Samenvatting van alle hoofdstukken van A. Klips:
´European Criminal Law, 4th ed´, 2024-2025
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1. Wat is Europees strafrecht en waarom is het belangrijk?
- Europees strafrecht is een “gelaagd” systeem van wet- en regelgeving waarin zowel
Europese als nationale wetgevers en gerechten een rol spelen. Het wordt ook wel een
“hybride” systeem genoemd, omdat het elementen van verschillende rechtslagen bevat.
- Hoewel strafrecht oorspronkelijk geheel bij de lidstaten lag, heeft de Europese Unie (EU) na
het Verdrag van Maastricht (1992) steeds meer invloed gekregen op het strafrecht van de
lidstaten (zogeheten “Europeanisation” van het strafrecht).
- Met het Verdrag van Lissabon (in werking sinds 1 december 2009) heeft de EU formele
bevoegdheden in het strafrecht gekregen (bv. regelgeving over insider trading). Meestal zijn
die bevoegdheden niet exclusief, maar gedeeld met de lidstaten. De EU stelt normen vast
(zoals insider trading-verboden), terwijl de handhaving via nationale strafwetgeving gebeurt.
- Daarnaast is er binnen de EU een stelsel van wederzijdse erkenning ontstaan, zoals bij het
Europees arrestatiebevel. Ook zijn er door de interne markt en het vrije verkeer (van
personen, goederen, diensten en kapitaal) regels die de nationale strafwetgeving beperken
of beïnvloeden.
2. Definitie van Europees strafrecht in dit boek
- In dit boek wordt Europees strafrecht gedefinieerd als het rechtsgebied waarin de EU een
normatieve invloed uitoefent op het materiële strafrecht, strafprocesrecht en de justitiële
samenwerking tussen lidstaten.
- Ook directe handhaving door de EU zelf (zoals bij mededingingsrecht en het Europees
Openbaar Ministerie) valt hieronder.
- Verder volgt het boek de definitie van “strafrecht” vanuit art. 6 EVRM en de Engel-criteria
van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Die criteria bepalen of iets een
“criminal charge” is. Dit kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld mededingingsrecht als
strafrechtelijk van aard wordt gezien, ook al staat in EU-wetgeving dat het niet
“strafrechtelijk” zou zijn.
3. Opbouw en aanpak van het boek
- Top-down vs. bottom-up
1
, De studie van het EU-recht gebeurt vaak top-down (vanuit de abstracte EU-regels
naar de nationale implementatie). Dit boek voegt er nadrukkelijk ook een bottom-up-
perspectief aan toe: hoe werkt het EU-recht uit in de praktijk van nationale
strafrechtsystemen, en wat betekent dit voor de verdachte, het slachtoffer en de
nationale strafprocedure?
In sommige situaties heeft EU-recht absolute voorrang op nationaal recht (denk aan
vrij verkeer). In andere gevallen geeft het EU-recht alleen kaders en kan de lidstaat
zelf invulling geven.
Een belangrijk punt is hoe nationale rechters omgaan met de situatie waarin de
nationale strafwet strijdig is met EU-recht. Moet de nationale strafbepaling
bijvoorbeeld buiten toepassing worden gelaten, of leidt het tot vrijspraak?
- Scheidslijn tussen interne markt en ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Traditioneel werd onderscheid gemaakt tussen het interne-markt-recht (Eerste pijler)
en het justitiële samenwerkingsrecht (Derde pijler). Dit boek kiest echter voor een
geïntegreerde benadering omdat het Verdrag van Lissabon en eerdere
ontwikkelingen die twee domeinen steeds meer doen samensmelten.
We zien nu een geleidelijke convergentie: de EU heeft niet alleen invloed op de
interne markt, maar ook op het strafrecht in de “Ruimte van vrijheid, veiligheid en
recht.”
- Bestaande fragmenten van een Europees strafrechtsstelsel
De auteur vertrekt vanuit de aanname dat er al een (gedeeltelijk) Europees
strafrechtsstelsel bestaat, hoewel het gefragmenteerd is en vaak inconsistente delen
bevat. Dat blijkt bv. uit de ne bis in idem-regel bij zowel mededingingszaken als
klassieke strafzaken, en uit concepten van wederzijdse erkenning (die eerst in het
civiel recht bestonden en later ook naar strafrecht zijn gekopieerd).
Dit gemeenschappelijke stelsel schaft nationale systemen niet af, maar functioneert
ernaast en deels erbovenop.
- Doelgroepen en opbouw
Het boek is bedoeld voor strafjuristen, EU-juristen, praktijkmensen en studenten.
Het richt zich op de wisselwerking tussen EU-recht en nationaal strafrecht, waarbij
zowel het EU-recht als nationale procesrechten elkaar beïnvloeden.
De indeling van het boek bestaat uit vier delen (in totaal tien hoofdstukken):
1. Deel I (Hoofdstukken 2-4): De Europese rechtsorde. Hierin wordt de
institutionele en constitutionele basis besproken: wat is de EU, hoe werkt zij,
welke algemene beginselen zijn er, en wat betekent dat voor nationale
rechtsstelsels?
2
, 2. Deel II (Hoofdstukken 5-7): Strafrecht in de Europese Unie. Dit deel laat zien
welke strafrechtelijke bevoegdheden de EU heeft (materieel strafrecht in art.
83 VWEU, strafprocedure in art. 82 VWEU) en wat dit betekent voor nationale
strafwetgeving, procesrechten van verdachten en slachtoffers, en
sanctieregimes.
3. Deel III (Hoofdstukken 8-9): Samenwerking en handhaving op EU-niveau. Hier
gaat het over bilaterale (onderlinge) samenwerking tussen lidstaten (bv.
Europees arrestatiebevel, overlevering, wederzijdse erkenning) en
multilaterale/Europese instanties (Europese Opsporingsbevelen, Europol,
Eurojust, Europees Openbaar Ministerie). Ook wordt de rol van de EU bij
directe handhaving (met name in het mededingingsrecht) behandeld.
4. Deel IV (Hoofdstuk 10): Uitdagingen en toekomstperspectief van het
Europees strafrecht. Hierin worden de belangrijkste knelpunten en
aanbevelingen geformuleerd.
4. Terminologie en effect van het Verdrag van Lissabon
- Het boek gebruikt de post-Lissabon-termen: “Europese Unie”, “Unie” en “Unierecht” in
plaats van de oude termen “Gemeenschap” of “Gemeenschapsrecht.” Waar oudere
uitspraken of bepalingen worden geciteerd, komen de oude termen nog wel voor.
- De “grondrechten” (fundamental rights) verwijzen naar rechten uit het EU-Handvest, het
EVRM en andere mensenrechtenteksten. De “fundamentele vrijheden” (fundamental
freedoms) verwijzen naar de vijf vrijheden van verkeer (goederen, personen, diensten,
kapitaal en het recht van vrij verkeer en verblijf).
5. Methode en karakter van het EU-strafrecht
- Het boek bespreekt Europese regels vanuit hun eigen logica en geeft aan hoe deze in
nationale strafrechtelijke procedures doorwerken. Het is geen bespreking van alle details
van elk nationaal stelsel (dat zou te ver gaan), maar focust op de manier waarop EU-regels
en -beginselen grenzen en kaders opleggen aan de nationale strafrechtspraktijk.
- Ook het recht van de Raad van Europa (zoals de EVRM-verplichtingen en diverse verdragen
over justitiële samenwerking) komt aan bod, maar dan vooral waar het in het Unierecht is
geïncorporeerd (bv. ne bis in idem, handhaving mensenrechten).
- De rechtsontwikkeling in de EU heeft veel weg van een “common law”-achtige benadering:
Veel cruciale stappen zijn gezet door het Hof van Justitie van de EU (het “Hof”).
Er is geen volledig gecodificeerde Europese strafwet, waardoor de rechtspraak en
algemene beginselen veel invloed hebben.
Het Hof past algemene EU-beginselen (proportionaliteit, non-retroactiviteit, nulla
poena sine lege, etc.) toe op uiteenlopende rechtsgebieden, inclusief strafrecht,
3
, zonder dat deze beginselen per se allemaal in specifieke strafwetgeving zijn
vastgelegd.
6. Geldigheid van deze inleiding en focus
- De inleiding (en het boek) behandelt de rechtsontwikkeling tot 1 mei 2021.
- Het boek laat zien dat de EU vaker kaders en uitgangspunten formuleert, terwijl de
lidstaten via hun nationale strafrecht die regels handhaven. Toch ontstaan er ook steeds
meer echte EU-handhavingsorganen (bv. het Europees Openbaar Ministerie).
- In deze inleiding is de hoofdlijn: je kunt het Europees strafrecht enkel doorgronden als je
kijkt naar zowel de EU-regels (top-down) als de praktische toepassing in nationale
strafprocessen (bottom-up). De kern is dat steeds meer strafrechtelijke bevoegdheden
vanuit de EU komen en lidstaten daaraan gebonden zijn, maar tegelijk hun eigen
strafrechtstelsels behouden en ook hun eigen accenten leggen.
CONCLUSIE HOOFDSTUK 1
- Europees strafrecht is volop in ontwikkeling en vormt een complex geheel waarin EU-
bevoegdheden en nationale bevoegdheden samenkomen.
- Het Verdrag van Lissabon markeert een versterking van de EU-invloed in strafzaken. Deze
beïnvloeding blijkt o.a. in de verplichting voor lidstaten om bepaalde Europese
strafbaarstellingen over te nemen en in de samenwerking via wederzijdse erkenning.
- De rechterlijke macht op EU-niveau (Hof van Justitie) speelt een doorslaggevende rol in de
interpretatie van strafrechtelijke vragen met EU-dimensie.
- Dit boek zal in de volgende hoofdstukken gedetailleerder ingaan op (1) de constitutionele
en institutionele basis van de EU (Deel I), (2) de strafrechtelijke regels en procedures (Deel
II), (3) de samenwerking en directe handhaving (Deel III) en (4) de uitdagingen en toekomst
van het Europees strafrecht (Deel IV).
HOOFDSTUK 2: INSTITUTIONELE GRONDSLAGEN VAN DE EUROPESE UNIE
INLEIDING
- Basiskennis van de historische ontwikkeling en de (voormalige en huidige) institutionele
structuur van de Europese Unie (EU) is onmisbaar om Europees strafrecht te doorgronden.
- De EU heeft gaandeweg strafrechtelijke bevoegdheden gekregen; om te begrijpen hoe dat
in nationale systemen doorwerkt, moet men weten welke instellingen en
rechtsinstrumenten de EU heeft en hoe deze functioneren.
1. HISTORISCHE ACHTERGROND
1.1 Van EGKS tot EU
- 1951: De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) wordt opgericht door
Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hzonderland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.54. You're not tied to anything after your purchase.