Cytologie theorie
Les 1.
Deel 1: Cervix
De borstel cytologie waarbij de cellen worden afgenomen door bijvoorbeeld spatel, brush,
ballon of schrapen.
HPV 16 en HPV 18 zijn de grootste veroorzaken voor tumoren.
1. Corpus uteri = Baarmoeder
2. Cervix = Baarmoederhals
3. Tuba fallopi = eileider
4. Tuba fallopi = eileider
5. Vagina = Schede
6. Ovarium = eierstok
Ectocervix: meerlagig niet verhoornend
plaveiselepitheel
Endocervix: eenlagig endocervicaal
cylinderepitheel
Het maken van een cervix uitstrijkje
wordt met behulp van een borsteltje en wordt er celmateriaal afgenomen van het slijmvlies
van de cerfix. In een goeie uitstrijk dienen zowel de plaveiscellen als de endocervicale
cylindercellen aanwezig te zijn.
De doderlein bacterien zijn de staafvormige bacterien. Ze zorgen niet voor een ontsteking bij
een vrouw maar zijn wel vaak aanwezig bij een uitstrijkje.
Oppervlakkige plaveiselcellen
- Grootte (1600 um2)
- polygonale (veelhoekige) cellen
- Eosinofiel gekleurd, transparant cytoplasma
- Kleine, centraal gelegen rond/ovale, pyknotische kern
- Soms kleine cytoplasma korreltjes
, (blauw = basofiel en roze is eosinofiel)
Intermediare plaveiselcellen
- Grote polygonale cellen
- Cyanofiel, transparant cytoplasma
- Kleine ovale, vesiculaire kern, groter dan de kern van een oppervlakkige plaveiselcel
Als er een goed uitstrijkje is dan is er sws een cylinderepitheel aanwezig.
Endocervicale cylindercellen
- ongeveer ¼ van grootte plaveiselvel, zijn cylindirisch van vorm
- Cyanofiel, fijn gevacuoliseerd cytoplasma
- relatief grote kerm met regelmatig verdeeld fijn granulair chromatine
- micronucleoli
Als het afwijkend is dan zullen de kernen allemaal op een andere hoogte liggen, als er niets
afwijkend is dan zullen de kernen op dezelfde hoogte liggen.
Bloedcellen (bijna geen bloed meer aanwezig ivm nieuwe methode)
- neutrofiele granulocyten
- Erytrocyten
- lymfocyten
Artefacten
Hoornpareltje is een in elkaar gedraaid plaveisel cellen.
Wormei dit kan in het cervix aanwezig zijn
Cornflakes is een uitdroging artefact
Deel 2: Squameuze metaplasie
Squamocolumnar junction (SCJ) overgangszone van het meerlagig ectocervicale
plaveiselepitheel naar het eenlagig endocervicale cylinderepitheel.
De locatie van de SCJ hangt af van de leeftijdsfase van een vrouw.
In het endocervicale kanaal:
- Meisje voor de eerste menstruatie (Menarche)
- Vrouw in de postmenopauze (Na de laatste menstruatie)
Op het voorvlak van de endocervix/portio
- Vrouw die geslachtrijke leeftijd heeft. Dit komt onder invloed van hormonen vindt er een
verschuiving plaats in het endocervicale kanaal naar het voorvlak van de portio.
Metaplasie betekent vervaning van de organile eptiheelsoort door een ander epitheelsoort.
Squamous is de engelse term voor plaveisel.
Het geval van vervanging van het endocerivicale cylinderepitheel door een onrijpe vorm van
het plaveiselepitheel.
Hyperplasie betekent meer lagen cellen.
Les 1.
Deel 1: Cervix
De borstel cytologie waarbij de cellen worden afgenomen door bijvoorbeeld spatel, brush,
ballon of schrapen.
HPV 16 en HPV 18 zijn de grootste veroorzaken voor tumoren.
1. Corpus uteri = Baarmoeder
2. Cervix = Baarmoederhals
3. Tuba fallopi = eileider
4. Tuba fallopi = eileider
5. Vagina = Schede
6. Ovarium = eierstok
Ectocervix: meerlagig niet verhoornend
plaveiselepitheel
Endocervix: eenlagig endocervicaal
cylinderepitheel
Het maken van een cervix uitstrijkje
wordt met behulp van een borsteltje en wordt er celmateriaal afgenomen van het slijmvlies
van de cerfix. In een goeie uitstrijk dienen zowel de plaveiscellen als de endocervicale
cylindercellen aanwezig te zijn.
De doderlein bacterien zijn de staafvormige bacterien. Ze zorgen niet voor een ontsteking bij
een vrouw maar zijn wel vaak aanwezig bij een uitstrijkje.
Oppervlakkige plaveiselcellen
- Grootte (1600 um2)
- polygonale (veelhoekige) cellen
- Eosinofiel gekleurd, transparant cytoplasma
- Kleine, centraal gelegen rond/ovale, pyknotische kern
- Soms kleine cytoplasma korreltjes
, (blauw = basofiel en roze is eosinofiel)
Intermediare plaveiselcellen
- Grote polygonale cellen
- Cyanofiel, transparant cytoplasma
- Kleine ovale, vesiculaire kern, groter dan de kern van een oppervlakkige plaveiselcel
Als er een goed uitstrijkje is dan is er sws een cylinderepitheel aanwezig.
Endocervicale cylindercellen
- ongeveer ¼ van grootte plaveiselvel, zijn cylindirisch van vorm
- Cyanofiel, fijn gevacuoliseerd cytoplasma
- relatief grote kerm met regelmatig verdeeld fijn granulair chromatine
- micronucleoli
Als het afwijkend is dan zullen de kernen allemaal op een andere hoogte liggen, als er niets
afwijkend is dan zullen de kernen op dezelfde hoogte liggen.
Bloedcellen (bijna geen bloed meer aanwezig ivm nieuwe methode)
- neutrofiele granulocyten
- Erytrocyten
- lymfocyten
Artefacten
Hoornpareltje is een in elkaar gedraaid plaveisel cellen.
Wormei dit kan in het cervix aanwezig zijn
Cornflakes is een uitdroging artefact
Deel 2: Squameuze metaplasie
Squamocolumnar junction (SCJ) overgangszone van het meerlagig ectocervicale
plaveiselepitheel naar het eenlagig endocervicale cylinderepitheel.
De locatie van de SCJ hangt af van de leeftijdsfase van een vrouw.
In het endocervicale kanaal:
- Meisje voor de eerste menstruatie (Menarche)
- Vrouw in de postmenopauze (Na de laatste menstruatie)
Op het voorvlak van de endocervix/portio
- Vrouw die geslachtrijke leeftijd heeft. Dit komt onder invloed van hormonen vindt er een
verschuiving plaats in het endocervicale kanaal naar het voorvlak van de portio.
Metaplasie betekent vervaning van de organile eptiheelsoort door een ander epitheelsoort.
Squamous is de engelse term voor plaveisel.
Het geval van vervanging van het endocerivicale cylinderepitheel door een onrijpe vorm van
het plaveiselepitheel.
Hyperplasie betekent meer lagen cellen.