Sociale cognitie
Verwijst naar de studie van de mentale processen die sociaal gedrag bepalen
Wat is het hoofddoel van de cognitieve psychologie? |
Het hoofddoel van de cognitieve psychologie is de verklaring van gedrag door een beroep te doen op mentale
processen
ook sociaal gedrag kan vanuit dat standpunt bestudeerd worden
3.1 • COVARIATIEMODEL VAN ATTRIBUTIES
Causale attributies
Zijn denkprocessen waarbij iemand op zoek gaat naar verklaringen voor geobserveerd gedrag
we zoeken vaak heel snel oorzaken om andermans gedrag te verklaren
Fritz heider (1896 – 1988) |
• Oostenrijkse psycholoog
• Werkte als eerste een attributie theorie uit
experiment : hij liet proefpersonen een animatiefilmpje zien waarin 2 driehoeken en een cirkel over het scherm
bewegen
Conclusie: de proefpersonen vertelde een uitgebreid verhaal, waarin de grote driehoek slechte
bedoelingen had tegenover de twee andere vormen
je zocht dus zelfs een intentie achter het gedrag van geometrische figuren
,Vraag 21 | heider maakte een onderscheid tussen interne en externe attributie
• leg het verschil uit en geef van elk een voorbeeld
Interne attributie betekent dat je gedrag uitlegt door te kijken naar jezelf, zoals je eigenschappen of inzet
Vb. Ik haalde een goed cijfer omdat ik hard heb geleerd
Externe attributie betekent dat je gedrag uitlegt door te kijken naar dingen buiten jezelf, zoals de
omstandigheden
bv. Ik haalde een slecht cijfer omdat de toets te moeilijk was
Interne attributie Externe attributie
Stabiel Aanleg, bekwaamheid Moeilijkheidsgraad
Variabel Inspanning Geluk / pech
• wat is de fundamentele attributiefout?
neiging om het gedrag dat iemand vertoond, te generaliseren naar hun karakter
• geef een voorbeeld van hoe interne attributies je oordeel over een persoon beïnvloeden
als je denkt dat iemand een wedstrijd wint, slechte punten haalt, een taak te laat indiend als gevolg van
persoonlijke eigenschappen, kan dat je mening over die persoon positief of negatief beïnvloeden
Covariatie principe
Is het idee dat we gedrag vaak verklaren door te kijken welke factor aanwezig is als het gedrag zich voordoet en
welke afwezig is als het gedrag afwezig is
Harold kelley (1921 – 2003) |
• Amerikaanse psycholoog
• onderzocht hoe we tot interne of externe attributies komen
• ontwikkelde het covariatiemodel
• gaat ervan uit dat we op een min of meer wetenschappelijke manier afwegen welke factoren covariëren (of
samen voorkomen) met het te verklaren gedrag
Bv. Als Ezra zich vrolijk gedraagt als hij alcohol heeft gedronken en rustig als hij niet gedronken heeft, zullen we alcohol als
oorzaak van de vrolijkheid beschouwen
daarbij maken we 3 afwegingen:
• kenmerkendheid: gedraagt de persoon zich zo enkel in deze situatie of ook in andere situaties?
• consistentie: gedraagt de persoon zich enkel op dit moment zo of ook op andere tijdstippen?
, • consensus: gedraagt alleen de persoon zich zo of doen andere het ook?
Stel je voor dat we Senne een onbeleefde opmerking horen maken tegen een leerkracht. Dan stellen we ons de
volgende vragen:
• Is Senne alleen in de les bij deze leerkracht onbeleefd?
hoge kenmerkendheid: Senne gedraagt zich anders in andere lessen extern attributie
Bv. De leerkracht heeft het uitgelokt
lage kenmerkendheid: senne is ook in andere lessen en buiten school onbeleefd interne attributie
Bv. Senne is algemeen een onbeschoft persoon
• Gedraagt Senne zich altijd zo?
hoge consistentie: senne maakt ook op andere dagen onbeleefde opmerkingen interne attributie
Bv. Typisch voor senne om zo te reageren
lage consistentie: hij gedraagt zich alleen nu zo externe attributie
Bv. Senne heeft iets vervelend meegemaakt waardoor hij nu zo overprikkelbaar is
• Is Senne de enige die zich zo gedraagt of doen anderen het ook?
hoge consensus: meeste mensen gedragen zich zo externe attributie
Bv. In deze groep is het blijkbaar normaal om scheldwoorden te gebruiken
lage consensus: senne is de enige die zich zo onbeleefd gedraagt interne attributie
Bv. Iedereen gedraagt zich zoals het hoort behalve senne
Het antwoord op dergelijke vragen bepaalt dus mogelijk welke attributie we maken:
• Een persoonsattributie (intern)
waarbij de oorzaak wordt gezocht in de persoon die het gedrag vertoont
Dat is vooral het geval als de consistentie hoog is en kenmerkendheid en consensus laag.
Bijvoorbeeld: Jamila gedraagt zich vaak angstig. Dat gebeurt in allerlei situaties: thuis, op school, in een pretpark, ook in
situaties waarin anderen niet angstig zijn. We gaan er dan van uit dat angstig zijn een persoonlijkheidstrek van Jamila is.
• Een stimulusattributie (extern)
waarbij de oorzaak wordt gezocht in de stimulus (de persoon of het gegeven) tegenover wie het gedrag wordt
vertoond
Dat is vooral het geval als consistentie, consensus en kenmerkendheid hoog zijn.
Bijvoorbeeld: Jamila gedraagt zich elke keer angstig als ze op de rollercoaster zit, maar ook andere mensen gedragen zich dan
angstig. Buiten het pretpark gedraagt Jamila zich zelden angstig. We gaan er dan van uit dat de angst het gevolg is van de
rollercoaster.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanhaekencharlotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.79. You're not tied to anything after your purchase.