wel beweren dat deze ideeën het fundament hebben in
ideeën die in Duitsland eind achttiende eeuw zijn ontstaan. Bildung uitgebreid naar een
collectief.
- Herder: Geest van de tijd. Maar wel bezig met de vraag hoe ver je kunt gaan met
generalisatie en wanneer wordt je ontrouw aan historisch materiaal. Spanning tussen
generaliserende uitspraken en bijzonderheid van het verleden.
- In Duitsland dominantie van Rankiaanse geschiedschrijving en klemtoon op personen en
individuen -> idee van cultuurgeschiedenis is eerder buiten geschiedwetenschap ontwikkeld
en niet zozeer binnen de geschiedwetenschap.
- Groot methodisch probleembewustzijn -> debatten over soort wetenschap komen eind
negentiende eeuw op. Bezighouden met kwesties op welke manier over geschiedenis
nadenken en onderzoek doen naar het verleden.
, Jacob Burckhardt (1818-1897)
- Zwitserse historicus en kunsthistoricus, ook in Duitsland bij Ranke.
- Hoogleraar in Bazel.
- Schreef belangrijkste werken midden in de negentiende eeuw. Grondlegger Renaissance
studies.
- Hield zich bezig met de vragen wat geschiedenis doet en is.
- Verwerpt het historische belang van:
o De overheid en de staat als centraal acteur.
o Het idee van continue ontwikkeling die leidt naar het heden.
Aanval op Ranke die juist deze onderwerpen zeer belangrijk vond. Positioneerde zich
tegenover invloedrijke historici van zijn tijd.
- Visie over het verleden en wat je zou moeten bestuderen:
o “Potenzen” <-> Menselijke behoeften.
o Staat Het politieke.
o Religie Het metafysische.
o Cultuur Het kritisch scheppende.
Cultuur = alle menselijke levensomstandigheden en producten buiten religie
en staat.
o Veel aspecten van het verleden werden belangrijk thema (taal, materiële condities,
wetenschap, kunst, sociale rituelen en feesten). Verbreding van het vakgebied.
- Abstract en algemeen idee hoe historische veranderingen tot stand komen -> niet door
belangrijke personen met veel macht maar door wederzijdse afhankelijkheid van de drie
terreinen. Er is geen verandering zonder dat er iets verandert in de verhouding tussen de drie
terreinen. De drie terreinen kunnen niet afzonderlijk van elkaar begrepen worden.
o Teruggang naar idee dat machthebbers autonoom van situatie waarin zij zich kunnen
bevinden verandering tot stand kunnen brengen.
- ‘Die Kultur der Renaissance in Italien‘:
o Overheidsarchief heeft geen primaat meer. Niet bij uitstek hier de belangrijkste
bronnen vinden. Overal zijn bijzondere bronnen en informatie te vinden.
o Hoofdlijn is een visie naar Italiaanse stadsstaten -> kritisch op overheden van
stadsstaten en tegelijk individualisme van de Renaissance als reactie op creatie
moderne staat zien.
o “In the wide ocean upon which we venture the possible ways and directions are
many; and the same studies which have served for this work might easily, in other
hands, not only receive a wholly different treatment and application, but lead also to
essentially different conclusions.”
Met precies dezelfde bronnen kan je een compleet andere conclusie trekken.
Relativering van het kunnen van historisch werk.
Johan Huizinga (1871-1945)
- “Er zijn veelvuldige kwalitatief afwijkende wijzen van historisch begrijpen van één en
dezelfde reeks van gebeurtenissen mogelijk, die alle de waarheid bevatten, elk slechts van
een ander standpunt uit.” Wilhelm Wundt geciteerd in Johan Huizinga ‘Het aesthetische
bestanddeel van de geschiedkundige voorstellingen’ (1905).
o Twee stellingen en beschrijvingen kunnen allebei op een andere manier de waarheid
bevatten. Scherp bewustzijn voor hoe je geschiedenis benadert en met welke
methode en theorieën. Veranderend beeld van wat je kunt vormen en produceren.
- Ontwikkelingen in Duitsland van invloed op het werk van Huizinga:
o Friedrich Nietzsche (1844-1900):
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthekuiper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.