INLEIDING
Recht: rationeel opgebouwd geheel van – door overheid uitgevaardigde en via sancties afdwingbare –
normen die dienen tot organisatie, handhaving of herstel v/d orde in de samenleving
- Creëert orde: sterkte v/h recht, niet recht van sterkste
- Onderlinge samenhang: eigen begrippenkader + onderliggende basiswaarden
- Afdwingbaar ≠ moraal, godsdienstige, familiale regels
- Recht ~ maatschappij
België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa.
DE BELGISCHE STAAT
Ontstaan Staten:
- Oorspronkelijk: claimen en opbouwen
- Afgeleid:
Dekolonisatie: onafhankelijkheid van gekoloniseerde staat
Secessie: deel van land splitst af
Dismembratio: uiteenvallen van één land in verschillende landen
Fusie: 2 (of meer) landen die 1 nieuw land worden
Ontstaan België:
- 1814: Congres van Wenen
- 1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden bufferstaat tot stand met Koning Willem I
- Zuidelijke provincies ontevreden:
Economische tegenstellingen:
o Zuid = industrie
o Noord = handel
Politieke ondervertegenwoordiging
Inmenging Kerk (onderwijs)
Beknotting persvrijheid
Taalconflict
- Declaratieve handeling
- Bevestiging bestaan nieuwe staat
- Erkenning staten, niet regeringen
- België: Verdrag Londen (1839)
Gevolgen kwalificatie:
- Rechtspersoonlijkheid
Extern: vb. verdragen sluiten
Intern: vb. belastingen heffen
- Soevereiniteit
Extern: gelijkheid, non-interventie
Intern: eigen rechtsordening bepalen
o Art. 33 GW: alle machten gaan uit van de natie
o Art. 34 GW: bevoegdheidsoverdracht aan internationale organisaties
toegelaten
- Rechtsmacht: beslissingen nemen die positie van ander raken
Uitvoeringshandelingen: territoriaal
Normerende/rechtsprekende handelingen
- In beginsel territoriaal, maar uitzonderingen
EEN DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
Gezagsuitoefening na Verlichting
- Verwerping absolutisme
- Gelijkheid en vrijheid nastreven
Ontwikkeling Scheiding Der Machten
- Montesquieu
- Opdeling wetgevende, bestuurs- en rechtsprekende functie
Politiek verantwoordelijk
Onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht
Wetgevende macht wetten opstellen
Uitvoerende macht wetten uitvoeren
Rechterlijke macht tussenkomst bij dispuut over wetten
Ongeschreven grondwettelijk beginsel in België
- Toch duidelijk aanwezig in GW: Titel III “De Machten”
- Algemeen rechtsbeginsel met grondwettelijke waarde
Geen orthodoxe scheiding
Checks & balances: wederzijdse controle en samenwerking (relatieve scheiding)
- Kamer controleert Koning
- Koning kan kamer ontbinden
- Koning maakt mee de wetten
- Wetgever bepaalt statuut rechters
- Koning benoemt rechters
Ook verticale machtenscheiding tss. federale overheid en EU
Verschuiving evenwichten?
Tripolair naar bipolair?
- Uitvoerend + wetgevend
Ontwikkeling rechtsstaat (rule of law, état de droit)
- Formele voorwaarde: overheid aan recht onderworpen
Uitsluiting willekeur
Rechtmatigheidsbeginsel
- Materiële voorwaarden: Recht moet…
Zeker en stabiel zijn (geen constante veranderingen)
Democratisch tot stand komen (correcte procedure)
Grondrechten respecteren
Afdwingbaar zijn voor onafh. Rechter
België: democratische rechtsstaat
Toch (bredere) tendens van achteruitgang: graduele ingrepen van leiders met autocratische
neigingen
EEN MEERGELAAGDE STAAT IN EUROPA
België: nieuwe parlementaire democratie sinds 1831
- Eerst: unitaire staat en meerderheidsdemocratie
- Maar: spanningen tss. Nederlands- en Franstaligen
Gebaseerd op taaldiscriminatie
o Moeizame (grond)wettelijke gelijkschakeling in: wetgeving, bestuur, gerecht,
onderwijs
o Fricties
Streven naar vormen van autonomie (op vlak van cultuur, economie…)
Nieuwe invulling nationale democratische ruimte
- Sinds ’70: elementen consensusdemocratie ter ‘pacificatie van tegenstellingen’
Etnisch, religieus, taalkundig… onderscheiden groepen in 1 politieke ruimte laten
samenleven
Geen zuivere meerderheids- maar consensuslogica
- Niet evident in bipolaire structuur
- Staatshervormingen
, Wenselijk?
- Voor: samenhouden politieke ruimte
- Tegen: betonneert tegenstelling, risico op blokkering
Groepsautonomie door federalisering
- Eerst ‘unitaire’ staatsstructuur, wel decentralisatie
- Sinds ’70: federalisering
Nationale en deelstatelijke overheden
Self rule (autonomie) en shared rule (participatie)
Centripetale of centrifugale ontwikkeling
o Centripetaal: deelstaten worden federale staat
o Centrifugaal: federale staat wordt deelstaten
Verschillende modellen: wel/geen hiërarchie, wel/geen deelstatelijke GW…
Relatieve labels: regionalisme, multinationalisme…
Confederalisme?
- Klassieke definitie: onafh. Staten + verdrag
Grotendeels diplomatiek
- België: juridisch een federatie
Deelstaten hebben geen statelijkheid + Kompetenz-Kompetenz
Politicologisch wel confederale trekken
VLAAMSE EN ANDERE DEELSTATEN
Pacificatie en ontwikkeling federalisme: 6 staatshervormingen (1970-2014)
1. 1970: 1e staatshervorming
- 3 cultuurgemeenschappen: Vlaamse verzuchting voor meer culturele autonomie
- Verankering taalgebieden (Art. 4 GW)
Bevoegdheidsverdeling en taalwetgeving
Wijziging grenzen via bijzonderemeerderheidswet
2. 1980: 2e staatshervorming
- Inrichting Vlaamse en Waalse Gewest: Franstalige verzuchting voor meer economische
autonomie
Nog geen beslissing over Br.
Gewesten: kracht van wet
- Cultuurgemeenschappen worden gemeenschappen
Krijgen persoonsgebonden bevoegdheden (vb. welzijn en gezondheidszorg)
Weg van centrale niveau
3. 1988: 3e staatshervorming
- Onderwijs naar gemeenschappen
- Oprichting Br. Hoofdstedelijk Gewest
Sommige bevoegdheden in Br.: oprichting ‘gemeenschapscommissies’
- Sinds: federaal systeem kreeg plooi
Gemeenschappen en gewesten: vormen van deelstaten
4. 1993: 4e staatshervorming
Sint-Michielsakkoord
- Art. 1 GW: België is federale staat
- Rechtstreekse verkiezing deelstaatparlementen
- Splitsing provincie Brabant
- Internationale bevoegdheden voor deelstaten
5. 2001: 5e staatshervorming
Labermontakkoord
- Overdracht diverse bevoegdheden (o.a. toezicht lokale besturen)
- Aanpassing financiering gemeenschappen
- Beperkte fiscale autonomie gewesten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jinthejonckheere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.