Zenuwweefsel
Celorganisatie zenuwweefsel:
2 soorten zenuwcellen
Neuronen (zenuw)
= basiseenheden van het zenuwstelsel
Voor overdracht, verwerking en opslag van informatie
Neuroglia (lijm)
= steunweefsel van het zenuwstelsel
Fijn ondersteunend reticulum met typisch vertakte cellen: neurogliacellen
Werken deels als fagocyten
Kleiner dan neuronen maar veel talrijker
Neuronen: algemene structuur
Cellichaam
o Kern
o Mitochondriën, ruw endoplasmatisch reticulum, andere organellen
Dendrieten
o Verschillende vertakkingen
o Gevoelig
o Ontvangst signalen (inkomend)
Axon
o Lang
o Geleiding signalen (uitgaand) en in de richting van de synapsknopen
Nissl bodies
RER + vrije ribosomen
Ribosomen georganiseerd in bijzonder patroon
DNA meer tot expressie in neuronen dan andere celtypes
Actieve transcriptie en translatie
Synthese van essentiële proteïnen voor neutrale activiteiten
o Cytoskeletelementen: transport in uitlopers (tot 1 meter)
o Enzymen voor synthese van
neurotransmitters (NT)
o Membraanproteïnen: ionenkanalen,
receptoren
o Synaptische vesicels
1
, Indeling van neuronen naar functie
Sensorische neuronen
Leveren informatie van zintuigcellen aan het CSZ
Somatische zintuigen
Externe receptoren)
Uitwendige omgeving: aanraking, druk, temperatuur, zien, ruiken,
horen
Propioreceptie
Registreren van positie en beweging van skeletspieren en gewrichten
Interne/viscerale receptoren
Registreren activiteit van stelsels
Gewaarwordingen van druk diep in het lichaam, smaak, pijn
Motorische neuronen
Stimuleren of remmen perifeer weefsel
Somatische motorische neuronen (skeletspieren)
Visceromotorische neuronen (hartspier, glad spierweefsel, klieren)
Interneuronen (associatieneuronen, schakelcellen)
Zitten tussen sensorische en motorische neuronen
Analyseren inkomende informatie, coördineren uitgaande informatie
Enkel in CSZ
Verbinden neuronen
Doorschakelen van sensorische infromatie en coördinatie van motorische activiteit
Rol in hogere functies (geheugen, plannen, leren)
Neuroglia
= gliacellen
Zowel in CSZ als PZS
In CSZ grotere variëteit:
2
Celorganisatie zenuwweefsel:
2 soorten zenuwcellen
Neuronen (zenuw)
= basiseenheden van het zenuwstelsel
Voor overdracht, verwerking en opslag van informatie
Neuroglia (lijm)
= steunweefsel van het zenuwstelsel
Fijn ondersteunend reticulum met typisch vertakte cellen: neurogliacellen
Werken deels als fagocyten
Kleiner dan neuronen maar veel talrijker
Neuronen: algemene structuur
Cellichaam
o Kern
o Mitochondriën, ruw endoplasmatisch reticulum, andere organellen
Dendrieten
o Verschillende vertakkingen
o Gevoelig
o Ontvangst signalen (inkomend)
Axon
o Lang
o Geleiding signalen (uitgaand) en in de richting van de synapsknopen
Nissl bodies
RER + vrije ribosomen
Ribosomen georganiseerd in bijzonder patroon
DNA meer tot expressie in neuronen dan andere celtypes
Actieve transcriptie en translatie
Synthese van essentiële proteïnen voor neutrale activiteiten
o Cytoskeletelementen: transport in uitlopers (tot 1 meter)
o Enzymen voor synthese van
neurotransmitters (NT)
o Membraanproteïnen: ionenkanalen,
receptoren
o Synaptische vesicels
1
, Indeling van neuronen naar functie
Sensorische neuronen
Leveren informatie van zintuigcellen aan het CSZ
Somatische zintuigen
Externe receptoren)
Uitwendige omgeving: aanraking, druk, temperatuur, zien, ruiken,
horen
Propioreceptie
Registreren van positie en beweging van skeletspieren en gewrichten
Interne/viscerale receptoren
Registreren activiteit van stelsels
Gewaarwordingen van druk diep in het lichaam, smaak, pijn
Motorische neuronen
Stimuleren of remmen perifeer weefsel
Somatische motorische neuronen (skeletspieren)
Visceromotorische neuronen (hartspier, glad spierweefsel, klieren)
Interneuronen (associatieneuronen, schakelcellen)
Zitten tussen sensorische en motorische neuronen
Analyseren inkomende informatie, coördineren uitgaande informatie
Enkel in CSZ
Verbinden neuronen
Doorschakelen van sensorische infromatie en coördinatie van motorische activiteit
Rol in hogere functies (geheugen, plannen, leren)
Neuroglia
= gliacellen
Zowel in CSZ als PZS
In CSZ grotere variëteit:
2