Samenvatting Algemene en Biologische scheikunde H1-H20 (100p)
1 view 0 purchase
Course
Algemene en biologische scheikunde
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Volledige samenvatting van het vak Algemene en Biologische Scheikunde van het eerste semester BMW1, 100 pagina's, alles inbegrepen van H1 tot en met H20, duidelijke verbanden
Samenvatting
Algemene en
biologische
Scheikunde
EERSTE SEMESTER - 2024/2025
BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN 1
,1 De atoomstructuur van de materie
1.1 Atomen en moleculen
1.1.1 Zuivere stoffen en mengsels
zuivere stof: één soort moleculen
mengsel: verschillende moleculen
1.1.2 Moleculen, samengestelde en enkelvoudige stoffen
Enkelvoudige stof: één soort atom bv. O2
Meervoudige stof: meerdere soorten atomen bv. HO
1.1.3 Atomen en subatomaire deeltjes
Atoom: onderdeel molecule, kleinste chemisch materiedeeltje,
behoudt zijn identiteit
Subatomaire deeltjes: proton, neuron, elektron
3 BESLUITEN:
Evenveel protonen als elektronen > neutraal
Massa atoom is ongeveer Σ(npmp + nnmn) (massa elektronen
verwaarloosbaar)
Omvang atoom bepaald door omvang elektronenwolk
1.2 De chemische elementen
1.1.1Kenmerkende grootheden van de elementen
A = massagetal = #protonen + #neutronen (voor een bepaald
isotoop)
Z = atoomnummer = #protonen (= aantal elektronen indien
neutraal atoom) > PSE
Isotoop: andere A, zelfde Z (verschillen fysische eigenschappen)
Isotopenabundantie = %-verdeling isotopen van een element
m = atoommassa = som vd absolute massa’s vd isotopen (zeer
kleine getallen)
Ar = relatieve atoommassa = som vd relatieve atoommassa’s vd
isotopen (beter) > PSE
Ar = m/u met u = massa van een koolstofatoom/12 = cte.
Massadefect = ‘ontbrekende massa’ die als E vrijkomt bij vorming
atoomkern = E/c2
o Chemische reactie: verwaarloosbaar (kleine E) > constante
massa
o Kernreactie: niet verwaarloosbaar (grote E)
NA = 6,02.1023 = cte. van Avogadro = #atomen dat 1 mol van een
element bevat = 1/u
MM (g/mol) = molaire massa = massa van 1 mol atomen
1.1.2Het periodiek systeem van de elementen
*
,1.1.3Ionen
Geladen atomen/atoomgroepen
Kation (+), anion (-)
1.3 Atoommodellen
1.1.4(proef van) Rutherford
Proef: afbuigen van alfastralen die op een dunne goudfolie werden
geschoten
Atomen = kleine positieve kern met elektronen in een legen ruimte
errond
1.1.5Bohr
Elektronen bewegen in specifieke schillen rond de kern
(energieniveaus)
Schilverandering
o Emissie: foton uitzenden > E-verlies > dichter bij kern
o Absorptie: foton opnemen > E-winst > verder van de kern
(denk: aantrekking +/- > energie nodig om uit elkaar te trekken
> atoom wint E)
1.1.6Schrödingervergelijking
Onzekerheid over plaats en energie van elektronen (deeltje en golf)
Schrödinger-vgl > opl = golfvgl > kwadraat > waarschijnlijkheid
voor e- op die plaats
Elektronen bevinden zich in orbitalen (= diffuse elektronenwolken)
rond de kern
Regels
o n=1 1s
n=2 2s, 2px, 2py,2pz
n=3 3s, 3px, 3py,3pz + 5 d-orbitalen
o max. 2 e- in elk orbitaal (spin up en spin down)
vorm orbitalen: s = bolvormig, p = haltervormig
s = dichter bij de kern > minder energie > stabieler dan p
Hoe hoger het schilnummer, hoe diffuser/hoe meer energie
1.4 De elektronenstructuur van de atomen
1.1.7Opstelling van de elektronenconfiguratie van een atoom
e--structuur = e-- configuratie = verdeling e- over energieniveaus
hoe lager de E, hoe stabieler
Regels
o elektronen één voor één toevoegen, steeds op laagste
energieniveau mogelijk
o s-orbitaal eerst volledig opvullen, dan pas p-orbitalen
o ≠ orbitalen met = E-niveaus (bv. 2px, 2py en 2pz) > eerst overal
1 e-, dan tweede
, Volle schil s- en p-orbitalen > perfecte bolsymmetrische e-verdeling
> extra stabiliteit > edelgasconfiguratie
Max #elektronen per schil:
o n=1 2 e- 1orb. H: max 1 bindingsepaar
o n=2 8 e- 4 orb. Li, Be, C, N, O, F en Ne: max 4
bindingseparen
o n=3 18 e- S,P, Cl, Br, I, ... =
overschrijding octet (d-orb.)
BELANGRIJK:
C-kracht tussen + en -, hoe dichter tegengestelde ladingen bij
elkaar, hoe lager de energie, hoe stabieler
Randvoorwaarden Schrödingervergelijking > schillen, #orbitalen,
2e-/orbitaal, ...
Hoe dichter bij de kern, hoe stabieler
D-orbitaal = ver en diffuus > s-orbitaal van volgende schil kan
dichterbij zijn > lagere E
px, py, pz > op verschillende plaatsen maar even ver van de kern > E
gelijk > kiezen
max 2 elektronen met = E en ≠ spin per orbitaal
binnenste schillen volledig opgevuld + e- met heel lage E tov
buitenste schil > focus op orbitalen v. buitenste schil (valentie-
elektronen), binnenste doen niet mee aan reactie
1.1.8De elektronenconfiguratie van ionen in de grondtoestand
Idem als atomen maar meer/minder elektronen dan protonen
toegevoegd
Kation > meer protonen in kern > elektronenwolk
harder aangetrokken
Anion > minder protonen in kern > elektronenwolk minder
aangetrokken
Dus kation is kleiner dan anion
1.1.9De elektronenconfiguratie en het Periodiek Systeem der Elementen
e--structuur op buitenste schil = valentie-e- > bepalen chemische
eigenschappen
evenveel valentieleektronen > ± zelfde chemische eigenschappen >
periodiciteit
PSE = gevolg van e—structuur elementen
Hoofdgroepen (structuur valentie elektronen = identiek in groepen)
o s-blok ve = s-elektronen > Ia (1s-eelektron), IIa (2s-
elektronen)
o p-blok ve = 2s-elektronen + 1-6 p-elektronen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller luciehermant. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $35.54. You're not tied to anything after your purchase.