Volledige samenvatting van het boek ' Bang voor de bank ' , aangevuld met slides en notities. Samenvatting in het kader van het vak bank en financiewezen binnen de opleiding handelswetenschappen.
(!) PPT 17B afzonderlijk bekijken (= belangrijk voor het examen)
VS: Rommelhypotheken = leningen verstrekken die niet konden worden terugbetaald
=> banken massaal geïnvesteerd in producten die ze niet begrepen.
(CDO : Collateral Debt Obligation)
(voor eigen verdiensten)
Banken verkopen door - aan andere banken
- beleggers
= komt uiteindelijk ook in Europa
geen wantrouwen: Ratingbureaus : kredieten van topkwaliteit
Veel mensen konden lening niet meer terugbetalen
banken moeite in financiering (verliezen veel geld)
vertrouwen van het volk verdampte ( Bank Run )
overheidsinterventie = leningen, waarborgen etc
(2) Schuld
1. Topbankiers
= Premies nastreven - veel overnames om te groeien
- korte termijn denken
- veel risico nemen
2. Raad van bestuur
= functie is toezicht houden op het management - niet correct uitgevoerd
Aandeelhouders
= kiezen raad van bestuur
- grote verliezen geleden
(3) Gevolgen
1. Een deuk in het vertrouwen
+ schandalen na de crisis verergeren dit ( bv. geld witwassen)
2. Grote verliezen voor de aandeelhouders vd banken
3. Ontslag topbankiers
, HOOFDSTUK 0: INLEIDING
(4) Straf
1. Veel nieuwe regels
= herhaling vermijden
- alle risico’s meten + indekken tegen deze risico’s
- buffers aanleggen
- Europese bankenunie
= concurrentie tussen landen vermijden
= spaargeld van spaarders beschermen tot €100 000 / bank
- controle op banken
- procedure voor banken in de problemen
2. Nieuwe activiteiten verkopen + extra belastingen
= risico verminderen en overheid terugbetalen
3. Moeilijke omgeving om in te werken
= zeer lage rentevoeten
- door quantitative easing ( gelhoeveelheid stijgt)
= zeer weinig rente aanrekenen
=> afbrokkeling traditionele verdienmodel
OPL: digitalisering
maar - nieuwe concurrenten (FINTECH)
- Het fenomeen van (1) CROWDFUNDING
= Online geld ophalen bij een grote groep kleine financiers
= bedrijven die investeerders zoeken
gaan naar particulieren i.p.v. banken
- Private Equity investeerders
- rechtstreekse concurrentie van (2) SHADUWBANKEN
= voeren dezelfde activiteiten uit, maar zonder toezicht van de overheid
- ontsnappen aan alle regelgeving
- grote bron van onzekerheid voor het financiële systeem
Terugkerend vertrouwen?
- enkel indien mensen goed geïnformeerd worden, kan men geld met vertrouwen beleggen
(5) Nieuwe bankencrisis
Vindt zeker plaats, maar wanneer
= zeer onvoorspelbaar
- elke gebeurtenis die het vertrouwen breekt
(1) Vermijden (3) ASYMMETRISCHE INFORMATIE
= Eén partij beschikt over meer informatie dan de andere partij
(een deal sluiten en hierdoor zichzelf schade berokkenen door ongelijke informatie)
(4) ADVERSE SELECTION
= asymmetrische informatie voor de transactie
OPL - Screening = eerdere leningen bekijken
= kredietscore berekenen
( voor FFF: veel tijd, energie, sociale drempels )
- Signalling (persoonlijke situatie)
(!) Adverse Selection beïnvloedt de markt [GEORGE AKERLOF]
- Lemon (slecht product) verdrijft Peach (goed product)
Prijs ligt tussen beiden
- aanbieder Lemon zal verkopen
- aanbieder Peach zal niet verkopen
Gevolg : weinig Peaches (goede producten) komen op de markt.
(5) MORAL HAZARD
= asymmetrische informatie na de transactie
= Eén partij neemt bewust hogere risico’s omdat hij of zij niet alle negatieve
gevolgen van het risicovolle gedrag moet dragen.
= de partij weet wat hij/zij met het geld zal doen,
maar de andere is hier niet zeker van
OPL - monitoring (impliceert Free Rider probleem)
vb. waarborg vragen, of eerst facturen voorleggen
= dit blijven risico’s, maar worden wel tot een minimum beperkt dankzij de bank
(6) RELATIEBANKIEREN
= bank investeert in lange termijn relaties
(2) Reduceren van transactiekosten
(3) Spreiden van de risico’s
, HOOFDSTUK 1: DE INTERMEDIATIEFUNCTIE
[1. BELANG FINANCIËLE INSTELLINGEN ]
Bovenste deel toont aan hoe een bank traditioneel werkt.
=> Beleggers & Ontleners: kunnen dezelfde pers zijn.
Financiële Instelling : Financieel Tussenpersoon
= Indirecte Investeringen
via een tussenpersoon: via de bank.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Handelswetenschappen123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.