Hoofdstuk 1 Vermogensrecht
Vermogensrecht bestaat uit:
Verbintenissenrecht: geeft regels met betrekking tot de prestatie die door de ene partij ten
opzichte van de andere partij uitgevoerd moet worden.
- (Bijv. een huurder moet de huurprijs aan een verhuurder betalen).
Goederenrecht: geeft regels over de verhouding van een persoon tot een goed
- (Bijv. de positie van de gemeente Amsterdam als grondeigenaar).
Een vermogen bestaat uit goederen (activa) waarop de schulden (passiva) in mindering worden
gebracht.
Goederen zijn registergoederen of niet-registergoederen:
- Registergoederen: goederen waarbij voor de overdracht van eigendom of vestiging van
bepaalde rechten, inschrijving in openbare registers bij het Kadaster wettelijk verplicht is.
- (Niet)- register goederen: zoals auto’s en fietsen, hiervoor is het niet nodig om een
inschrijving in de openbare registers of bij het Kadaster te doen.
Zaken: alle tastbare objecten en zaken zijn
onroerend of roerend
- Onroerend: zaken met name grond en
gebouwen
- Roerend: alle zaken die niet onroerend zijn
Vermogensrechten: de rechten die
overdraagbaar zijn en/of waarde hebben en vermogensrechten zijn absoluut of relatief.
Absolute vermogensrechten: kan je tegenover iedereen inroepen: burgers en organisaties.
Relatieve vermogensrechten: persoonlijk recht, vorderingsrecht of verbintenis. Tegenover
een bepaalde burger of organisatie
Kwalitatieve verplichtingen: als een plicht over gaat van de ene persoon op de andere
persoon, zakelijk of privé.
Kettingbeding: het binden van rechtsopvolgers d.m.v. een overeenkomst. Er is hierbij sprake
van een bepaling in een koopcontract die iedere keer opnieuw aan de nieuwe koper moet
worden doorgegeven.
Hoofdstuk 2 Eigendomsrechten
Niet 2.4.2 t/m 2.4.6 en niet 2.5.4 en 2.5.6
Eigendom: het meest omvattende recht dat een persoon, privé of zakelijk, op een
(on)roerende zaak kan hebben volgens de wet
Bezit: het houden van een goed zoals een woning, bedrijfspand, auto of laptop voor jezelf.
De bezitter beoefent de feitelijk macht over een goed uit.
In de meeste gevallen in de eigenaar ook de feitelijke bezitter, maar een dief is een bezitter,
maar geen feitelijke eigenaar van de gestolen zaken (dat is nog steeds de (bestolen)
eigenaar).
Houderschap: het houden van een goed voor een ander, de houder, bijvoorbeeld de huurder
heeft een goed tijdelijk in gebruik.
Twee hoofdsoorten van eigendomsverklaring
1. Onder algemene titel: het hele vermogen (of een evenredig deel) over op een ander, de
rechten en plichten (schulden)
2. Onder bijzondere titel: alleen eigendomsrecht en niet de schulden van de vorige eigenaar
Verjaring: in privaatrecht en publiekrecht
, Bevrijdende verjaring: verbintenissenrecht: de schuldenaar wordt verlost van betaalplicht,
hoofdregel is 20 jaar, maar er zijn veel uitzonderingen
Verkrijgende verjaring: goederenrecht, je wordt eigenaar
Natrekking: de eigenaar van de hoofdzaak (waarde) wordt door natrekking ook de eigenaar
van de bestanddelen (onderdeel).
Natrekking bij grond: als je op de grond van een ander een bouwwerk plaatst voor
permanent gebruik, wordt de eigenaar van de grondeigenaar van het bouwwerk
Verkrijging onder bijzondere titel: overdracht
Er gelden drie eisen voor een geldige eigendomsoverdracht
1. Levering: hoofdregel roerende zaak: feitelijk leveren of door een feitelijke verklaring
2. Geldige titel: reden/oorzaak/grondslag van de levering (koopovereenkomst)
3. Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder: de eigenaar/ faillissementscurator/
pandhouder en de hypotheekhouder
Een derde (koper) wordt beschermd als die geleverd krijgt van een beschikkingsonbevoegde bij:
Als je iets koopt van iemand die een product, huurt, least of leent
Als de vervreemder failliet is verklaard en tijdens zijn faillissement een van zijn bezittingen in
eigendom overdraagt
Als de vervreemder datgene wat hij wil overdragen gestolen heeft
De volgende categorieën kopers worden niet beschermd:
1. Een natuurlijke persoon die voor de uitoefening van zijn eigen beroep of eigen bedrijf
handelde.
2. Een rechtspersoon.
3. Een consument die koopt op de markt of een veiling.
4. Een consument die van een andere consument koopt, bijvoorbeeld via Marktplaats.
In de circulaire economie gaat het om maximalisering van hergebruik van producten en grondstoffen,
zodat de afvalstroom geminimaliseerd wordt.
Hoofdstuk 4 Pandrecht en hypotheekrecht
Preferente vordering: leiden tot voorrand voor de schuldeiser, de schuldeiser die zich kan
beroepen op pand-of hypotheekrecht gaat voor op andere schuldeisers van de schuldenaar
Pandrecht
Pandgever: de klant die krediet/financiering krijgt
Pandhouder: de kredietverstrekker
Pandrecht: wordt gevestigd op roerende goederen, doordat er bij pandrecht sprake is van
parate executie, kan de bank zonder een rechter in te schakelen de roerende goederen
verkopen en hij heeft voorrang bij een faillissement
Pandrecht op roerende zaken
Vuistpandrecht: vaak bij particulieren, niet bij bedrijven omdat voorraden letterlijk naar de
bank worden gebracht, niet efficiënt
Bezitloos pandrecht: pandrecht op de roerende zaak gevestigd door een authentieke of
geregistreerde onderhandse akte, zonder dat de zaak in de macht van de pandhouder of een
derde wordt gebracht.
Pandrecht op rechten op naam
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noordohmen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.