COMMUNICATIEWETENSCHAP
LES 1: INLEIDING EN BASISCONCEPTEN
1.1 INLEIDING
Inzicht in communicatie nuttig voor sociologen, politieke wetenschappers, sociaal-economische
wetenschappers, en communicatiewetenschappers … (en anderen):
- Sociologie: media bv. een belangrijke socialisatiebron, socialiseren mensen om bepaalde
normen en waarden aan te leren bij de ontwikkeling van kinderen; zijn de belangrijkste
socialisatiebronnen de ouders, de vriendjes en de media
Bij bijvoorbeeld schoonheidsidealen in de maatschappij worden die idealen
uitgedaagd worden door de body positivity reclame en je ziet daarbij een shift in de
media; hoe wij kijken naar schoonheid worden gereflecteerd in media en worden
gereproduceerd in media
Bij gender seksualiteit benaderingen euphoria, seks education dagen
heteroseksuele normen uit, reflectie van de veranderende benadering van
seksualiteit
- Politiek: media zijn 4de macht, beïnvloeden publieke opinie, politici moeten overtuigen
Media kunnen de publieke opinie gaan beïnvloeden, kunnen gaan bepalen wat wij
belangrijk vinden
Politici maken ook gewoon meer en meer gebruik van media om mensen te
benaderen
Ze gaan een bepaald topic hoger op de agenda zetten
Influencers worden hierbij steeds belangrijk, die mengen zich veel meer en meer in
politieke problematiek denk aan gender, seksualiteit, klimaat,…
- Communicatie is essentieel voor (social) profit organisaties (vanuit economisch standpunt)
Goeie marketingstrategie is belangrijk!!! Denk aan influencers
- Verantwoordelijkheid als mediaprofessionals + hoe als communicatieverantwoordelijke
omgaan met pers
Rol van journalisten moeten neutrale informatie verschaffen over de wereld
moeten de burgers gewoon informeren zodat die zelf een opinie kunnen vormen
Rol van communicatieverantwoordelijken Bart de Pauw die grensoverschrijdend
gedrag heeft gepleegd en toen hij beschuldigd werd, heeft hij meteen een sorry
video gepost en dat werd niet goed ontvangen door zowel het publiek als de
slachtoffers
CommunicatieWETENSCHAP
- Belang van theorieën, concepten/modellen, empirisch onderzoek (inhoudsanalyse, survey,
experiment, diepte-interviews, focusgroups, …, meta-analyses)
- Wetenschappelijke literatuur (artikels in academische “journals”, boeken, …)
- we willen weten wat er kan gebeuren bij een gebeurtenis en willen daar modellen mee
kunnen creëren zoal in fysica en biologie wordt gedaan en hypotheses kunnen vormen
1
, Gaat over de morele paniek over videogames
- is een heel straffe uitspraak, maar je
moet dus dan
communicatiewetenschappers hebben
die deze uitspraak gaan toetsen anders
gaan mensen nooit meer mogen gamen
- je moet dan eerst nadenken welke
theoretische concepten belangrijk zouden
zijn, en zo kan je bv gaan kijken naar de
social learning theory
- Stelt dat wij als mensen kunnen leren door
naar andere mensen te kijken, via observerend gedrag, maar we gaan gedrag natuurlijk niet
zomaar overnemen, dat moet binnen een bepaalde context gebeuren, dus als ik zie dat
iemand een uitspraak doet en mensen reageren daar verontwaardigend op en er hangt dus
een negatieve uitkomst aan, dan weet je dat je zelf niet zo’n uitspraak moet doen je gaat
dus met andere woorden pas gedrag aannemen als het door andere personen, de sociale
wereld wordt aanvaard
- Bij het gamen; je bent aan het gamen en je
moet iemand vermoorden voor bepaalde
opdrachten te voltooien, dus het kan je wel
gaan stimuleren dat je gaat leren van zo’n
gedrag, maar klopt dit?
- In deze figuur zie je; dat de verschillende
studies andere resultaten vertonen je kan
dus eigenlijk geen correlatie vinden tussen
dat gedrag en gamen, er zullen dus andere
factoren zijn die inspelen op het feit dat je
zo’n gedrag wel of niet vertoond
Communicatiewetenschap relatief jonge wetenschap (na WOII)
- zijn na de oorlog gaan onderzoeken wat propaganda met mensen doet, maar in principe was
het al veel langer (Aristoteles)
- Communicatiewetenschappelijke fenomenen voordien onderzocht uit retoriek (e.g.,
Aristoteles), psychologie, sociologie
Aristoteles
2
,Hoe kan de ene iemand anderen zo makkelijk overtuigen en kan de andere dat niet, welke
communicatiemiddelen hebben die? Welke apsecten zijn er dat die iemand zo snel kan overtuigen?
- Drie intrinsieke middelen om publiek te overtuigen;
ethos (de persoon zelf persoonlijkheid en waarden van de spreker, is de persoon
aantrekkelijk ? man/vrouw? )
pathos (inspelen op de emoties van het publiek) Trump die op angst inspeelt,dat
helpt
logos (logica van argumentatie) moet goed opgebouwd zijn,…
1.2 WAT IS COMMUNICATIE?
Woordenboekdefinities
(1)Overdracht van informatie
- Overdracht: Klemtoon op zender
- Eenrichtingsverkeer; maakt niet zoveel uit wat er met de ontvanger gebeurt, gaat puur over
de overdracht van informatie, iemand stuurt een boodschap uit en het maakt niet uit wat
daarmee gebeurt
(2)Uitwisseling: gemeenschappelijk maken van ideeën
- Dynamisch proces
- Tweerichtingsverkeer; zender en ontvanger zijn precies op dezelfde hoogte, die gaan met
elkaar in interactie en wisselen bepaalde informatie uit en wisselen betekenis / ideeën uit
Voorbeelden van wetenschappelijke definities (moet je niet kennen, gewoon weten dat er veel zijn)
- Communication is a process whereby people assign meanings to stimuli in order to make
sense of the world (Trenholm, 1999)
- Every communication act is viewed as a transmission of information, consisting of
discriminative stimuli, from a source to a recipient (T. Newcomb, 1966)
- Communication is “the transmission of information, ideas, emotions, skills, etc. by the use of
symbols, words, pictures, figures, graphs, etc. (B. Berelson & G. Steiner, 1966)
- Communication is the verbal interchange of thought or idea (J.B. Hoben, 1954)
- In the most general sense, we have communication wherever one system, a source,
influences another, the destination, by manipulation of alternative symbols, which can be
transmitted over the channel connecting them. (Osgood et al. , 1957)
- Communication may be defined as “social interaction through messages” (Gerbner, 1967)
- Human communication has occurred when a human being responds to a symbol. (Cronkhite,
1976)
- Communicatie is een proces waardoor een zender bewustzijnsinhoud overdraagt of tracht
over te dragen aan een of meerdere ontvangers en dit door middel van een kanaal, signalen
en tekens. (Fauconnier, 1973)
Twee belangrijke perspectieven
(1)Processchool ziet communicatie als transmissie (overdacht) van boodschappen
3
, - Nadruk op hoe zender en ontvanger encoderen (=omzetten in bepaalde stimuli, in woorden
bijvoorbeeld) en decoderen (= gaan die woorden proberen te begrijpen en er betekenis aan
vast hangen) , hoe kanalen en media efficiënt kunnen worden ingezet
de zender doet dit om iets gedaan te krijgen bij de ontvanger (bepaald attitude
ontwikkelen, iets gaat doen, te beïnvloeden,…)
- Communicatie is een (beïnvloedings)proces
- Verschil tussen output en input is een “fout” (kan zijn dat zender niet kan beïnvloeden)
- Basis: psychologie en sociologie
(2)Betekeniscreatieschool ziet communicatie als productie en uitwisseling van betekenissen
- Nadruk op hoe boodschappen of teksten interageren met mensen om zo betekenissen tot
stand te brengen (zender en boodschapper staan op hetzelfde niveau)
- Afwijkingen tussen zender en ontvanger niet noodzakelijk als “fout” beschouwd, maar bv.
als verschillen in de biografie in de ontvangers gaat gewoon over gedachten en
betekenissen
- Richt zich primair op de producten van communicatie (hoe worden krantenartikelen
geïnterpreteerd? ,welke betekenis krijgen reclamespots?, televisieprogramma’s?, enz.)
- Teksten maken en lezen worden beschouwd als parallelle processen
Voorbeeld van welke betekenissen wij
ophangen aan verschillende boodschappen;
-Stelde participanten bloot aan
hetzelfde telivisieclipje en gaat over
een seksueel dilemma hij houdt
van Gina, maar is aangetrokken tot
een nieuwe collega en die collega
heeft ook interesse in hem
- Ene vriend zegt dat die voor die
collega moet gaan, want je bent een man en je moet dan zoveel mogelijk omgaan met
vrouwen; de andere zegt dat hij het niet moet doen
- Mensen interpreteerde deze video van de vrienden anders; velen dachten over
mannelijkheid, andere dachten over de moeilijkheden binnen een relatie; over
communicatieproblemen,…
- Dit onderzoek ligt dus in lijn met de betekeniscreatieschool; iedereen hangt een andere
betekenis aan dezelfde boodschap
Een ander voorbeeld kan zijn bij lichaamspositiviteit
- De meesten vinden dit positief, maar sommigen
vinden het heel slecht en vinden dat obesitas
wordt promoot op deze manier
1.3 CONTROVERSEN EN BREEKPUNTEN IN
DEFINITIES VAN COMMUNICATIE
4
, - Een man stuurt een SMS naar zijn vrouw om te zeggen dat hij die avond laat thuis zal zijn
van zijn werk. Zijn vrouw beantwoordt zijn SMS niet. Is er sprake van communicatie?
- Een student(e) komt naar het mondelinge examen. De docent(e) merkt dat hij/zij
zenuwachtig is: de student(e) heeft immers een rood aangelopen gezicht. Is er sprake van
communicatie?
- Een stand-up comedian staat op het podium en vertelt zijn grappen. Helaas lacht het publiek
in de zaal niet. Is er in dit geval sprake van communicatie?
er is geen juist antwoord op deze vragen
(1)intentionaliteit
er is pas communicatie als er
intentionaliteit is
Passief-actief model van McQuail
- Situatie 1: prof geeft les
en wij luisteren en
schrijven op, dus is actief
(= communicatie)
- Situatie 2: het is niet bedoeld door de zender (passief), maar de ontvanger ontvangt dat wel,
bijvoorbeeld wanneer iemand rood wordt
- Situatie 3: prof zegt iets, maar leerlingen letten niet op en schrijven niets op
- Situatie 4: als je over de meir loopt en een bepaalde indruk afgeeft door jouw loop, en de
ontvanger ontvangt die indruk ook niet intentioneel, vangt de indruk op mar verwerkt dat
niet
- Teleologische opvatting = sterk vertegenwoordigd bij onderzoekers massacommunicatie
(communicatie = 1, eventueel ook 3).
- “Gedragsopvatting”: studie van interpersoonlijke communicatie…(communicatie is 1, 2, 3, 4)
- Probleem: Intentionaliteit vaak moeilijk vast te stellen
(2)Geslaagdheid als criterium?
“Er was communicatie tussen ons”, “De zanger had communicatie met zijn publiek”, “Zij praatten
wel, maar communiceerden niet…”
- Transmissie (T) is van de boodschap, maar geen ontvangst (O); videoboodschap, maar
Deborah luistert niet want er zit een slang in het bos
- Transmissie (T) en ontvangst (O) zijn, maar geen ontvangst door persoon x , maar wel door
persoon y; Deborah had eerst een beeld gezoen waarin Tim vreemd gaat en is dus gaan
lopen waardoor de juiste persoon de boodschap niet ziet maar de anderen wel
- Transmissie (T) en ontvangst door persoon x (Ox) zijn, maar geen interpretatie (I);
Deborah ziet het beeld wel, maar door vorige beelden zo overstuur dat ze het niet verwerkt
- T, Ox en I zijn, maar geen juiste (bedoelde) interpretatie (Ib); Deborah zegt dat is gewoon
een verhaaltje om mij te sussen, is niet de interpretatie die Tim bedoelde over te brengen
5
, - T, Ox, I en zelfs Ib zijn, maar de bedoelde uitwerking (Ub) blijft uit of er is een verkeerde
(niet bedoelde) uitwerking (Unb). Deborah vond het heel lief, maar uiteindelijk verlaten
ze het eiland niet als koppel, dus niet de gewilde uitkomst vanuit Tim
GC = T + Ox + I + Ib + Ub = geslaagde communicatie (Fauconnier)
- T = transmissie
- O = ontvangst
x = ontvangen door het juiste publiek (doelpubliek)
- I = interpretatie
b = juist geïnterpreteerd
- U = uitkomst
b = de gewilde uitkomst
(3)Richting van communicatie ?
- is er sprake van communicatie als er eénrichtings- of
tweerichtingsverkeer is?
- Feedback: nieuw proces (vb. algoritmes op sociale media)
als je dingen likes, bekijkt is dat allemaal feedback voor algoritme waarbij die gaat beslissen
of je andere videos krijgt of dezelfde
(4)Observatieniveau
Het hangt er vanaf op welk communicatieniveau je gaat bestuderen
- Communicatie: algemeen of enkel “menselijke” communicatie communicatie met AI?
- Niveaus:
Intrapersoonlijk (eerder psychologische processen)
Interpersoonlijk (tussen twee personen)
Communicatie in (kleine) groepen
Organisatiecommunicatie (organisatie van bedrijven, of ua tov studenten)
Massacommunicatie
- Voorbeeld: “niet-menselijke” communicatie (human-machine interaction)
Communicatie met AI via chatbots
LES 2: ELEMENTEN COMMUNICATIEPROCES & COMMUNICATIEMODELLEN
2.1 ELEMENTEN VAN HET COMMUNICATIEPROCES
1. Bron/zender (wij maken geen onderscheid)
- Zender encodeert en zendt door
- Macht van zender
- Bron persoon en zender telefoon
2. Ontvanger/bestemmeling
- Ontvanger en bestemmeling?
6