Modellen (vereenvoudigde voorstellingen van de werkelijkheid) bestaan om de werkelijkheid te
begrijpen door middel van theorieën waarin assumpties worden gebruikt. niet in detail, maar
nadruk leggen op wat echt belangrijk is.
- Voorbeeld: we willen iets weten over de marktprijs van appartementen simpele
beschrijving van appartementenmarkt
o Prijs binnenstad >< stadrand (lager)
o Willen prijs binnenstad weten= endogene variabele, gegeven prijs stadsrand is
exogene variabele
- Normatieve economie: hoe de wereld zou moeten zijn
- Positieve economie: hoe de wereld is
o Vertrekt vanuit modellen en weerspiegelt de werkelijkheid
o Gebaseerd op veronderstellingen
o Proberen gedrag te voorspellen
o Aanvaard theorie indien ze goede voorspellingen toelaat van empirische
werkelijkheid
o Of een assumptie ‘realistisch’ is, is onbelangrijk!
Voorbeeld: Voetballer beslist alsof (“as if”) hij Albert Einstein was. Wij
gaan ervan uit dat hij de wetten van fysica kent en we maken
voorspelling op basis van formules en berekeningen (afhankelijk van
gewicht, kracht, snelheid,..)
Na de trap gaan we resultaat vergelijken met model het is pas een
goed model als het ongeveer overeenkomt ook al kent die persoon niks
van fysica.
1.2. Optimalization and equilibrium
2 principes die menselijk gedrag determineren:
- Optimalisatie principe: we kiezen beste optie gegeven een beperking (budget)
- Evenwichtsprincipe: prijzen wijzigen tot vraag= aanbod
o Wijzigingen kunnen lang duren voor het hele systeem is hersteld
1.3. Vraagcurve
Iedereen heeft een reservatie prijs.
- Bij elk gegeven prijs iemand met hogere reservatieprijs, wilt het, anderen kappen af
- Met reservatieprijzen maken we een vraagcurve boven een bepaalde prijs wil
niemand kopen bij bepaalde prijs wil iedereen kopen
- Hoe lager de prijs hoe hogen de vraag door reservatieprijs
1.4. Aanbodcurve
- In competitieve markten:
o Verticale aanbodcurve? aanbod wijzigt niet no matter wat de vraag is
- Hoe hoger de gegeven prijs hoe meer aanbieders hun goederen zoals grond zullen willen
verkopen want de opbrengst van hun inbreng wordt zo gemaximaliseerd
1.5. Evenwicht
- Waar vraag gelijk is aan aanbod bepaalde prijs
- Wanneer p < p* vraag is groter dan aanbod dus zal prijs stijgen om terug evenwicht te
bereiken
1
, Samenvatting micro- economie
- p > p* sommige aanbieders bedreigd klanten te verliezen dus incentive om prijzen te
doen dalen
+ KAN= beperkingen:
- Inkomen, prijzen
- Stemmen behalen
- Fysiek (snelheid, kracht,…), het weer
= DOEN= gedrag
- Consumptie
- Beleid
- Wedstrijdresultaat
Mathematische voorstelling van optimalisatie onder beperking: Lagrangefunctie
“Consumenten kiezen de beste consumptiebundel die ze zich kunnen veroorloven”
In dit hoofdstuk focussen we ons op wat een consument zich kan
veroorloven
2.1. de budgetbeperking
De consumenten wensen alles te kopen maar zullen enkel de goederen kopen waarvoor ze er
de middelen voor hebben. Stel dat de consument de keuze heeft tussen twee goederen : x 1
en x2.De consumptiebundel (x1, x2) is een lijst van cijfers die aangeeft hoeveel de
consument van elk goed wil consumeren. Indien we de prijzen van de goederen kennen en
de hoeveelheid geld die de consument moet uitgeven dan wordt de budgetbeperking :
p1.x1 + p2.x2 <= m
P1x1= geld gespendeerd aan goed 1
2
, Samenvatting micro- economie
Is het linkerlid kleiner dan het inkomen m dan noemt men (p 1, p2) een “affordable”
consumptiebundel. De Budget Set vormt de verzameling van de haalbare bundels bij
gegeven inkomen en prijzen. Het budget waarover de consument beschikt, vormt een
beperking op de keuze.
2.2. Twee goederen zijn vaak genoeg
Meestal werken we met twee goederen waarbij goed 2 “a composite good” genoemd
wordt en stelt al de rest voor dat de consument zou willen consumeren.
- Twee goederen kunnen wel degelijk realistisch beeld geven van ‘echte’
consumptiebeslissingen: p1 x1 + p2 x2 = m
- Goed 1 is bv appel, goed 2 is ‘geen appel’ dus composite good (samengestelde goed
van alles behalve een appel)
- p1.x1 + p2.x2 <= m
- geld gespendeerd aan goed 1 en aan alle andere goederen gaat nooit meer dan het
budget zijn
2.3. Eigenschappen van de budgetverzameling
De budgetrechte is de verzameling van bundels die exact m kosten : p 1.x1 + p2.x2 = m. x1
Budget Set Punten op de curve kosten exact m, punten boven de curve zijn
+1 niet haalbaar en punten onder de curve kosten minder dan m.
-p1/p2 We kunnen de budgetbeperking herschrijven als x 2 = m/p2 – m/
p2.x1.
Dit geeft aan hoeveel de consument van goed 2 wenst
te x2 consumeren als hij een hoeveelheid x 1 consumeert.
3
, Samenvatting micro- economie
Om de budgetrechte te tekenen moeten we zich afvragen hoeveel een consument van elk
goed zou consumeren indien hij al zijn geld op dat bepaald goed uitgeeft : resp. m/p 1 en m/
p2. Nu dat je de punten op de twee assen hebt, moet je nog enkel verbinden.
De helling van de budgetrechte heeft een speciale interpretatie : het meet in welke mate de
markt goed 1 tegen goed 2 wil substitueren. Stel dat een consument zijn consumptie aan
goed 1 verhoogt met x1, hoeveel zou hij meer aan goed 2 consumeren ?
p1.x1 + p2.x2 = m
p1(x1 + x1) + p2.(x2 + x2) = m
Aftrekken geeft : p1.x1 + p2.x2 = 0
Dus wordt de helling : x1/x2 = -p1/p2p
De min-teken staat voor het feit dat als je meer van een goed consumeert je minder van
het ander zal consumeren. We kunnen het dus zien als de opportuniteitskost waarbij je
iets moet opgeven om iets anders te hebben.
- Om van goed 1 meer te consumeren moet je van goed 2 afstaan= hoeveel eenheden
van x2 moet ik opofferen voor 1 eenheid van X1
Formule BR:
m p1
x 2= − ∗x
p 2 p2 1
Rico is verhouding van de prijzen.
2.4. Hoe verandert de budgetrechte
Bij een stijging van het inkomen kan de consument zich meer veroorloven dus gaat zijn
budgetrechte naar boven verschuiven (merk op dat de twee punten m/p 1 en m/p2 op de
twee assen stijgen). m zit niet in de helling dus verandert deze laatste niet.
Bij een stijging van de prijzen van bvb. p1 zal je minder van goed 1 willen consumeren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tathecikhakobyan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.