Hoofdstuk 1: Inleidend overzicht van de seksuologie
Seksuologische denkkaders:
Er zijn drie belangrijke denkkaders in de seksuologie:
- Essentialisme: menselijk gedrag krijgt vorm volgens een universeel basispatroon. Dit
basispatroon is evolutionair bepaald, stabiel en in geringe mate onderhevig aan sociale
verandering.
o Aandacht voor de evolutionaire achtergrond van seksueel gedrag en de invloed van
biologische factoren (evolutionaire psychologie).
- Sociaal-constructionisme: seksueel gedrag wordt primair beïnvloed door sociale,
culturele, historische en economische factoren die bepalen wat als normaal seksueel
gedrag wordt gezien en wat daarvan de betekenis is.
o Feminisme
- Biopsychosociale benadering: integreert biologische, psychologische en sociale factoren
in een visie om de multifactoriële oorzaken van seksueel gedrag te verklaren.
o Incentive theory of motivation: seksualiteit is het resultaat van systematische
interacties tussen biologische, psychologische en sociale factoren.
Het biopsychosociale perspectief is tegenwoordig het meest gangbaar.
Veel theorieën beschouwen seksualiteit als een risicovolle of gevaarlijke drijfveer die moet
worden gecontroleerd, anders gaat het slecht met de mens en de beschaving. Er zijn veel
minder theorieën die seksualiteit vooral als een positieve kracht zien en die de
onderdrukking en/of remming van seksualiteit als ongewenst beschouwen.
De sekspositieve benadering: erkent de positieve mogelijkheden en de ermee gepaard
gaande risico’s van seksualiteit gedurende de levensloop en neemt de gevaren in acht om zo
op een optimale wijze het seksueel welbevinden van burgers te bevorderen.
Achtergrond:
- 1987 -> leerboek “Seksuologie voor de arts”: voldoende theorie en praktijk bieden voor
de arts om seksuele problematiek te herkennen.
- Begin jaren tachtig -> seksuologisch onderzoek in een stroomversnelling -> meer
aandacht voor en inzicht in de biologie van de seksualiteit en de neurobiologie en
endocrinologie van het seksueel functioneren.
- Beeldvormende techniek (fMRI en PET) -> lokalisatie, werking en functie van seksuele
centra in de hersenen.
- In 1988 kwam Sildenafil (Viagra) op de markt -> behandeling van seksuele disfuncties van
mannen verschoof van psychologische interventies naar farmacologische interventies.
- 2000-2009 -> meer aandacht voor de crossculturele aspecten van seksualiteit. Door
toegenomen globalisering, communicatiemogelijkheden en meer vermenging van
culturen is het overduidelijk geworden dat seksuele praktijken en betekenissen tussen
verschillende culturen sterk variëren.
- Toenemende aandacht voor het seksuele functioneren als indicator voor gezondheid of
ziekte -> seksuele problemen kunnen een vroegtijdig signaal zijn van hart- en vaatziekten
of diabetes.
- Seksualiteit als maat voor kwaliteit van leven bij chronische ziekte, kanker en lichamelijke
beperking.
,Definitie seksuele gezondheid:
- Seksuele gezondheid is een staat van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn in
relatie tot seksualiteit. Het is niet alleen de afwezigheid van ziekte, disfunctie of
zwakheid. Seksuele gezondheid vereist een positieve en respectvolle benadering van
seksualiteit en seksuele relaties, evenals de mogelijkheid om plezierige en veilige
seksuele ervaringen vrij te hebben van dwang, discriminatie en geweld (WHO).
- Om seksuele gezondheid te bereiken en te onderhouden, moeten de seksuele rechten
van alle personen worden gerespecteerd, beschermd en vervuld. Gezonde seksualiteit en
seksueel welzijn zijn meer dan de afwezigheid van geen instemming of lijdensdruk.
Knelpunten voor de seksuologie:
- Kwaliteit van seksuologisch onderzoek, moeilijk te financieren.
o Weinig empirische data en prevalentie seksuele fenomenen moeilijk in te schatten.
o Geldt vooral voor onderzoek naar de positieve aspecten en gevolgen van seksualiteit.
- Empirische fundering is zwak en dus effectiviteit grotendeels onbekend.
o Interventies mogelijk niet effectief en geen eenvoudige methodische integratie
mogelijk.
- Bezorgdheid over de seksuologische opleiding en hoe deze het beste vorm kan krijgen.
- Organisatie en de kwaliteit van seksuologische hulpverlening in de gezondheidszorg.
o Hoe goed is de seksuologische hulpverlening in de gezondheidszorg georganiseerd?
o Wat is de kwaliteit van de seksuologische gezondheidszorg?
o Er zijn aanwijzingen dat seksuele problemen in de gezondheidszorg nogal eens
worden verwaarloosd.
Conclusie:
- Seksualiteit is een complex fenomeen en er is tot op heden geen beter alternatief dan
het biopsychosociale paradigma om seksualiteit op een wetenschappelijke manier te
benaderen. Er moet hierbij aan alle drie de dimensies van het biopsychosociaal
paradigma recht worden gedaan.
- Methodisch gezien wordt de seksuologie gekenmerkt door een hoge mate van
heterogeniteit. Deze methodische diversiteit heeft voordelen.
- Seksualiteit kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven en positieve
seksualiteit kan verschillende vormen hebben.
- De seksuologie en de samenleving beïnvloeden elkaar.
Hoofdstuk 2: Geschiedenis van de seksuologie
Inleiding:
- Aan het eind van de 19e eeuw kwam er in het Westen meer belangstelling voor de
wetenschappelijke bestudering van seksualiteit
- In 1886: Von Krafft-Ebing publiceerde het boek “Psychopathia Sexualis”.
o Vanuit fenomenologische benadering beschreef hij 238 ziektes waarvan hij seksuele
afwijkingen classificeerde.
o Boek zorgde voor overgang van perspectief van goed/slecht naar het perspectief van
gezond/ongezond en normaal/abnormaal.
- Einddoel seksualiteit: de heteroseksuele coïtus (vagina-penis seks), bij voorkeur binnen
het huwelijk. Dit werd gezien als de natuurlijke uiting van het voortplantingsinstinct.
,- Afwijkingen van de heteroseksuele coïtus waren volgens hem het gevolg van erfelijk
biologische degeneratie en ongunstige milieu-invloeden die leiden tot ziektes ->
behandeling: hypnose en psychotherapie (perversies behandelen).
- Het onderscheid tussen een erfelijke en vooral door ongunstige
omgevingsomstandigheden veroorzaakte perversie was volgens hem gelegen in het wel
of niet aanwezig zijn van normale heteroseksualiteit voor de puberteit.
- In 1905: Freud -> psychoanalytische theorieën over de seksuele ontwikkeling.
o Seksualiteit is een biologisch instinct, dat bij mannen sterker is als bij vrouwen
(libido).
o Het seksuele object is de persoon tot wie men zich aangetrokken voelt.
o Het seksuele doel is de handeling waar men zich tot gedreven voelt.
o Heteroseksuele coïtus als het normale seksuele einddoel.
Ontwikkeling seksualiteit volgens Freud:
1. De pre-genitale fase (orale, anale en fallische fase) van 2-5 jaar.
o Deelcomponenten van de lustbeleving staan centraal.
2. De latentiefase van 6-12 jaar.
3. De genitale fase, va. 13 jaar
- Psychische problemen zijn het gevolg van een problematisch verlopen faseontwikkeling
-> psychoanalytische therapie.
- Doelstelling van de psychoanalytische therapie is om disfunctionele onbewuste
psychische conflicten uit de kindertijd bewust te maken en te verwerken, zodat een
gezond volwassen functioneren mogelijk werd.
Het ontstaan van de seksuologie:
- In 1906: opkomst seksuologie -> Bloch publiceerde “Das Sexualleben unserer Zeit” ->
idee van de seksuologie als een wetenschappelijk onderneming. Methoden en inzichten
uit de natuur- en cultuurwetenschappen zouden volgens hem moeten worden
gecombineerd.
- In 1919: ‘s werelds eerste instituut voor wetenschappelijk onderzoek van seksualiteit.
o Doel: wetenschappelijk onderzoek verrichten, hulp verlenen en
preventieprogramma’s opzetten.
- In deze tijd was er veel aandacht voor maatschappelijke hervorming en seksuele
voorlichting, het voorkomen van ongewenste zwangerschap, geboortecontrole, een
rationele benadering van prostitutie en soa’s en voor de behoeften van homoseksuele
mensen.
Na de WOII, de periode 1945-1974:
- Seksuologie werd opgepakt in de VS en breidde zich uit naar andere disciplines, zoals de
biologie, sociologie antropologie en psychologie.
- Het Kinsey rapport (1948) had schokkende en baanbrekende resultaten, zoals 37% van de
mannen had homoseksueel contact en 26% van de vrouwen had buitenechtelijk
orgastische seks.
o Het seksuele gedrag van de Amerikanen bleek geheel anders dan men op basis van de
toen geldende normen over seksualiteit veronderstelde.
- Kinsey kwam met een andere belangrijk vernieuwing: de introductie van een
zevenpuntsschaal om seksuele oriëntatie te classificeren.
, - In 1948: Beach -> grondlegger van de gedragsendocrinologie, de wetenschap die bij dier
en mens onder andere de samenhang tussen hormonen en seksueel gedrag bestudeert.
- In 1951: Ford en Beach -> grote interculturele verschillen.
- Money -> baanbrekende reeks klinische empirische onderzoeken naar de ontwikkeling
van de genderidentiteit bij kinderen met interseksproblematiek.
o Hij introduceerde in 1955 het begrip genderrol ter onderscheid van de biologische
sekse.
o Centrale idee van Money: de interactie van genetische informatie en sociale
informatie bepalen de seksualiteit van een individu zodanig dat
ontwikkelingseffecten, eenmaal door imprinting tot stand gekomen in een kritische
periode, zo goed als onveranderbaar blijven.
- In 1966 en 1970 -> Masters en Johnson kwamen met de seksuele responscyclus: de
menselijke fysiologische en psychologische reactiewijzen op seksuele prikkels.
Gekenmerkt door vier fasen: opwinding, plateau, orgasme en herstel of ontspanning.
Deze opeenvolgende fasen beschouwden ze als een natuurlijk fysiologisch proces dat
door psychologische inhibities kon worden gestoord of geblokkeerd.
- Ze legden de basis voor een nieuwe gedragstherapeutische benadering van seksuele
disfuncties -> sekstherapie. De doelstelling hiervan was om door middel van opdrachten
de natuurlijke seksuele respons bij een paar opnieuw te laten optreden.
- Dat gebeurde in drie therapeutische stappen:
1. Niet-genitaal strelen.
2. Strelen met inbegrip van de geslachtsorganen.
3. Het aannemen van coïtushouding en de bijbehorende bewegingen.
- Een ander kenmerk van hun aanpak was een intensieve dagelijkse behandeling
gedurende twee weken. Verder werden alleen paren in behandeling genomen. Beide
therapie gingen ze ervan uit dat in principe beide partners moesten worden betrokken.
De seksuele partner was voor hen een essentiële factor.
- Master en Johnson meenden dat seksuele effectiviteit voor vrouwen in tegenstelling tot
voor mannen niet noodzakelijk was voor de voortplanting. Vrouwen hadden meer
behoeft aan warmte en expressie van wederzijdse emotionele reacties. Daardoor werd er
in de therapie voor alleenstaande mannen een partner geregeld maar voor vrouwen niet.
- In 1974: Kaplan -> fase van verlangen toevoegen aan de seksuele responscyclus.
o Introduceerde nabije en verre oorzaken van seksuele disfuncties. Nabije oorzaken zijn
factoren die binnen de seksuele interactie zelf het seksuele functioneren
belemmeren, bv. gebrek aan kennis en ontbrekende vaardigheden. Verre oorzaken
zijn gelegen in een psychopathologisch verlopen ontwikkeling of in een
partnerrelationele problematiek, waardoor mensen niet aan een plezierig en
bevredigend seksleven toekomen.
- Barbach -> ontwikkelde groepstherapieën voor vrouwen en zelfhulpprogramma’s in geval
van anorgasmie (het onvermogen tot orgasme bij vrouwen), waarbij masturbatie een
belangrijke rol speelde.
- Zilbergeld ontwikkelde dergelijke groepen voor mannen.
- APA in 1974-> homoseksualiteit is geen psychiatrische stoornis meer. Het normatieve
ijkpunt veranderde van heteroseksuele coïtus naar seks met instemming.
o Alle homoseksuelen werden in één klap gezond verklaard.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sb999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.60. You're not tied to anything after your purchase.