Dit is mijn samenvatting van het boek + college aantekeningen van alles wat je moet leren voor de toets! met deze samenvatting heb ik zelf een 8.0 behaald voor het tentamen van biologische psychologie. Er staan afbeeldingen in ter ondersteuning van de tekst. Succes! :)
Gottfried Leibniz wiskundige, filosoof. ‘why is there something rather than nothing?’
- Waarom is het universum zoals het is, is er 1 universum. Dit is de beste mogelijke
vorm van het universum nu.
Octopus= neuronen verdeeld over tentakels (want veel mogelijkheden om te bewegen, dit
kunnen de hersenen niet alleen)
Mensen= neuronen alleen in hersenen
René Descartes filosoof, wiskundige. ‘why is there/ what is consciousness’
- ‘cogito, ergo sum’= ik denk, dus ik ben (besta)
- Dualisme: lichaam wordt los gezien van de geest
- pijnappelklier, via dit stuk orgaan staan lichaam en geest met elkaar in contact
Monisme= lichaam en geest zitten aan elkaar (tegenovergestelde van dualisme)
Biologische psychologische= wetenschappelijke studie van de biologische basis van Psyche
en gedrag.
- Verwante termen: neuropsychologie, psychofysiologie, cognitieve
neurowetenschappen
!!toetsvraag Hoe onderscheidt zich neurologie van neuropsychologie: gericht op relatie
tussen hersenen en gedrag, verder kijken dan alleen scans. = neuropsychologie
Neurologie= medische wetenschap, afgestudeerde arts. MRI-scans kijken, maar niet alles is
zichtbaar op neuroscans.
Vraagstukken in de biopsie:
- Verklaringen vinden voor gedrag
- Bewustzijn als concept onderzoeken
- Genetische invloed vs. Omgevingsinvloed - G X E model
Hoge orde die we samenvoegen door losse delen = emergensy (maar dan in het NL)
4 biologische verklaringsmodellen voor het gedrag:
Fysiologische verklaring: focus op gedrag gerelateerd aan lichamelijke processen (bv.
Spanning of stress voelen door bepaalde neurotransmitters enz.)
Ontogenetische verklaring: focus op beschrijving hoe het gedrag zich kon
ontwikkelen (oorsprong van het zijn. Voorbeeld: als kinderen impulsiever dan als de
ouders zijn, doordat kwabben zich verder ontwikkelen door de jaren heen)
Evolutionaire verklaring: focus op gedrag als gevolg van de evolutie van een soort
(stekelvarken met stekels kon eerst wel haren hebben, maar door evolutie
veranderd)
Functionele verklaring: focus op doel van het gedrag, waarom is het zo ontwikkeld
(zeedraak in het water lijkt op planten, om goed gecamoufleerd te zijn en niet gezien)
,Evolutie feiten:
- ‘survival of the Fittest’ = degene met de beste gene heeft de grootste overlevingskans
- Evolutie is niet op organisme maar op genetisch niveau
- Genen muteren random
- Fittest= best aangepast aan de omgeving
- Reproductie van genen is van belang
- Er is geen ‘doelgerichte selectie’
Dieronderzoek doen want:
- Makkelijker mens model
- Sommige onderzoeken mogen wettelijk niet gedaan worden met mensen
- De mens is van nature nieuwsgierig, hoe functioneren dieren en mens en dier
vergelijken
Minimalist of abolitionist=
- Minimalist: dierproeven toestaan onder bepaalde voorwaarden= als het doel ook
echt belangrijk is.
- Abolitionist: dierproeven niet toestaan
Waarneming vindt plaats in
a. Zintuigen
b. Hersenen
c. Zowel zintuigen als hersenen
Reflexen geen bewuste waarneming, directe connectie. Eerst bewust worden en daarna
sturen de hersenen motoriek waar.
Waarnemen moet met hersenen, voordat er iets gebeurt.
Hoeveel % van onze hersenen gebruiken wij (de mens)
A. 10
B. 20
C. 50
D. 100
Het brein kan andere verbindingen vormen waardoor bij bijvoorbeeld een hersenbloeding
de hersenen alsnog kunnen functioneren, na een beschadiging. Dit heet de plasticiteit van
het brein.
Neuron = zenuwcel
, Hoorcollege 2 Hoofdstuk 1
Ontogenetisch: hoe kon gedrag zich ontwikkelen bijvoorbeeld door genen (ook mutaties),
voeding en ervaring.
Evolutionair: gedrag door ontwikkeling van een soort, bijvoorbeeld eenzelfde manier van
praten, vervanging van paard en wagen door de auto.
Mind-body issue: werken lichaam en bewustzijn samen of staan ze los van elkaar?
- Aan de ene kant: we ‘zijn’ ons lichaam, hersenen zijn de ziel van het lichaam, of: we
denken dat we een lichaam hebben door ons bewustzijn.
- Bv. Bijna dood ervaring, vlak voordat alles stopt houden je hersenen er mee op maar
net daarvoor komt er een soort bottom-up proces; geen prikkels meer van buiten
maar je hersenen geven nog kort even een signaal hieruit volgt het licht etc.
Wat betekenen de 3 R’s- 3 V’s van dierenonderzoek:
- Replacement – vervanging
- Reduction – vermindering (pijnbestrijding geven)
- Refinement – verfijning
Bijvoorbeeld: computermodellen gebruiken, ‘slim’ onderzoek doen en pijnbestrijding geven
Centraal zenuwstelsel (CZS): hersenen en ruggenmerg (hersenen bij eerste reactie)
(ruggenmerg oh dit heb ik al eerder meegemaakt dus deze reactie)
1. Neuronen (zenuwcel): informatie- of prikkeloverdracht
2. Glia cellen: diverse ondersteunende functies
Functie gliacellen: centrale zenuwstel schoonhouden, dingen om neuronen aanvullen.
Dendriet (krijgt prikkels binnen via bv. Licht) neuron axon dendriet enzovoort.
Neuronen:
Dendrieten zorgen voor input
Axon verzorgt output
Putten energie uit glucose
Santiago Ramon Y Cajal tekende als eerste neuronen
Structuur van een neuron:
Dendrieten: ontvangen informatie
Soma: cellichaam
Axon: geeft informatie door aan andere neuronen
Soorten neuronen:
- Motorische neuronen, efferent: CZS spieren en klieren
- Interneuronen: in en output vanuit andere neuronen (aanpassen, bepaalde neuronen
gaan met elkaar connecten)
- Sensorische neuronen, afferent: zintuigen CZS
Sommige neuronen kunnen zich aanpassen, dus van efferent naar afferent en andersom
Afferente (aan) naar hersen- en beenmergstructuur toe
Efferente (uit) van hersen- en beenmergstructuur weg
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jikkebeumer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.